(Hoempa' en .HeiligeMarie'
leven voort in straatnamen
Waarom niet meer vernoemd?
Die mooie ouwe kermis van vroeger
'T KLEINE KRANTSJE
5
De redactie van 't Kleine Krantsje kreeg een dezer dagen
een in Amsterdam wonende abonnee op bezoek, die er zich
over verbaasde.dat de herinnering aan vroeger bekende
stadstypen uit Leeuwarden slechts voortleeft in twee, naar j|p»i 1
deze typen genoemde, straatnamen. Waarom zo zei hij j.*T
is er wel een Mariahof ter nagedachtenis aan de zonderlinge te
vrouw, die de Leeuwarders als Heilige Marie hebben gekend, g
waarom is er wel een De Merodestraat als een herinnering - Jt,
aan de eens zo befaamde straatmuzikant, die we gemaks- A-cd t f
halve Hoempa noemden, maar waarom heeft men bjj het 4P"
bedenken van nieuwe straatnamen nooit gedacht aan andere M 13 h 4
bekende straatfiguren als Ouwe Tietsje, Jentsje Tit en Lol- _'|W
lige Johannes? |s
Eerlijk gezegd heeft het even ge
duurd, voor we begrepen, dat
deze abonnee méénde wat hij
zei en toen hebben we hem,
zeer tot onze spijt, een illusie
armer moeten maken: er is een
kleine vergissing in het spel
geen enkele straat in Leeuwar
den is genoemd naar een stads-
figuur, zoals door onze Amster
damse abonnee werd bedoeld.
Heilige Marie
De merkwaardige juffrouw Ron-
dema, die de Leeuwarders ken
den als Heilige Marie, mag dan
vlak in de buurt hebben ge
woond, bet Mariahof werd niet
naar baar genoemd, maar naar
Maria Franciska Fellinga, de
echtgenote van notaris Allert
Ottema, die het terrein, waarop
het hofje werd aangelegd, in het
oorlogsjaar 1914 aan de gemeen
te schonk. Toen de wit bepoe
derde en altijd in witte gewaden
gehulde Heilige Marie aan het
Oldegalileën woonde, heette het
hofje dan ook al Mariahof
het had en heeft niets te maken
met Heilige Marie.
En de Merodestraat bij de Con-
densfabriek is ook niet genoemd
naar de vermaarde
inderdaad De Me
maar naar Bernart de Merode,
die in 1581 als plaatsbekleder
van de Prins van Oranje het
stadhouderschap van Friesland
aanvaardde. Hoempa, alias De
Hoornblazer, een prachtige kerel
als „eenmansorkest" met een
grote trom op de rug en bellen
aan de benen, kan hoogstens
een afstammeling van de in 1591
in Keulen overleden Bernart de
Merode zijn geweest in de
straatnaam leeft de herinnering
aan Hoempa in ieder geval niet
voort.
Mogelijkheden
Jammer voor onze Amsterdamse
abonnee, jammer ook voor ze
kere mogelijkheden met de
straatnaamgeving in de toe
komst.
Want wat had u gedacht van
een Ouwe Tietsjesingel, een Jent
sje Titkade en een Lollige Jo-
hannesstraat? Om nog maar niet
te spreken van een Slanke Wil
lemlaan en een Snorrewietske-
plein
SLANKE WILLEMSTRAAT
1763 17 Januari
Zeven arresleden gaan over ijs
van Friesland naar Enkhuizen;
waar het krielt van Friezen,
die per schaats de overtocht
gedaan hebben, sedert 1740
niet meer voorgevallen.
1763 25 Januari
Een Bolswarder vertrekt 's mor
gens te 5 uur op schaatsen uit
Den Haag en arriveert nog
denzelfden dag te half 7 in
Leeuwarden.
1763 28 Januari
Staveren krijgt een zoo druk
bezoek van Hollanders op
schaatsen dat kooplieden en
herbergiers werk hebben hen
te bedienen. De zilversmeden
kunnn niet voldoen aan de
aanvraag naar souveniers, zoo
dat zij in andere Friesche ste
den het gemaakte zilver moe
ten opkopen.
1763 29 Januari
Ds. Braunius te Sloten biedt
een jeneverstokerij aan de
Westkant van het Diep aldaar
te koop aan.
Gedrukt bij W. Wiegeri in den
Rotterdamsche Erasmus te
Leeuwarden: Kort Begrijp van
de heilige historie, zedert de
scheppinge der werelt tot op
de vaststelling der Christelijke
godsdienst in vragen en ant
woorden.
1763 1 Februari
Op het Burmaniahuis te Leeu
warden verkocht een zeer wel
sprekende papegaai.
1763 5 Februari
Verkocht een huizinge op de
Marktstraat te Sneek, voorzien
van 10 kamers en vier ver-
wuifde kelders, stalling voor
vier paarden en drie koestal
lingen, twee tuinen met zo
merhuis en achter de grootste
tuin een wagenhuis en groote
tuinkamer achter de Broerren,
bewoond door rector de Rooij.
1763
De Raden ter Admiraliteit in
Friesland verkoopen een oor-
logschipshol Friesland ge
naamd, lang 146 voet in de
Zuiderhaven te Harlingen.
1763 8 Maart
Muziekcollegie te Bolsward
laat op Prinsen jaardag een
kostbaar prieel- en watervuur
werk afsteken onder fraai
trompetgeschal tot genoegen
van vele duizenden aanschou-
weren, hetgeen tot in den
vroegen morgen heeft geduurd
De Brandspuitmaker Jan Klink
hamer te Leeuwarden laat een
kunstige fontein voor het
raadhuis springen, waarmee
men een groote menigte figu
ren door water heeft vertoond.
1763 2 April
Bij Gerrit van de Wal, boek
verkoper in het Nauw te Leeu
warden verkrijgbaar; Uitbrei
ding over de drie eerste Ca-
pittels van Genesis en een ver
toog van het Geestelijk Huwe
lijk door juffer A. M. Schuur
man, pr. 3 st. En, de gedich
ten van ds. H. A. van der
Sloot te Boksum. Alsmede;
Schuitpraatje van een Hollan
der, een Zeeuw en een Fries,
reizende van Amsterdam op
Den Haag.
Verkoop der stemdragende za-
the Decama-Oudhof in de
Schrans onder Huizum.
Dit is een jeugdfoto van Snonewietske, zoals veel oudere Leeu
warders dit bekende type hebben gekend. Enkele jaren geleden
hebben we ons in een uitgebreide reportage over Snonewietske in
't Kleine Krantsje al afgevraagd of ze in plaats van Snorrewiets,
niet beter Snorresiets had kunnen heten: Snonewietske heette na
melijk niet Wietske, maar Sietske, Sietske Dijkstra. Snorrewiets is
tweemaal getrouwd geweest; eerst met Petrus Wilhelmus Bos, daar
na met Jacob Mink. Vijf jaar geleden is Snonewietske in een zieken
huis in Soest overleden ze was toen vier en zeventig jaar. Deze
foto van Snorrewiets in haar jeugdjaren is gemaakt voor het eens
zo bekende logement van Aaltje van der Brug in het Sint Jobsleen.
't Ja, 't maakt nogal even ver
schil hoor, die kermissen uut
mien jonge jaren, ca. 1910-1912
en die van nou. Och man, toen
ston de hele nijstad, vanne Liw-
wadder bioskoop tot de toen nog
heel nauwe Peperstraat vol met
kramen. Speelguud, oliekoeken,
aardewerk, vis- en zuurkramen
en wat niet al. Op het Zaailand,
Ruterskwartier, 't Plein. Harmo
nie en achter de Beurs, alles be
zet met schouwburgen, tentsjes,
stoomcarousels, poffertjeskramen
wat al niet meer. Nou hoor ik
de jongelui al seggen: „daar bin-
ne se weer hoor, de oudsjes.
't Was vroeger allemaal even leuk
en mooi he? Ideaal somerweer,
de kienders waren gehoorzamer
en maakten gien relletjes of be
zetten de Beurs biefstukjes
waren malser
Nou ja, goed, misschien dat we
die goeie ouwe tied wat te veul
idealisere, mogelijk, 't Komt oek,
't onprettige vergeet je of de
scherpe kantsje gane der wat af
en 't mooie, 't prettige blieft je
bij.
Omgekeerde wereld
Ik hew b.v. een ouwe Omke, die
laasten tegen me sei: „Ja jonge,
we leven tegenwoordig in een
omgekeerde wereld. In mien jon
ge jaren seit ie, gongen de meen-
sen 's morgens fit naar 't werk
en kwamen 's avonds vermoeid
terug. Heden ten dage gane ze
's morgens vermoeid naar 't werk
en komme 's avondsafijn, ik
sei al, sommige ouwe meensen
overdrieve welris wat, jim hew-
we soms geliek.
Maar om ons sjapiter terug te
kommen, de kermissen in het
eerste kwart van 1900 waren on
tegenzeglijk geselhger, interes
ter, rustiger en vooral, er was
meer „sfeer". De kermis was een
gebeuren; je leefden der naar
toe. Vooral inne tied dat je nog
de korte broek an had. 'k Her
inner 't me nog best. As we vier
uur uut school kwamen was 't
al gauw „Gaast met naar de
heuvel. Es kieke as der al wat
ankommen is". En wat een ge
not as daar al een woonwagen
ston van Tuzet of Willem Stuvé.
de voorbode van kermis nou, en
dan duurde het niet lang of de
glorievolle optocht naar 't Plein
begon. Per spoortrein arriveer
den de zware materiaalwagens
van Hubert Wolfs, achtbaan e.d.
Ze rolden de heuvel af en een
stel Belgische knollen wudden
der voor spand. Begeleid en on
der nauwlettend toezicht van de
jeugd gong het naar 't Zaailand.
De kleinere spullen, draaimo
lens, oliekoekkramen en dat
soort arriveerden meestal per
schip. Binnenvaart. Disse schip
pen lagen dan oppe Westersingel
voor de Beurs of inne binnen
grachten. Wanneer de opbouw
begon betekende dit vansels al-
tied, bijna te laat op school, al-
tied te laat tuus om te eten.
Honger en dust dreef je ten slot
te naar huus.
Eindelijk maandagmorgen, de
eerste maandag inne kermis. Als
ik ronddwaal binne alle grote
spullen nog dicht, 't Siet er alle
maal nogal wat troosteloos en
slaperig uut. Enkele zaken legge
de laatste hand en achter zware
roodgestreepte doeken houdt
men al het schoons vooralsnog
verborgen. De jeugd tipt hier en
daar zoo'n tipje op, om een
voorschot te nemen van al het
fraais, wat hem vanmiddag, 2
uur pas ten deel valle sal. Toch,
de eerste symptonen van het na
derend festijn zijn er. De eerste
oliekoek-kramen gane open en
de heerlijke geur van vanilli-
wafels streelt mien neusorgaan.
Ergens, ver weg, kraait al een
kinderfluitje muziek nadert.
Iemand duwt met de linkerhand,
hortend, stootend over de keien,
een wankel karretje voort, on
dertussen met sien rechterhand
vliegensvlug draaiend an een
klein wieletje. Een opmerkelijke
beschouwer sal na eenige moei
te ontdekke, dat dat gevalletje
bedoeld is als straat-orgel. De
geluiden hieruit, an Morpheus
gewijd, binne moeilijk te defi-
nieeren. 't Wil me voorkomen,
dat het zachte klagend gejank
van een ziek schoothondje, af
gewisseld wudt met het gesis en
geblaas van een wilde kat.
Toch moet het orgel het examen
op het pliesje-buro met glans
hebben doorstaan. Anders zou
onze musicus artikel soveel van
het politie-reglement met de
voeten treden, magge we niet
veronderstelle. Moeke de vrouw,
verzorgt het commersieele ge
deelte, draaft her en der. Ze
douwt je een schuttelsje ondere
neus.
Twee uur
Twee uurde kramen, tenten
en andere spullen trekken de
doeken weg; draai- en zweef
molen draaien, de bellen klinge
len. Het verre getrom ven een
pal jassen tent, de heesche stoom
fluit van de caroussels, gekanl
van Jut oppe kop, overal zachte
draaiorgelmuziek, geroezemoes
ja, de Liwadder kermis is gestart.
Rustige wandelaars, moekes met
kienders, een marskramer van
top tot teen behangen met aller
lei soorten klein speulguud, een
vrouw met een enorme tros ge
kleurde ballonnetje, een weeg
schaal met de „schatter" van je
(vervolg op pag. 9)