J. C. VAN DAM
ViJF JAAR ACHTER DUITS PRIKKELDRAAD
Voor de grietman op zij
Dat nooit l
PLATENPALEIS
'T KLEINE KRANTSJE
Voor kwaliteitsgereedschap,
boor- en hobbymachines, ijzerwaren
hang- en sluitwerk, etc.,
kunt U goed slagen, ook ZATERDAGS, bij
Th. H.v.d.MEULEN'S IJZERHANDEL n.v
EEWAL 50 52
LEEUWARDEN TELEFOON 32115
De zaak met parkeerruimte pal voor de deur
ENORME SORTERING
IN:
Grammofoonplaten
Muziekcassettes
Muziekbanden
Stereo 8 banden
ENORME SORTERING
Voorstreek 3 - tel. 33044
voor al uw
Tel. 23073 - 23061
Willem Loréstraat 59
FRIESLANDS OUDSTE EN MEEST
BEKENDE ADRES SINDS 1912
Grietmannen waren vroeger lieden,
voor wie een gewone boer maar
mooi aan de kant njoest gaan: wie
met zijn rijtuig het rijtuig van een
grietman tegenkwam, week netjes
uit, dat was het oude landsgebruik.
Maar niet iedereen hield zich aan
dat gebruik!
Jhr. Fiiip Frederik Vegeün van Claer-
bergen, grietman van Haskerland,
heeft in zijn rijtuig eens een ont
moeting gehad met een boer, die
niet bereid bleek met z'n volbeladen
boerenkar aan de kant te gaan:
Ik bin in boer fan Haskerdiken
Ik hoef foar nimmen üt te wiken
Ik haw in plaets mei tritich kij
Ik jow gjin byt om dy!
En in Menaldum moet Sjuck van
Burmania eens eenzelfde ervaring
hebben gehad met de boer Arjen
Osinga, die net met een wagen met
graan van z'n akker kwam. Ook hij
vertikte het om voor de Grietman
op zij te gaan. Van Burmania heeft
zich toen gewonnen gegeven en is
zelf aan de kant gegaan en hij kreeg
meteen zoveel respect voor deze
vasthoudende boer, dat hij hem
later als een van zijn beste vrienden
heeft begroet en hem dikwijls op
zijn slot heeft ontvangen!
Zeker stadgenoot X stottert zo, dat
het gewoon pijnlijk is om hem aan te
horen. Betrokken bij een erfenis
ontving hij een dezer dagen een
brief van een notaris, die hem vroeg
enkele vragen schriftelijk te beant
woorden. De volgende dag verscheen
de heer X zelf op het kantoor van
de notaris en zei: ,,Ik d.d.d.d.dacht
d.d.d.dat 't b.b.b.beter was d.d.dat
i.i.ik m.m.m.maar even z.z.z.zelf
kwam, w.w.w.want i.i.i.ik kan b.b.
b.beter s.s.s.s.spreken, d.d.d.dan
s.s.s.schrij- schrij-schrijv.v.v.ven!
handeling. Ook als „proefkonijntje"
scheen men daar nogal eens dienst
te moeten doen.
Wij hebben ook kampgenoten ten
grave moeten dragen. Het kerkhof
van Tost lag even buiten het dorp.
We mochten dan, onder bewaking
van Duitse soldaten, de overledene
de laatste eer bewijzen. Eenmaal
deed zich een eigenaardig geval voor.
Een van onze kampvrienden was
overleden en het stoffelijk overschot
werd gekist in het lijkenhuisje, bui
ten het kamp. Hier stonden een
paar doodskisten van het „Roode
Kruis". Voor de dodendienst werd
de kapel op de hoogste verdieping
van het gebouw, drie trappen om
hoog, in gereedheid gebracht. De
kist werd door vier kamergenoten
van de overledene uit het lijken
huisje gehaald en de trap opgedra
gen waarna de rouwdienst in de
kapel plaats vond. De Engelse vlag
„the Union Jack" en twee kransen
van ons geïnterneerden sierden de
kist. Vervolgens ging het weer trap
afwaarts, waar de stoet opgesteld
stond om de dode naar zijn laatste
rustplaats te begeleiden. Daar, ver
van zijn vaderland, Engeland, kwam
hij te rusten op Duitse grond.
Vier weken na deze droeve gebeur
tenis deed zich weer een sterfgeval
in ons kamp voor. Weer ging men
naar het doodkistenhuisje om een
kist te halen. Maar na het openen
van de deur kwam een zeer onaan
gename geur de kist-halers tegemoet.
Tot hun enorme schrik ontdekten
ze, dat de dode van vier weken
geleden zich nog in één van de kis
ten bevond. Het was midden in de
zomer, die daar in „Opper Silezië"
verbazend heet kan zijn.
In plaats van de kist met het lijk er
in had men per vergissing een lege
kist plechtig begraven. Daar de kis
ten van het „Roode Kruis" zwaar
waren en de overledene een tengere
man was, hadden de vier dragers hun
vergissing niet ontdekt.
Toen de situatie van het Duitse leger
aan de oostgrens in Rusland beden
kelijk werd en „Stallingrad" de
Duitsers een halt had toegeroepen
werden wij van Tost naar het wes
ten getransporteerd. Deze verplaat
sing gebeurde op de 12e november
1943. Giromagny bij Belfort, in
bezet Frankrijk werd nu onze plaats
van bestemming. Hoewel de trein
reis weer met moeilijkheden en on
gerieflijkheden gepaard ging genoot
ik ook nu volop van het natuur
schoon, dat Duitsland ons te zien
gaf. Twee dagen en drie nachten
heeft de reis geduurd. Het ging over
Dresden, Frankfort en Mulhouse
naar Belfort. Vandaar naar het dorp
je Giromagny aan de Zwitserse
grens, waar we in een groot gewezen
Frans-barakken-kamp werden on
dergebracht.
Het uitzicht vanaf ons kamp was
prachtig.
Het Jura-gebergte en de Vogezen
vertoonden zich hier in grootse
majesteit.
ONZEKER LOT
Maar weer was het voor ons de
vraag, wanneer we de wolleen van
vliegtuigen zagen overvliegen, die
met hun bommen steden en dorpen
verpulverden waarbij onnoemelijk
vele Duitse burgers omkwamen,
welk lot ons Engels geïnterneerden
burgers hier beschoren zou zijn!
WORDT VERVOLGD
Wat was dat leven in gevangenschap
een benauwend iets, steeds dat heen
en weer lopen, dikwijls diep in som
bere gedachten, in de met prikkel
draad omspannen kleine ruimte ach
ter onze verblijfplaats. Altijd weer
diezelfde mensen om je heen, alle
dagen hetzelfde vervelende gedoe,
werktuigelijke aaneenschakelingen;
slapen, eten, op en neer lopen en in
de rij staan om geteld te worden.
Alles met een tergende gelijkmatig
heid. Je voelde je daar achter het
prikkeldraad alsof je uit de gemeen
schap was gestoten. Vaak dacht je
dat je zaak hopeloos was, je voelde
je een banneling, ver van het grote
heerlijke leven. Het was een wachten
waaraan geen einde scheen te komen.
GROTE EENTONIGHEID
Giromagny bij Belfort werd nu onze bestemming.
Dagen, maanden en jaren kropen in
grote eentonigheid voorbij. Het
kwellende van ons kampverblijf was
de onzekerheid van de duur. En ook
altijd zat je in spanning wat er met
je zou gebeuren. We waren gijzelaars
in handen van een zich niets ont
ziende vijand. „Vac Victis" - wee de
overwonnenen.
Ruim drie jaar hebben wij in kamp
Tost Ilag VIII Deutschland door
geworsteld.
Gedurende het langdurige, geest
dodend verblijf in het kamp is er,
wat ziekten betreft, heel wat ge
beurd. Velen met een zwak zenuw
gestel moesten verpleegd worden in
het kamp-ziekenhuisje. Daar was
het geen prettig verblijven. De pa
tiënten klaagden vooral over de
„Hauptsanitater", een ijdele, arro
gante kwast, die er een stram cere
monieel met Hitler-groeten op na
hield. Daar kreeg je een verkeerde
behandeling of helemaal geen be-
Qv - tV
.f==3.. IraÉfe