Doodslag in Drachten toen Wijkstra pas gevangen zat 'T KLEINE KRANTSJE Eije Wijkstra had Ook DIRK TABAK werd HET IS STRAKS PRECIES VEERTIG JAAR GELEDEN, DAT ONS LAND WERD OPGESCHRIKT DOOR HET DRAMA VAN DE VIERVOUDIGE MOORD VAN EIJE WIJKSTRA IN GROOTEGAST. VIER VELDWACHTERS, DIE DE ONTROUWE AALTJE WOBBES, DE VRIENDIN VAN EIJE, KWA MEN HALEN OMDAT DIE HAAR ZES KINDEREN IN DE STEEK HAD GE LATEN, WERDEN IN DE TIJD VAN ENKELE OGENBLIKKEN DOOR DE LIEDJESZANGER WIJKSTRA ALS KONIJNEN NEERGEKNALD. DE TRA GEDIE VEROORZAAKTE EEN GROTE SCHOK IN HET VREDIGE EN NOG RUSTIGE NAOORLOGSE NEDERLAND EN ZELDEN VOLGDE HET GROTE PUBLIEK MET MEER BELANGSTELLING EEN MOORDZAAK ALS DEZE OP DE VIER VELDWACHTERS. NADAT DE RECHTBANK TE GRONINGEN EIJE WIJKSTRA VEROORDEELD HAD TOT EEN LEVENSLANGE GEVAN GENISSTRAF, KWAM HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN IN MEI 1930 TOT EEN ARREST VAN „SLECHTS" TWINTIG JAAR. NOG GEEN HALF JAAR NADAT VOOR EIJE WIJKSTRA DE GEVANGENISDEUREN WAREN OPENGEGAAN, VOLTROK ZICH EEN NIEUW GEWELDDADIG DRAMA, WAARBIJ EEN VAN EIJE WIJKSTRA'S BESTE VRIENDEN BE TROKKEN WAS: TIJDENS DE KERMIS IN DRACHTEN STAK DE LIED JE SZINGENDE ZWERVER DIRK TABAK BIJ EEN WOORDENWISSE LING IN EEN CAFE EEN JONGEN DOOD, DIE MET DEZE HERRIE NIETS TE MAKEN HAD. DEZE GRUWELIJKE GEWELDDAAD EN WAT ER ZICH VERDER IN ZIJN LEVEN AFSPEELDE MAAKTEN DIRK TABAK TOT EEN WELHAAST EVEN SPECTACULAIRE FIGUUR ALS DE VIERVOUDIGE MOORDENAAR VAN GROOTEGAST.BEIDEN VERGREPEN ZICH AAN DE LEVENS VAN ANDEREN. EIJE WIJKSTRA EN DIRK TABAK; NÓG ZIJN ER IN OOSTELIJK FRIESLAND EN WESTELIJK GRONINGEN VE LEN, DIE HUIVEREN, WANNEER HUN VERDOEMDE NAMEN WORDEN GENOEMD Over Eije Wijkstra hebben wij jaren geleden in 't Kleine Krant- sje in drie vervolgverhalen al uitvoerig bericht. Laten we nu, bij wijze van aanloop voor ons verhaal over de wandaden van Dirk Tabak, volstaan met een kort resumé. Eije Wijkstra werd in 1895 geboren in Grootegast. Als de jongste in een gezin met vijf kinderen werd Lutje Eije zoals men hem bleef noemen, in het armoedige gezin Wijkstra danig verwend. Als twaalfjarige verliet hij de schoolbanken om zelf wat te verdienen als metse laarsleerling. Ook mocht hij wel met zijn vader mee het veld in te jagen; terwijl andere jongens zich vermaakten met een mond orgel, speelde Eije al met vuur wapens. Toen hij zeventien was maakte hij voor de eerste maal kennis met nicotine en alcohol - hij rookte veel en hij dronk niet minder. Thuis verslond hij het ene na het andere boek over spiritisme, over suggestie, over hypnose - Eije Wijkstra begon te geloven aan het bestaan van spoken; hij zag ze over het land lopen, hij voelde hoe ze 's nachts z'n bed optilden. Zwerven. Als twintigjarige vervolgden de waanvoorstellingen hem zozeer, dat hij zich in Groningen onder behandeling moest stellen van een zenuwarts - na ruim een half jaar kon hij, ogenschijnlijk genezen, weer verder zwerven, want dat was nu z'n lust en z'n leven - op stap gaan met de trekharmonica en in de herber gen spelen voor de danslustige jeugd. Zo nu en dan deed Eije, als voe ger of als timmermansknecht, nog wel eens verdienstelijk werk, tot hij, zoals vaker ge beurde, het gereedschap plotse ling aan de kant smeet en weer aan het zwerven sloeg. Buurlui hoorden hem wel eens verstan dig redeneren, maar ook kon Dirk Tabak, enkele uren na de doodslag in Drachten gefotografeerd: felle ogen in een donker gezicht hij dan eensklaps een ander on derwerp kiezen om verder niets zeggende of onbegrijpelijke ver halen af te steken. Eens onder brak hij een gesprek met een buurman met de opmerking: „Eigenlijk moest ik iemand met jouw beginselen, zoals je daar achter de kachel zit, doodschie ten. Ik zou er geen berouw van hebben, integendeel, het zou me plezier doen, maar ik zal het niet doen, omdat ik je te goed ken". Bekend ook was zijn in gewortelde haat tegen het gezag, tegen de politie. „Als ik eerst maar eens een stuk of wat van die kerels kan doodschieten, dan zal ik gerust sterven" moet hij eens hebben gezegd. Voor zijn omgeving was Eije Wijkstra zo een mysterieuze fi guur, een vrijbuiter, een zwer ver, een stroper, een man, die iedereen ontzag inboezemde en waar iedereen bang voor was, hoewel hij toch zelden of nooit met de politie in aanraking kwam. In het voorjaar van '28 werd Wijkstra bevriend met een ze kere Wobbes uit het naburige Kolhom en bij hem thuis werd het vaak een gezellige boel: de grammofoon bracht lekkere mopjes. Eije speelde op de har monica, de vrouw van Wobbes was uitgelaten, zong het hoogste lied en keek Eije, achter de rug van haar man om, met lonken de blikken aan. Eije Wijkstra blééf er komen, ook nadat Wobbes voor het ste len van kippen in het gevang was geraakt en het slot van het liedje was, dat de vrouw haar kinderen in de steek liet en bij Eije in diens armoedige huisje trok. Een paar weken later was er een arrestatiebevel voor me vrouw Wobbes en omdat de politie wel op wat moeilijkhe den rekende, stuurde ze op de vroege morgen van de 18 janu ari (1929) vier man op het huis je van Wijkstra af, M. van der Molen, de chef gemeenteveld wachter van Grootegast, A. Meijer, gemeenteveldwachter van Opeinde, H. H. Hoving, rijksveldwachter te Opeinde en J. Werkman, rijksveldwachter te Sebaldaburen. Slagveld. Op het kloppen van de politie mannen gaf Wijkstra geen ge hoor en toen ze tenslotte pro beerden de deur te forceren, greep de liedjeszanger naar een wapen en schoot de eerste poli tieman een kogel door het hoofd. Met geweerschoten en messteken verwondde de on verlaat in de volgende ver schrikkelijke minuten ook de andere politiemannen zo ern stig, dat hij als de enige over levende op het slagveld achter bleef. Daarna stak Eije Wijkstra het huisje in brand en vluchtte hij weg in de richting van Tolbert. Samen met zijn vriend Jan Hut begaf hij zich naar een dokter om z'n gewond geraakte hand te laten verbinden en samen re den ze daarna in een taxi naar Groningen. Daar werd Eije snel gearresteerd. De rechtbank te Groningen veroordeelde hem dus tot levenslang, maar bij het gerechtshof te Leeuwarden hoorde hij tenslotte een gevan genisstraf van twintig jaar tegen zich uitspreken. Na jaren gevangenschap in Leeuwarden werd Eije Wijkstra op 16 mei 1941 opgenomen in de Psychiatrische Inrichting in Eindhoven en daar was hij nog maar twee weken, toen hij voorgoed de ogen sloot. Een van Eije's beste vrienden, net als hij een vrijbuiter, een zwerver, een liedjeszanger, was Dirk Tabak, acht en twintig jaar oud in 1930, een goede be kende van de politie en ronduit berucht in de ogen van wie hem kenden. Toen Eije bezig

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1968 | | pagina 6