I
Aet
wu
Anne met de gaffel of
Bauhje van Slooten
'T KLEINE KRANTSJE
'T KLEINE KRANTSJE
LEEST
IEDEREEN
CU l
puvp....
DE „CHARMANTE JONGEDAME"
Lezers klommen in de pen
DE GOUDEN BAL
Naar ik heb vernomen heeft er in
Uw blad eens een artikel gestaan
over „De koperen bol" in de Prin-
setuin.
Ik zou hier graag iets meer van wil
len weten.
Van verscheidene oude Leeuwarders
heb ik gehoord, dat er vroeger wel
sprake was van „Achter de koperen
bol". Dit was dan vlakbij de Prin-
setuin.
Ik meen nu, dat „De koperen bol"
op de plaats heeft gestaan van het
tegenwoordige „Kunstcentrum" in
de Prinsentuin.
Zou U mij kunnen vertellen of dit
waar is?
Leeuwarden Mej. W. Bloemhof
Van „een koperen bol" in de
Prinsentuin hebben we nog nooit
gehoord. Waarschijnlijk bedoelt
U „De gouden bal" - dat was
heel, heel vroeger een leerlooierij
op de hoek van de Noordersingel
en de huidige Singelstraat. Later
is die leerlooierij veranderd in
een uitspanning, die voor onze
voorouders bijzonder vermaard
is geweest. Hardrijderijen op de
stadsgracht achter de Prinsen
tuin werden in die jaren aange
kondigd als rijderijen „achter de
gouden bal". Bijna honderd jaar
geleden, in 1876, is de herberg
De Gouden Bal al afgebroken,
maar nóg blijkt de naam niet te
zijn vergeten. Direct na de laatste
oorlog heeft de Nieuwe Leeuwar
der IJsclub de herinneringen aan
de vroegere hardrijderijen weer
opgehaald door voor vrouwen
kortebaanwedstrijden te laten
verrijden om een gouden bal,
een bijzonder begeerd kleinood
waar altijd fel om gevochten
werd. Helaas zijn dergelijke wed
strijden de laatste jaren nooit
meer mogelijk geweest. Tot dus
ver hadden wij de uitspanning
De Gouden Bal in 't Kleine
Krantsje slechts terloops ge
noemd - door een gebrek aan
meer gegevens en ook door een
gebrek aan afbeeldingen hebben
we er nooit een artikel aan kun
nen wijden.
Red. 't KI.Kr.
ATSJE DEELSTRA I
Mag ik u mijn compliment maken
voor de prachtige krant vol mooie
verhalen over onze wereldkampioe
ne Atje Keulen-Deelstra? We heb
ben er hier als Friezen om ütens
vol trots van genoten. Gaat u zo
voort, we vinden uw Krantsje ge
weldig!
Amsterdam S. de Vries Jr.
ATSJE DEELSTRA II
Met veel belangstelling las ik in Uw
Krantsje over Atie Keulen-Deelstra
als rijdster uit de top van de Euro
pese schaatsenrijdsters. Maar waar
om schrijft u met geen woord over
haar fantastische wereldkampioen
schap?
Leeuwarden L. de Bruin
Helaas beschikken wij niet over
het vermogen in de toekomst te
kijken. Toen ons nummer met
de artikelen over Atje Keulen
verscheen, moesten de wereld
kampioenschappen nog komen.
Atje had toen de wereldtitel dus
nog niet!
Red. 't KI.Kr.
Het ingezonden stukje „Opsporing verzocht" in 't Kleine Krantsje van 7
maart heeft nog enkele reactie's uitgelokt van abonnee's, die in de gefoto
grafeerde „charmante dame" beslist een ander herkennen dan „Anne met
de Gaffel". Nee hoor - zeiden ze - dat is niet Anne met de Gaffel, maar een
van de dochters van Ype van Slooten, alias „Lytse Ype", die vroeger, net
als Anne met de Gaffel, met een petroleumkarretje liep. En daarmee staan
we dan voor de zoveelste maal voor een klein raadseltje, want wie heeft er
nu gelijk?
De al lang geleden overleden Ype
van Slooten was in vroeger jaren
vrachtrijder, die vanuit zijn woon
plaats Ferwerd een dienst op Dok-
kum onderhield. Dat moet in die
tijd een goede bussiness zijn ge-
weest: Ype was een tevreden man.
Op 16 juli 1890 schonk Ype's
vrouw het leven aan twee meisjes,
Baukje en Jantje, maar de vreugde
over de geboorte van deze tweeling
werd overschaduwd door het ver
driet om de moeder, die ziek werd
en nimmer meer herstelde.
Een tweede ramp trof de kleine
vrachtrijder, toen z'n paard stikte
in een prop hooi - het betekende het
einde van zijn vrachtrijderij.
Ype van Slooten trok toen met zijn
kinderen naar Leeuwarden, waar hij
zich in de buurt van de Houtstraten
vestigde. Hij begon nu te venten
met een petroleumkar en veel oude
re Leeuwarders zullen zich hem nog
wel als „Lytse Ype" herinneren.
Een van de tweelingdochters van
Ype van Slooten en wel Baukje zou
nu de charmante jongedame zijn
geweest, van wie wij de op de Lange-
marktstraat genomen foto de laatste
weken al enkele malen in 't Kleine
Krantsje hebben afgedrukt. Of dat
juist is? Wie zal het zeggen. In ieder
geval lijkt het gezichtje van onze
foto sprekend op dat van de foto,
die we hierbij afdrukken. Maar ja,
dat hebben we ook al van Anne met
de Gaffel gezegd
Hier zien we Ype van Slooten, alias „Lytse Ype" geflankeerd door zijn
tweelingdochters Jantje en Baukje. Baukje, rechts op deze foto, zou de
„charmante jongedame" zijn geweest op de eerder door ons afgedrukte foto
Twangs de st~>at".
SNELHEIDSMONSTER
Naar aanleiding van het stukje en
de foto over een „Snelheidsmonster
uit opa's tijd" in 't Kleine Krantsje
nummer 115, kan ik u meedelen,
dat niet de heer Sloterdijck de eige
naar van de gefotografeerde wagen
was. Wie het wel was weet ik niet.
De auto, inderdaad een pracht ex
emplaar, lijkt mij een Spijker toe.
Zelfben ik in 1909 bij Sjoerd Nauta
aan het Ruiterskwartier gekomen;
in 1930 ben ik voor me zelf begon
nen. We hebben er toen niet aan
gedacht, dat de auto's uit die tijd
nog eens zoveel waarde zouden
krijgen!
Hierbij ook nog twee foto's van
auto's uit de oude doos. Op de ene
foto, gemaakt bij de veemarkt, zien
we de eerste wagen van Sjoerd
Nauta. In de auto zitten de echt
paren Slaterus en (Piet) van de
Sande - Slaterus was fotograaf aan
de Langemarktstraat, waar nu het
nieuwe kantoor van het Onderling
Verzekeringsfonds wordt gebouwd.
Die plaat is in 1911 gemaakt.
De andere foto is in 1923 gemaakt
voor de garage van Nauta aan het
Ruiterskwartier ter gelegenheid van
een betrouwbaarheids- ofwel bezui-
nigingsrit om het benzineverbruik
te controleren. Deze auto was van
de heer R. Wijmenga, graanhande
laar aan de Oude Bildtdijk. Achter
het portier van de auto staat P.
Brouwer, naast het portier, met
zwarte snor, Van Wijk, de chef-mon
teur, daarnaast Wierd van der Veen
(later Veam). Zelf sta ik achteraan
met de rug tegen de garagedeur.
Ook staat Pasveer nog op de foto
(links) - die leeft nog en is nu een
vier- of vijf en tachtig jaar.
stamtafel in zeker hotel een heer,
die hem meedeelde juist zo'n Stein-
fiets te hebben gekocht, ,,'t Is een
mooie fiets" gaf hij toe, „mar één
ding is mie wat teugenvallen". „Teu-
genvallen?" vroeg de heer S. hoogst-
verbaasd. „Ja" zei meneer, „ik von
dat er mar een bitsje chroom op
zat". „O", reageerde de heer S.
laconiek, „mar zat er dan niet zo'n
klein taske achter 't zadel? „Ja"
bekende meneer. „Nou" zei S„
„dan he je niet goed keken, want
daar zat 't chroom in!
Grouw
K. Alkema
Nog niet zo lang geleden in Haar
lem overleden oud-stadgenoot J.S.
was in vroeger jaren in Leeuwarden
zeer bekend door de handel in z'n
„Stein-rijwielen". Eens trof hij aan