'T KLEINE KRANTSJE
N JAN HOEK
moeite de verdachte in een auto te
krijgen: met de revolver in de vuisti
oesten de politiemannen zich een
'eg banen door een woedende me-
jgte, die de arrestant de verschrik-
elijkste verwensingen toeschreeuw-
e: „Laat hem maar los" brulden
e mensen, „wij zullen hem wel
-erhoren!
'erwijl de verdachte Jan Hoek in
oorlopige hechtenis bleef kwam
an het licht, dat hij zich direct na
e aanslag onder de mensen had
;emengd, die vol afschuw de moord
espraken; hij was een van de velen
;eweest, die meededen aan de gru-
elijkste verhalen en gissingen.
'at nu ook alom bekend werd, was
at Jan Hoek vijf jaar eerder ver-
iordeeld was voor het aanranden
an een jong meisje bij Lunteren;
loewel hij dit feit nimmer had be-
end, was hij daarvoor veroordeeld
jtot vijftien maanden gevangenisstraf,
ok kwam nu snel aan het licht,
at Jan Hoek zich in de laatste tijd
n tal van grote inbraken in de
Jimgeving had schuldig gemaakt en
:oen de Duitse justitie van de aan-
ag in de bossen bij Ede hoorde,
kwam vandaar het alarmerende be-
cht, dat deze aanslag in Holland
en frappante gelijkenis vertoonde
et nog steeds onopgeloste moor-
:en bij Düsseldorf.
aar Jan Hoek, die bij alle verden-
Lt v
kingen buitengewoon rustig bleef
en uiterst koel z'n onschuld bleef
volhouden, kon aantonen, dat hij
nimmer in Duitsland was geweest;
hij had wat die moorden betreft een
sluitend alibi.
LEVENSLANG
Ten aanzien van het drama met zus
ter Koperberg zag het er minder
rooskleurig voor de verdachte uit,
want terwijl zuster Boerwinkel hem
positief had herkend, kon Jan Hoek
geen verklaring geven voor bloed
vlekken, die men gevonden had op
z'n vest.
Voor de Officier van Justitie bij de
Rechtbank te Arnhem, waar Jan
Hoek in juni '30 terecht moest
r' drama gemaakt. Boven: de geschokte boerenbevolking op de plek van de
Boerwinkel, nadat ze de politie over de tragedie heeft ingelicht.
staan (in een zaak met gesloten
deuren „met het oog op de goede
zeden") bleven er dan ook geen
vraagtekens: hij vroeg voor „dit
gevaar voor de maatschappij" le
venslang.
De rechtbank ging met deze eis mee
en veroordeelde de verdachte inder
daad tot levenslang, „wegens dood
slag, voorafgaand door een ander
strafbaar feit om zich straffeloos
heid te verzekeren".
„Maar het is geen moordenaar" riep
Jan Hoek, nadat de president dit
zware vonnis had voorgelezen.
Ook het hoger beroep, direct door
de verdediger aangetekend, mocht
Jan Hoek niét baten - net als de
rechtbank veroordeelde het Ge
rechtshof hem tot een gevangenis
straf voor de tijd van het leven.
Zo kwam Jan Hoek, de bestiale
moordenaar van Ede, als zoveel
langdurig gestraften, in de gevange
nis in Leeuwarden en zonder verde
re sensaties zou zijn vervloekte le
ven er geëindigd zijn wanneer een
opzienbarende vluchtpoging hem
niet nog eens in het nieuws had ge
bracht.
Tijdens zijn gevangenschap werd
zijn in Ede achtergebleven vrouw
ernstig ziek. Jan Hoek vroeg en
kreeg verlof om haar te bezoeken
en drie politiemannen gingen met
hem mee. Toen de vrouw enkele
maanden later overleed mocht Jan
Hoek het stoffelijk overschot nog
eens zien.
Tijdens deze transporten gedroeg
de bandiet zich als een lam, maar
dat bleek een zekere tactiek te zijn:
hij wilde het vertrouwen winnen
van de bewakers, want hij wist, dat
hij nóg eens op transport zou moe
ten in verband met een voogdij
kwestie voor zijn minderjarige zoon.
Toen het zover was vroeg Jan Hoek
of hij dezelfde politiemannen mee
mocht hebben, „omdat die zo goed
voor hem waren". En wat zeker
niet gebruikelijk was gebeurde toen:
de gevangene kreeg z'n zin. Op de
heenreis naar Arnhem kreeg hij van
geleiders eten, drinken en fruit;
kortom, hij werd erg goed behan
deld.
|sj| ONTVLUCHT!
Op de terugreis, toen de trein zich
tussen Meppel en Steenwijk bevond,
zag Jan Hoek plotseling z'n kans:
hij had gevraagd even van het toilet
gebruik te maken, wrong zich toen
door een raampje van de wc en liet
zich bij een snelheid van zeker
tachtig, negentig kilometer van de
treeplank rollen. Zonder een schram
metje kwam Jan Hoek op de grond
en zette toen de loop er in.
Weinige ogenblikken later kwam de
trein na een ruk aan de noodrem
van de politieagenten, piepend tot
stilstand en toen konden de trein
reizigers getuige zijn van een wilde
.achtervolging van de vluchteling
door een met een revolver gewapen
de politieman in burger. Daarbij
verloor Jan Hoek zijn aanvankelijke
voorsprong, toen hij voor een mod
dersloot kwam te staan en toen de
agent hem kort en goed dreigde
neer te schieten, koos de vluchte
ling eieren voor z'n geld: hij keerde
zich om en ging gewillig met de
agent mee.
LETTERLIJK LEVENSLANG
Daarna is Jan Hoek niet meer op
transport geweest. Hij heeft de ge
vangenis in Leeuwarden zelfs nim
mer meer verlaten. In de letterlijke
zin van het woord werd zijn levens
lange gevangenisstraf ten uitvoer ge
bracht: de wrede moordenaar met
z'n beestachtige boeventronie is ge
storven in z'n cel.