Aan de nieuwe toren hing een lichtje debekoruigvanhetoudefriesland ERGENS BRAND IN DE STAD 'T KLEINE KRANTSJE 6 SCHOONHEID IH VROEGER EEUWEH DRINKUITSMA STATE ONDER GO UT UIA Nu de St. Bonifatiustoren met de ondergang wordt bedreigd en sterk in de belangstelling staat, is het misschien aardig om in het kort de levensgeschiedenis van een eerdere fraaie toren in het stadsbeeld, die een kleine eeuw geleden tot de on dergang gedoemd was, eens na te gaan. We bedoelen de Nieuwe of St. Ja- cobstoren, die 'in de jaren tussen 1534 en 1541 in het centrum van de stad nabij de Grote Hoogstraat werd gebouwd, om te dienen als uitkijktoren voor de nachtwacht. Er werd een torenblazer aangesteld, die tot taak had over de belangen van de stadsburgerij te waken. Ge durende de maanden april tot en met september duurde de wacht op de toren van tien uur 's avonds tot vier uur in de morgen. Van 1 okto ber tot 31 maart duurde de bewa king van negen uur 's avonds tot vijf uur 's morgens. De torenwach ter had een veelomvattende taak. Zo was hij verplicht om gedurende nachtelijke uren elk uur met een hoorn of schalmei op alle vier hoe ken van de toren een vers van een lied te blazen. Tussentijds moest hij op de tinne van de toren klimmen om na te gaan of er ergens in de stad ook onraad of brand was. In dat geval moest hij terstond de grote klok kleppen en bij brand bovendien een rood lantaarnlicht hangen naar de zijde van de brand. Voorts moest hij op alle dagen tij dens de vrije jaarmarkten op 23 en 24 april en de dag van de week markt - die toen op zaterdag werd gehouden - om elf uur op alle hoe ken van de toren een vers spelen. Dit moest ook gebeuren op de zon dagen en de z.g. Heilige dagen. Ten hit' De nieuwe of St. Jacobstoren in de Grote Hoogstraat overvloede moest hij op plechtige feestdagen en ommegangsdagen zo lang de processie duurde van de toren blazen. In 1643 werden de werkzaamheden van de torenblazer nog eens uitge breid en moest hij niet alleen elk uur op alle hoeken van de toren een psalm of een ander lied blazen. maar bovendien elk half uur de trompet steken om te bewijzen, dat hij waakzaam was. Een middag dutje was er dus niet bij. Tevens werd hem opgedragen elke dag van half twaalf tot twaalf uur op de toren de trompet te steken. In 1643 was het een zekere Claes Claessen uit Enkhuizen die tot stadstorenblazer werd benoemd. Op 29 mei 1646 werd hij opgevolgd door Hans Willems uit Alkmaar die het voor die tijd ongekend hoge salaris van 400 gulden per jaar kreeg te verdienen. Na hem was het een zekere Michiel Caspers Scuene- man te Amsterdam en na dezen Willem Willemsz uit Amsterdam. De officiële titel van de man was toen Torenwachter-Trompetter. Deze titel veranderde later in ge woon Torenwachter. De laatste torenwachter van de St. Jacobstoren was P. Vincken, die in 1861 werd gepensioneerd in verband met een nieuwe formering van het Brandweerwezen. In 1560 kreeg de St. Jacobstoren een grote en een kleine luidklok en een klokkespel bestaande uit elf klokken. In 1686 werd dat klokke spel vervangen door een nieuw car- rillon, dat uit 39 z.g'. hamers be stond. Toen de stadsoverheid be sloten had de toren af te breken, werd het klokkespel tot het een nadere bestemming zou hebben ge vonden, opgeborgen op de zolder van de „Hoofdwacht", het toenma lige politiebureau aan het Hofplein. Die bestemming kwam in 1913 toen het in het torentje van het stadhuis werd geplaatst. Uit vrees, dat het klokkenspel door de Duitsers zou worden geroofd, werd het in het begin van de oorlog uit het stad huistorentje verwijderd en in de kelders van het stadhuis opgeborgen. Dér stiet it noch te fortuteazjen. Ruim twintig jaar na de pensio nering van de laatste torenwachter, om precies te zijn in 1884, werd het doodvonnis over de fraaie Nieuwe of St. Jacobstoren uitgesproken en werd hij met de grond gelijk ge maakt. Bijna drie en een halve eeuw had het fraaie bouwwerk als een sieraad boven de stad uitgetorend. Zal het zo ook onze fraaie St. Boni fatiustoren vergaan? Het is te hopen, dat zij, die hiertoe de macht hebben, dit zullen ver hoeden. R. VISSER

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1970 | | pagina 6