Wete jimme nog vanne Boddé- skool en 't Kupersskooltsje GELUKKIG NIEUWJAAR kooistra's meubilering vertelt oek wel es een jokkens je 'T KLEINE KRANTSJE 10 DANTUMAWOUDE LEEUWARDEN Ik was, soals ik al sei, oppe Boddé-skool. D.w.z. meester Boddé was hiervan het hoofd. Erg veul, as klas, hewwe wij niet met hem te doen had. Af en toe gaf hij welris les, ik denk hast as vervanger of suks. Mees ter Boddé was nogal een fors iemand, kaarsrecht, pittig nog op sien ouwe dag (ik skat hem toen ongeveer 65 jaar). Hij had een korte grieze beerd en was self oek nogal kort anbonnen. Met een bitsje goeie wil suden je segge: een gepensioneerd ka pitein vanne dragonders. Daarbij was hij seker een echte Oranje klant, want ik sien en hoor hem nog singen voor de klas, en met sien vuusten kort en krachtig de maat slaand en de woorden van het liedsje as 't ware afbie- tend: „Als 't feest is in ons Nederland, alom de vlaggen zwieren, „als weer de borst mag sieren, Oranje, naar aloude trant, dan klinkt met blij vertrouwen, Wilhelmus van Nassau'n (wij jonges songen vansels,, Wilhel mus is verkouwen" „Wilhelmus" enz. Stoom Ik weet nog, dat hij es vertelde onder de aardrijkskundeles: we leve tegenwoordig inne moderne eeuw van stoom. Stoomboten, stoomtrams en spoorwegen. Maar, sei hij met enige trots, als jongen heb ik nog wel gereisd in een trekschuit Overigens, hij en ik lagen me kaar niet al te best. Ik had ut nogal gau bij hem bedurven. Dan sat Keesje weer niet stil in ne bank, of ik lette niet op; of ik praatte onder de les. Altied was der wel wat. Nuver toch, ik had altied de butter opvreten. En dat gong dan oek wel ge paard met een klets omme kop. Och, hij sal oek wel sien goeie punten had hewwe. Daar niet van. Hoe hij overigens was trou wens, weet ik niet. Souden we meester Rademaker vrage mut- te. Maar ik sag in hem, voor mij temeensen, een gevaarlijk half- intellectueel. En eerlijk geseid, liep ik, bij wieze van spreken, nog liever 14 dagen onder een honnekar, dan dat ik een héél jaar lang meester Boddé voor de klas had en om mie hene hew we zou. An al disse dingen must ik laast nogges denke, toen ik es bij sien graf ston. Hij leit n.l. op ut ouwe kerkhof oppe Spanjaards laan. Inne dertiger jaren is ie overleden, 't Ja, oek alweer sun vijf en dettig jaar leden, docht ik toen. Anne overkant van onse skool, oppe hoek Skoolstraat-Zaailand, was indertied vestigd, wat wij noemden ,/t Skippers-skooltsje" van meester Kuiper. Een zeer merkwaardig Liwadder. Ik hew wel es een parallel trokken tus sen sien skooltsje en dat 19e eeuwse skooltsje van meester Pennewip (uut Wouter Pieterse). Ik stelde mie voor, dat se bei den veul overeenkomst vertoon den. Beiden een man op jaren, 'n swarte skootjas an, allebei een tweemans-skooltsje op -Christelijke grondslag; met dit veskil, dat meester Pennewip een pruuk, meester Kuper een swart kalotsje op had. Naast meester Kuper, die de drie hoog ste klassen had, was der nog een tweede onderwiezer. Sien naam was, naar ik meen, Kampstra of iets dergelijks. De taak van Stoffel (uut W.P.) as derde onderskool-meester, wudde nogal es vervuld deur „bijna" afgestudeerde leerlingen uut de hoogste klas. Zij hielpen dan de minder vlugge leerlin gen. Meester Kampstra (sal ik nou mar segge) overigens wel een goed ondeiwiezer, was bliek- baar een warm voorstander van lijfstraffelijke rechtspleging; deur de ondeugende leerling (of leerlinge) voor het forum der klas een pak voor de broek te geven. Selfs wel, sooals een oud leerling mie vetelde, voor de blote bibs. Knus ouderwets, in derdaad, maar je kanne der last met krije. Meester Kuiper self, musten je niet onderskatte; konnen je best om een boodskap sture; was aardig „bij". Ik hew es een brosjure of „open brief" van hem lezen, gericht an onze toenmalige vorstin, Koningin Wilhelmina; in plm. 1906, waar in hij er haar op wees, dat de rivaliteit van de grootmachten onderling, beslist leidde sou naar economische crises enz. en dat hieran onverbrekelijk vast zat „Oorlogen"; betoogde verder dat disse gevaren niet denk beeldig waren. Weshalve hij Ko ningin Wilhelmina met klem verzocht het initiatief te nemen om te kommen tot een Ver- eenigd Europa. Miskien wudde toen lachen om sien brosjure, maar de profetie van de ouwe baas kwam wel uut. Een jaar of wat later (1914—1918) 'tja, daar zat de kat al inne gedienen. De economische crises in de derti ger jaren en nadien in i940-'45. Mijns inziens was hij een intel lectueel iemand; daarnaast strijdlustig, strijdvaardig, kort om, een vurig apologeet, wat sien beginselen betrof. Geregeld konnen je oek ingezonden stuk ken van sien hand leze, in de Leeuwarder Courant. Oek gong hij, in de twintiger en dertiger jaren steevast naar meest „link se" vergaderingen. De S.D.A.P., de Vrijdenkers en O.S.P. e.d. Gedurende de rede van de spreker zat meester dan muus-stil, aandachtig te luuste- raen en meest vooran inne saai. Debat Dan kwam het debat, het mo ment waarop hij wacht had. Beklom het podium en vetelde onder gedurig heen en weer lo pen, as een lieuw achter tralie's, hoe hij der over docht. Maar 't kwam altied neer op 't selde, n.l. „keer terug van de dwalin gen des weegs". Daarna daalde hij 't podium weer af, sette hoed op, trok jas an en verdween. Maar suks liep toch wel inne gaten en dan riepen se uut de saai: „Nee meester nou niet futlope Mut je oek hore wat de teugenpartdj hierop te seggen het Doch meester reageerde met woord noch gebaar; hij had sien plicht deen en glipte vlug de deur uut; tot een volgende „linkse" vergadering. Ofskoon hij op vergaderingen de rust en kalmte in persoon was, kon et toch oek welris ge- beure, dat hij in skool resoluut en kordaat moest optrede, on der het motto: „met sachtheid soolang as 't kan, met hardheid soodra et moet". B.v. as sun duvelse kwajonge het meester wat al te gortig maakte, de patates wat al te bruun bakte. Dan wudde hij echt niedig en raakte tenslotte wel es over sien toeren, 't Was dan zaak voor de kleine boos doener om sien hoofd in een fractie van een seconde ondere bank in veiligheid te brengen, wou hij niet op min of meer pijnlijke wieze kennis maken met „het Woord"; dat, welis waar zéér onverwacht, niette min met loffelijke precisie in sien richting afvuurd wudde. Met eenige goeie wil valt hier- uut af te leiden, dat verdraag zaamheid en lankmoedigheid van een Christelijk Hoofd der School of een Hoofd der Chris telijke School, toch oek niet al tied onbegrensd is. Ofschoon meester Kuiper in sien auto-bio grafie begint met de woorden: „Ik had een zéér gunstig bekend staande school in Leeuwarden enz., waren wij, jonges vanne overkant, toch een ande re meening toedeen. Want vaak skreeuwden wij voor de open ramen: ,,'t Skipperskooltsje ha-ha, daar leere je niks daar leere je niks Het „zeer gun stig bekend staande" skooltsje het sich oppe duur toch niet handhave kannen. Het leergeld, 6 cent per kien per week, bleek gien zeer brede ba sis om et te handhaven. Het skooltsje is dan oek reeds lang ter ziele. En oppe plek, waar eertieds in ruime mate geestelijk voedsel werd verstrekt, vindt ge nuslechts kaas. Want er is nou een keespakhuus in vestigd. En oek de bekende figuur van disse merkwaardige Liwadder skoolmeester wandelt niet meer in onze straten, langs onze grachten. Meester Kuiper is sinds lang niet meer in 't land der levenden. K. 't Sal jimme miskien gek inne oren klinke, as ik seg, dat een dominee oek welris een jokkensje vertelt. En dan niet een jpkkensje om bestwil, maar een zeer bewuste onwaar heid. Ofmiskiensou it wellicht een grapke van hem weest hewwe Afijn, oordeel seis maar. Hoe 't dan oek weze mag, een goeie kennis van mij, 'n zekere Pieter, het dat es metmaakt. Pie- ter, een goeie lobbes van een vent, en die werkelijk part noch deel had anne revaliviteits-theo- rie van Einstein, had al jaren verkering met Jitske. En met Jitske en met sien piepke tabak lag de wereld onse Pieter won derwel. Jitske was volkomen sien tegen beeld. Zij had, wat je wel noe- me, „de broek an"; was een kor date haai-baai. Op een keer sei ze teugen hem: „Must hore, Pieter. We hewwe nou een huus toewezen kregen en nou gane we binnenkort trouwen. Wees su goed en loop straks eventsjes an bij dominee Kau- seur; weest wel, inne Begiene- straat en seg hem, dat ik ons huwlijk kerkelijk inzegend hew we wil. Must segge, woensdag over drie weken trouwe en de huwelijks-inzegening 's middags drie uur. Kast ut onthouwe Pieter knikte en 's middags bel de hij an inne Begienestraat bij dominee Kauseur. Dominee seis dee open en sei verrast: „ha, die Pieter Kom der in jong, en wat verschaft mij de eer van jouw bezoek, oftewel, wat was er van uw begeren „Nou dominee", sei Pieter, „Jits ke sei, we hewwe nou een huus kregen en we wouden nou wel trouwe. Woensdag over drie weken, sei ze en nou wou zij ons trouwen kerkelijk inzegend hewwe om drie uur. Zij sei, as dat wel kon". Dominee keek Pieter es an en must onwillekeurig denke an 1 Corinthe 7 8, anne woorden van Paulus en waarin hij de on getrouwde waarschouwt met. „Trouwe is goed, mar je kanne beter doen as ik en blief vrij gezel". Maar daar sei dominee vansels niks over. Hij wou de jonge gien skrik anjage, noch slapende honnen wakker make, en sei dan oek: „nou Pieter, beiden gefeliciteerd hoor met jullie voorgenomen huwelijk. En nou mut ik eventsjes in mien agenda kiekeWoensdag over drie weken, dus de 25ste, ja, hier hew ik ut al.'s mor gens half elf hew ik al een hu welijksinzegening, 's middags., oh jee'tje.dan heb-k de lei ding van een begrafenis. Kan ik dus niet. Maar 5 uur, Pieter, dan bin ik weer disponibel. Vraag even an Jitske of het dus vijf uur weze mag". Pieter knikte, nam afscheid van dominee en brocht verslag uut an Jitske. Toen hij uutsproken was sei Jitske: „Pieter, wat bist stou toch een grote ule-bule; hest die weer es een keer wat in 't oor tettere laten". „Wat nou weer", sei Pieter, „hew ik ut weeres niet goed deen „Dat nou niet bepaald, maar wat do minee seit het, kan beslist niet waar weze". Pieter docht na, docht heel diep na, je konnen sien hersens knarsen hore, maar hij kon der mar niet opkomme. En inderdaad waarde lezer, do minee lanceerde hier een bewe ring, die niet dekt wudde deur de waarheid. Voor. 't geval jou disse fout oek niet viene kanne, dan komt ut antwoord in 't vol gende „Kleine Krantsje". Liwadder Wij wensen onze geachte cliëntèle een voorspoedig 1969 toe. TROMP'S AUTOMATIEK tegenover de Harmonie Telefoon 23402 KRUIZE'S kleermakerij, modehuis Confectiehandel SCHRANS 121, wenst allen het beste voor 1969 WIJ WENSEN U EEN GELUKKIG NIEUWJAAR Tegenwoordig zijn de demonstraties aan de orde van de dag, vroeger hield men liever optochten. Dit is een plaatje van een optocht, die van het Ruiterskwartier het Wilhelmina- plein optrekt. Wie z'n oren op scherp zet hóórt de muziek van het muziekkorps, dat we op de voorgrond zien. Het plaatje is ook interessant door de panden op de achtergrond - zo zag het er hier vroeger uit. voorweg 41 ceL 05111-420 voorstreek 54 - teL 05100-21565 1000 m2 verkoopruimte 3 etages meubelkeuze

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1969 | | pagina 10