NURKS KON ER NIET GENOEG VAN KRIJGEN
j DOMINEE CAUSEUR
1
'T KLEINE KRANTSJE
DE LEEUWARDER POLITIE RAPPORTEERT
JANUARI 1906
Klaagt Betje Broekhuizen, wonende in de Sacrementstraat over
Izaak Drielsma, wonende in het Hof Gossen, die haar scheldt
voor „luizenbos". Verzoekt waarschuwing.
Rapporteert de poldnr 3e kl. Potgiesser, dat hij in de Oude Doele-
steeg een vechtpartij tusschen eenige schippers heeft beëindigd.
Doet aangifte de grossier in galanterien, S.J. Greidanus, dat hij
hedenmorgen tot de ontdekking kwam, dat in zijn magazijn aan
de Eewal no 66 inbraak gepleegd was. De toonbanklade, die op
een geheime wijze was gesloten, stond open en het geld, plm.
f 2.- aan halve centen en ander kopergeld (het andere geld had
hij geborgen in zijn brandkast) was verdwenen, terwijl ook zicht
baar was dat een der kelderramen was open geweest en weer
dichtgetrokken. Waarschijnlijk is de dief daar in en uit gegaan.
Waarschijnlijk is een bediende of een onlangs wegens oneerlijk
heid ontslagen bediende de dief. Behalve voormeld bedrag wordt
nog vermist een aangebroken kistje sigaren van 100 stuks uit de
fabriek van Boele en een 5 pfenning stukje.
Rapporteert de poldnr 2e kl. Terveer dat omstreeks 4 uur een
jongen, genaamd Pieter Weydema, oud 16 jaar, wonende Ype
Brouwersteeg, die over het ijs der stadsgracht nabij de Wester
plantage wilde loopen, daardoor is gezakt en te water geraakt.
Hij is onmiddellijk door eenige aldaar liggende schippers gered.
Rapporteert de poldnr 3e kl. Boonstra dat hij omstreeks 3 1/2
uur heeft bekeurd voor het maken van muziek (spelen op een
harmonica) op de openbare straat de Modder, Cornelis Stienstra,
muzikant, wonende Willem Lorestraat.
Wordt telefonisch kennis gegeven door den heer Kalt, Van
Swietenstraat, dat even tevoren twee bedelende personen aan
zijne woning kwamen. Toezicht wordt gelast.
Door de poldnr 2e kl. Terpstra een huiselijke twist beëindigd
tusschen de geweermaker Van S. en zijne vrouw, wonende in de
Jacob van Akenstraat.
Klagen de sergeant majoor Heldoom en Hamstra, wonende in de
Jacob van Akenstraat, dat zij veel last ondervinden van hun buur
man, den sergeant geweermaker Van S., die voortdurend twist
heeft met zijne vrouw en daardoor burengerucht veroorzaakt.
Toezicht, voor zooveel mogelijk gelast.
Bekeurd door den poldnr Namminga terzake het liedjezingen in
de Poststraat Gerritsje van den Boog, wonende in de slaapstede
van Weerman alhier.
denkoopman wonende aan de Nieuweburen, toen hij (Bosma)
hem aanmerking maakte, dat hij de Kippenmarkt nabij de Oude
Waag als huidenmarkt bezigde, zoodanig rumoer begon te maken
door te razen en te schreeuwen dat daardoor de openbare orde
werd verstoord. Te dier zake zal Bosma tegen Drilsma proces -
verbaal opmaken.
Rapporteert de poldnr 3e kl Schaafsma dat hij te plm 1 uur werd
geroepen in de melkinrichting in het Nauw, waar de bestuurders
dier inrichting twist had met zekeren Hendrik van Riesen, oud
13 jaar, knechtje van den banketbakker J.J. Nauta aan de Voor
streek over room, die Nauta weigerde te ontvangen. Schaafsma
heeft den bestuurder naar den burgerrechter verwezen.
Wordt telefonisch kennisgegeven door den congierge van de
ambachtsschool, dat hij last heeft van venters met sinaasappelen,
die de straat daar bevuilen.
Wordt telefonisch kennisgegeven door Mozes Dwinger, Breede-
plaats, dat in de Poptasteeg een troepje jongens met centen speelt
en de voorbijgangers beschimpt en uitjouwt.
Brengt de poldnr 3e kl. Heeringa, vanaf de Emmakade aan het
bureau Johannes van der Hoek, geboren 27 Augustus 1887 en
inwonende bij zijn vader Emst, die ligt met een vaartuig aan de
Oostersingel, welke persoon op de openbare straat speelde met
dobbelsteenen op zijn sinaasappelenkar.
Rapporteert de poldnr Leertouwer, dat een deur van een huis
aan de Emmakade, welk huis onbewoond is, open stond. Aan
Hellema, die met het verhuren van dat huis belast is, is kennis
gegeven.
Door den poldnr 3e kl. Oost aan het bureau gebracht Teade
Doetjes, geboren te Wirdum, den 23 Februari 1889, turfventer,
wonende aan de Houtstraat 13, die op de Nieuwestad het aldaar
wandelend publiek lastig viel door meisjes en vrouwen bij de
rokken te trekken en hun dan heen en weder te schudden. Blijft
ter beschikking van den Commissaris van politie.
Is Teade Doetjes op last van den heer Commissaris van politie
aan zijne ter afhaling ontboden moeder overgegeven.
Klaagt de koekbakker Ten Hove, wonende aan de Wirdumerdijk
over overlast van karren, die op de klinkerbestrating voor klagers
woning worden neergezet.
Klaagt Hendrikje de Jager, oud 55 jaren, naaister, wonende aan
Achter de Hoven (Mariabuurt no 195) dat zij des avonds bij
herhaling wordt opgeklopt en aan hare woning wordt lastig ge
vallen door een paar haar onbekende manspersonen. Zij verzoekt
eenig toezicht.
In ons voorheen zo roemruchte ho-
I tel „De houten lepel" was, jaren
terug, een gast gelogeerd zoals alle
9 andere loge's nu niet bepaald van
I onbesproken gedrag.
I Deze gast, laten we hem „Nurks"
f noemen, was een zeer „berucht type
I uit de Amsterdamse Onderwereld".
I Zoals gebruikelijk werden deze he-
I ren, al naar gelang hun geloofs-over-
tuiging, bezocht door dominee of
I pastoor.
1 Op zekere dag stapte de predikant
dominee Causeur, (de trouwe lezers
I van dit blad zullen zich hem wellicht
herinneren uit een vroeger versche
nen „Kleine Krantsje") vol goede
moed, het Blokhuisplein over, belde
aan de poort van de gevangenis, met
het menslievend doel, de heer Nurks
te bezoeken om hem, zo nodig hulp
en geestelijke bijstand te verlenen.
Toen dominee in 't bureau tegenover
de Directeur zat en hem zijn wens
kenbaar maakte, werd het gezicht
van de Directeur ellen-lang. „Nurks
bezoeken dominee, met genoegen.
ONTGOOCHELD TERUG?
Ga uw gang. Van mij heeft u de
zegen. Maarof het wat zal uit
halen? Ik vrees met grote vreze, dat
u ontgoocheld terug komt. Want in
m'n hele leven 'zag' ik nog nooit zo'n
brutale onverschillige schavuitin
één woord, een ongelikte beer. Ie-
neer Nurks. Mag ik me even voorstel
len? ik ben dominee Causeur. En ik
zou het zeer op prijs stellen, eens
een ogenblikje met u te mogen pra
ten. Mag dat?
REUS VAN EEN VENT
Nurks, een reus van een vent, met
langzaam wat naderbij. Z'n norse
trekken ontspanden zich zelfs en hij
ging warempel bij dominee aan tafel
zitten.
„En mag ik je nu eens een mooi
verhaal vertellen uit „de Schrift"
Nurks? vroeg hij hoopvol, want
de veranderde houding van Nurks
mand, om 't zo maar eens uit te
drukken, onbekwaam tot enig goed".
„Maar zulke stakkers moet ik juist
hebben" riep dominee Causeur ent
housiast uit. „Juist zij hebben onze
hulp en bijstand het meest nodig".
Enfin, kort en goed, de Directeur
zuchtte, haalde de schouders eens
op, maar drukte toch maar op een
knop, waarop een bewaarder ver
scheen, die dominee naar de cel
bracht, waar Nurks was gehuisvest.
Hij ging binnen en toen de celdeur
achter hem was dichtgevallen sprak
hij vriendelijk: „Goede morgen, me
flap-oren en platgeslagen boksers
neus, keerde zich ternauwernood
om, monsterde dominee enige ogen
blikken van hoofd tot voeten en
gromde tenslotte: „Maa'n een biet.
Je mot maar doen wat je niet late
ken".
„Mag ik dan even plaats nemen,
Nurks? vroeg hij bescheiden.
„Och man, wat dondert maa'n dat
nou", brulde Nurks.
Helemaal niet uit het veld geslagen
begon dominee, heel tactisch, iets
te vertellen uit zijn eigen leven. En
tot grote verwondering kwam Nurks
was hem allerminst ontgaan. „Gao
je gang maor. Lieg maor op", zei hij
brutaal, maar toch veel minder nors.
„Nu dan, dan wou ik je het verhaal
vertellen van de profeet Habakuk"
zei dominee. „Ken ik niesmoes
maor op", zei Nurks.
Dominee begon een mooi en lang
verhaal. En tijdens hetvertellen
schoof Nurks steeds wat dichterbij
en luisterde, met 't hoofd in beide
handen gesteund en dominee steeds
aanziende, heel aandachtig toe.
Toen het verhaal beëindigd was, was
't even stil. Tenslotte vroeg Nurks
heel vriendelijk: „Dominee, zou je
dit verhaal nogris wille fertelle?
Dit gaat wonderwel de goede kant
op, dacht dominee. Een verdorven
menseen diep gezonken zondaar
getroffen door „Het Woord"
„Ja zeker Nurks" haastte dominee
te zeggen „met genoegen zelfs".
En hij begon voor de tweede maal
dat mooie en lange verhaal van de
profeet Habakuk. Nadat dominee
voor de tweede maal was geëindigd
werd het weer even stil.
LEKKERE JENEVER.
Eindelijk vroeg Nurks, met iets
smekends in zijn stem: „Dominee
as 't nou niet te veul gevraogd is,
zou je dan dit verhaal nogris wille
fertelle"? „Nog eens vertellen?
vroeg de dominee met enige verwon
dering. „Voor de derde keer?" Vind
je dit dan zo'n mooi verhaal?
„Mooi ferhaal? schamperde Nurks
„hierohelemaol gein mooi fer-
haolmaar je ruikt zo verdomd
lekker naar jenever!