DE LEEUWARDER POLITIE RAPPORTEERT HUMOR UIT DE OUDE DOOS 7 •T KLEINE KRANTSJE STADSNIEUWS VAN VROEGER JANUARI 1909 Wegens de gladheid der straten is de klok op het stadhuis geluid. De telefonische verbinding met het politiebureau en wellicht andere, gestoord. Nieuwe wijze van alarmeeren bij brand kan niet worden uitgevoerd. In overleg met den Opperbrandmeester blijft voorlopig oud systeem gehandhaafd. Klaagt Eke Swarts, wonende aan de Bleekerstraat, dat haar buur vrouw Dijkstra haar heeft verweten „centen uit den zak halen". Verzoekt waarschuwing. Rapporteert de poldnr Waterreus, dat hij ten verzoeke van den heer J. van der Werff, Johan Willem Frisostraat 2, eenen ont slagen dienstbode, genaamd Klaske de Vries, heeft verwijderd uit diens woning, omdat zij daar spectakel maakte. Klaagt Christina Ziedenburg, wonende aan de-Pijlsteeg 18 over Roelofke Dames, wonende aan het Cambuursterpad, die haar heeft gescholden voor „hoer en lel". Per telephoon assistentie verzocht door den slager E. Wijma, Korfmakersstraat. De poldnren 3e kl. Hofsté en Schaafsma (W) derwaarts gezonden brengen even later aan de wacht Sjouke K. oud 28 jaar, arbeider, Werkmanslust 129, die met Wijma in diens winkel aan het vechten was en diens woning niet wilde verlaten. K., die niet al te wel bij het hoofd schijnt te zijn, blijft ter be schikking van den heer Commissaris van Politie. Is Sjouke K., gemeld hiervoor, na door den arts. den heer Wol- tring te zijn onderzocht, op diens last door de poldnren Merkuur en Winkel overgebracht naar het Stadsziekenhuis. Per telephoon assistentie verzocht door de directrice van het Stadsziekenhuis, omreden de aldaar ter observatie opgenomen vermoedelijk krankzinnige Sjouke K. uit de cel gevlucht is. De onmiddellijk derwaarts gezonden poldnren Toonstra, Meyer en Van der Wal rapporteren bij terugkomst, dat bij hunnen komst aan het ziekenhuis Sjouke K. door het personeel van het zieken huis was gevat en in de cel teruggebracht was. Rapporteeren de poldnren Turksma en Winkel, dat zij naar het Krankzinnigengesticht „Dennenoord" te Zuidlaren hebben ge bracht Sjouke K. Bijzonderheden deden zich daarbij niet voor. Klaagt Mej. de weduwe Meinsma, Ruiterskwartier, dat zij veel last heeft van de jeugd, die met ballen tegen hare glasruiten werpt. Toezicht zal worden gehouden. Kennisgegeven door den slager Brada, wonende aan de Kleine Kerkstraat, dat hij een koe uit nood geslacht heeft. Den keur meester is kennisgegeven. Deponeert A.C. Beeling, horlogemaker, wonende aan de Pijlsteeg, een valsch dubbeltje, hetwelk hij van eer onbekende had ont vangen. Brengt de Inspecteur 2e kl. Plemper van Balen van de Bagijne- straat aan het bureau Jan B. 13 jaar en Dirk P., 13 jaar, beiden zonder beroep, die in het bezit waren van een krentebrood en een witte brood. Op de komst van de Inspecteur namen zij de vlucht en wierpen het brood weg. Het brood blijkt door de kna pen gestolen uit een onbeheerd staanden bakkerswagen aan de St. Jacobsstraat en ontvreemd te zijn ten nadeele van den aldaar wonenden bakker E. Kuipers. Rapporteert de poldnr. 3e kl. WiUems, dat hij heeft bekeurd wegens het werpen met sneeuwballen op de Nieuwestad naar het aldaar passeerend publiek Dirk P. oud 13 jaar, zonder beroep, wonende aan de Langesteeg. Geeft J. Kuik, brievenbesteller, wonende aan de Tichelstraat, kennis dat zijn zoontje Jacob, oud 12 jaar, Zaterdagmiddag een jas aan het hek van een aan de Emmakade staand huis heeft laten hangen en later tot de ontdekking kwam, dat de jas verdwenen was. Geeft Willem Haxe, oud 14 jaar, wonende aan Seinpost no 12, kennis dat hij hedenmiddag tot de ontdekking kwam, dat uit zijn jas, welke hij met het spelen op het Wilhelminaplein aan het hek van een der aldaar staande boomen had gehangen, een zilver re- mentoir horloge met ketting was verdwenen. Brengt de poldnr. 3e kl. Winkel aan het bureau Jan B., geboren te Leeuwarden, zonder beroep, 13 jaar, wonende aan de Willem Loréstraat 17 en Dirk F. 13 jaar, zonder beroep, wonende aan de Langesteeg, die verdacht worden van den diefstal van de jas en van den diefstal van het zilveren horloge. Brengt de poldnr Winkel aan het bureau Jan van der M. 10 jaar, scholier, wonende aan de Weerklank, die zich heeft schuldig ge maakt aan diefstal van een zilveren remontoir horloge met ket ting ten nadeele van Willem Haxe. Klaagt Aaltje Meijer, huisvrouw van J. Postmus, wonende aan de Nauwe Gasthuissteeg, over een zoon van Weerman, die haar heeft gescholden voor „lang kreng". Wordt per telephoon door den heer Feteris, wonende aan de Voorstreek, aan het bureau van politie kennisgegeven, dat op de Tuinen eenige schippers aan het vechten waren. De poldnren Kamminga en Meyer derwaarts gezonden, rapporteeren bij hunne terugkomst, dat op hunne komst de orde aldaar was hersteld. IR „Hei Jan, kom vast zoetjes-an naar beneden, 't Is nog maar een half uurtje voor 't schaften". AAN HET DINER „Wil je niet nog een klein stukje kip?" „Dank je wel!" „Wat, geen kip?" „Kip wel, maar niet een klein stukje!" VROEG GENOEG Gast: „Akelige kerel, waarom bracht je mij het warme water niet om zes uur?" Kelner: „Ik was bang, mij te verslapen, mijnheer, en daarom heb ik het gisterenavond al voor uw deur gezet". HIJ SNAPTE HET „Een dwaas vraagt soms meer, dan vele wijzen kunnen antwoorden", do ceerde de professor. „Dan snap ik, waarom zoovelen van ons voor hun examen druipen", merk te een student op. ALTIJD SCHOOLMEESTER Mevrouw: „Beste man, ik krijg daar een brief van onze vroegere keuken meid; zij vraagt me om een getuigschrift. Hoe zou ik dat inkleden, want ze had verscheidene fouten Professor: „Als het er niet meer dan vier zijn, zet dan „vrij goed". OVERBODIGE VOORZICHTIGHEID „Wat een pech! Daar klim ik, om mijn vrouw niet wakker te maken, langs de goot naar boven, trek de bloemenbak naar beneden, scheur mijn broek, verstuik mijn voet en twee vingers en thans zie ik, dat zij nog niet eens van haar „avondje" terug is. IETS ANDERS Knecht: „Mijnheer de baron ontvangt vandaag niet". Schuldeischer: „Dat hoeft ook niet; ik wil ontvangen". DE BOOMEN AAN DE NIEUWEBUREN De witte kruisjes op de ruwe stam men dezer boomen vertelden reeds, dat ook deze iepen den langsten tijd hadden gestaan. Hedenochtend is men begonnen de kruinen af te zagen en de bijl aan de wortels te leggen. Al de zeventien iepen, jong en oud, worden gerooid. De woningen aan de Nieuweburen zullen er lichter door worden, maar de weldadige schaduw bij zonnige dagen zal worden ontbeerd. PAPAGAAISCHIETEN Zooals wij onlangs mededeelden wil het bestuur der Friesche Sportver- eeniging trachten nevens de andere takken van sport ook het ouder- wetsche papagaaischieten in eere te herstellen. Het is den commissie echter nog niet mogen gelukken over dit vroeger zoo geliefkoosd spel beschrijvingen of teekeningen te vinden. Zij richt derhalve het verzoek tot allen, die daaromtrent eenig licht kunnen verspreiden, zich wel te willen wenden tot den heer S.H. Hijlkema te Leeuwarden. (1895)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1969 | | pagina 8