i f
4
Lodewijk Meet er kampioen
Vileine ^.rantóje leeM iedereen
Lezers klommen in
OVER WIETSE EN NOG WAT
Als abonnee van het Kleine Krantsje
wil ik eerst U mijn compliment
maken over de onvolprezen serie
uitspraken van Wietze Wiesprater.
Deze bevatten inderdaad heel wat
wijsheid!
Verder wilde ik nog enige opmer-
„slibberen", toen wij beiden voor
de versperring die vóór de Lange
Pijp op het ijs was aangebracht
kwamen te staan. Toen was het: dou
durfst niet er onder deur! Nee, dou
durfst niet enz. Het resultaat was
dat de een voor de andere niet bang
wilde zijn en stapje voor stapje ging
het, ongezien door verstandige vol-
men. Wat U schreef was volko
men nieuw voor hem. De heer
Piet van Leeuwen kennen wij
niet. Misschien wil hij zich mel
den, wanneer hij dit leest? Ten
slotte: Jochem, alias Voor dub
belt sje oppe kop". Inderdaad
schreven we nog nooit - uitvoe
rig- over hem. Jochem leeft nog,
Een mooi winters plaatje in 't hartje van de zomer: sterk ijs in de gracht langs de Nieuwestad! In strenge winters
kon je dan onder de Langepijp doorlopen, maar niet altijd ging dat zonder gevaar. Enfin, de heer F.R. Alberda,
schrijver van de hierbijgaande herinneringen, weet daar van mee te praten.
kingen maken.
In 't K.K. no. 121 heeft U een
uitgebreid verslag weergegeven van
de moord door Jan Hoek te Ede.
Indertijd was ik Wagenings student
en had mijn kamers in Bennekom,
waar toen ook mej. Boerwinkel
woonde. Het was toen algemeen
bekend, dat, terwijl Hoek mej. Ko-
perberg gebruikte, zij, in een of
andere zin, het noodlottig woord
politie tegen Hoek noemde. Hierop
heeft Hoek in blinde woede het
meisje met zijn mes op verscheide
ne plaatsen gestoken, terwijl mej.
Boerwinkel ontzet wegvluchtte. Dat
zij gewond was is mij niet bekend,
wel dat zij een shock had. Later op
de dag werd zij met verscheidene
personen geconfronteerd, totdat
uiteindelijk Hoek door haar werd
herkend.
In 't K.K. no. 123 plaatste U een
heel interessant artikel over „De
enorme oorlogsverzameling van W.
F.L. van Asperen. Het is jammer
dat Uw verslag ontsierd wordt door
de laatdunkende opmerking over de
z.g. brandplaatjes. Deze hebben wel
degelijk bestaan; zij waren gemaakt
van een plaatje celluloid van plm.
8 bij 10 cm. waarop een staafje
fosfor, in een of andere stof gewik
keld, was geniet. Deze plaatjes kun
nen alleen nat worden bewaard.
In de zomer van 1940, dus in het
begin van de oorlog was ik voor de
topografische dienst op verkenning
in de gemeente Odoom in Drente.
Daar werd zo'n plaatje door de po -
litie klandestien op het gemeente
huis in een bakje met water be
waard en mij als curiositeit getoond.
Als het even uit het water was be
gon het al te dampen.
In de winter van 1913/14 of van
1914/15, dat weet ik niet precies
meer, toen ik op de lagere school
op de Druifstreek zat, had het fors
gevroren, zo dat de grachten, ook
die op de Nieuwestad, onder een
dikke laag ijs zaten. Ik was met
mijn klasgenoot (tevens bankge-
noot) daar bij de Waag aan het
wassenen, langzaam maar zeker de
donkere pijp in! Toen we zowat op
dc helft waren begon het ijs gevaar
lijk te kraken en te scheuren; we
durfden niet meer terug en zijn
wonder boven wonder heelhuids er
door gekomen. Als ik er op latere
leeftijd nog eens aan dacht kreeg ik
er gewoon nachtmerries van.
Mijn vraag: woont Piet van Leeu
wen nog in Leeuwarden? Deze was
n.l. mijn tochtgenoot.
U heeft verschillende malen over
stadstypes geschreven, doch ik heb
nooit iets gelezen over een zekere
Jochem, een reus met een kinderlijk
verstand, die voor een dubbeltje op
de kop ging staan. Een stel jongens
wilde hem eens voor een dubbeltje,
van de leuning van de eerste Ka-
naalsbrug in het water laten sprin
gen. Jochem zei: eerst het dubbel
tje en dan spring ik van de leuning.
Hij kreeg zijn dubbeltje, klom op de
leuning en sprongweer op de
brug!
Roermond
F.R. Alberda
maar hij is al vele tientallen jaren
,,van de straat".
Red. 't KI.Kr.
WELKE STOOMBOOT?
Ten antwoord aan de heer W.F.
Koelman te Doorn op de vraag,
welke stoomboot het is die voor
komt op de foto van de Nieuwe
Weg in het Kleine Krantsje nummer
121, kan ik mededelen dat dit de
boot is van de destijds zeer bekende
veerdienst Drachten - Leeuwarden
v.v. Deze boot heeft daar vele jaren
zijn vaste ligplaats gehad voor het
laden en lossen van vee en goederen
en had ook een beperkte accomo-
datie voor passagiers. De Drachtster
boot was eigenlijk een begrip voor
het regelmatig vervoer en wat be
treft de tijden van aankomst en
vertrek. Ik herinner me dat er vrij
dags vaak hard gewerkt moest wor
den om de goederen op tijd bij de
Drachtster boot af te leveren. Ge
lukte dit niet voor klokslag 1 uur,
dan was de moeite vergeefs, de boot
was verdwenen.
Wat de ster op de pijp betreft, in
dien deze een betekenis heeft gehad,
dan is dit niet een teken dat de
boot bij een bepaalde onderneming
behoorde. Maar houdt meer ver
band met de toenmalige voorschrif
ten voor de binnenvaart.
Hartelijk dank voor Uw brief en
complimenten! Wat de moord
zaak Jan Hoek betreft: dat juf
frouw Boerwinkel gewond was,
kunt U nog zien op de foto, die
wij afdrukten bij het verhaal:
haar beide handen waren ver
bonden! Het artikel over de
heer Van Asperen: hoe kunt u
spreken van .laatdunkend" in
verband met de brandplaatjes?
De toch wel zeer deskundige
heer Van Asperen heeft nog
nimmer, ook niet uit de litera
tuur, iets over de door U bedoel
de „echte" brandplaatjes verno
Groningen
F.J. Demorèe
Deze reactie konden wij niet
meer plaatsen in het nummer,
waarin al geschreven werd, dat
de betreffende boot de Friso II
is geweest van de heer Jan Boe-
kema te Wartena. Er zijn meer
lezers geweest, die de Friso II
voor de Drachtster boot hebben
aangezien. Maar de Drachtster
boot had z 'n ligplaats toch voor
de (huidige) panden van het
Makelaarskantoor Hellema en
niet voor de bank van Mispel
blom Beyer? Wij hebben nog
een curieuze foto van het kap
seizen van de Drachtster boot
in 1903. Ook toen lag het scheep
je ter hoogte van de panden van
Hellema!
Red. 't Kl.Kr.
DEAR SIR
Hierbij send ik u the money for een
jaar abonnement op uw wonderful
courantje. Ben 20 jaar uit Leeuwar
den en zou het niet willen missen.
Mijn man en ik hebben hier in de
vreemde heel veel prettige herinne
ringen aan en hopen uw courantje
nog lang te mogen ontvangen.
Clatham (Ont) Mr. en Mrs.
Uw trouwe lezers R. Hoekstra
uit Canada
HARTELIJK DANK
Bij deze dank ik de redactie van het
Kleine Krantsje en de abonnee's
welke gereageerd hebben op mijn
vragen heel hartelijk.
Nu heb ik een nicht, die in Den
Haag woont hervonden. Ik heb haar
en haar echtgenoot opgezocht en
er een prettig contact opgedaan.
„Zo" zei de rechter tegen de ver
dachte, een bokserfiguur. „U hebt
deze getuige dus zo'n oorveeg gege
ven, dat ie op de grond viel". Bent
U hem vijandig gezind?
„Nee, edelachtbare" antwoordde de
verdachte, „als dat zo was, was ie
niet meer opgestaan
Haarlem
Mevr. Ramona
Kerkman-Boelhouwers
GERBEN VAN DRIESUM
In het buitengewoon interessante
en exclusieve Kleine Krantsje, dat
ik via via regelmatig ter lezing krijg,
vraagt de heer W.K., Den Haag in
no. 117, zesde jaargang om enige
gegevens over zijn oude schoolvriend
Gerben van Driesum. Ik heb het
winkeltje van en de oude heer v.
Driesum goed gekend. Buiten hoe
den en petten had hij rechts aan
sluitend ook verkoop van tabak en
sigaren. Hij had een klein spraak
gebrek en bij de verkoop van een
hoed bijvoorbeeld sprak hij dan:
„Oetje staat je oet, oetje mut je
ouwe". Gerben heb ik pas later
leren kennen in hun nieuwe grote
winkel op de Voorstreek, tevens
grossierderij en pettenfabriek, waar
ik van 's morgens 8 tot 's avonds
8 uur f 1.- per week ging verdienen
met een schaft van een uur en het
bracht tot vertegenwoordiger op de
fiets tot f 8.- per week. Een grote
koffer voor op, aan de vork een
carbidlamp. De koffer mocht niet
breder zijn dan het stuur en er wer
den twee zijarmen aan het stuur
aangebracht, omdat er destijds niet
zulke brede sturen gemaakt werden.
Gerben was getrouwd met een win
keljuf van de fa. Kroese of Koetze
in fijn glas en porselein naast Doe
lenhotel, njej. Pietsje Buwalda uit
de Ossekop.
Op zeventien jarige leeftijd, ging ik
naar een gunstiger werkkring uit
kijken en heb die ook gekregen, n.l.
een baan in Hilversum met een
formidabele verhoging van ruim
50 pet., dus f 50.- per maand. Ver
scheidene malen bezocht ik in mijn
vacantie aan Leeuwarden de familie
van Driesum en ook later sprak ik
Gerben nog wel eens. De zaak Voor
streek, later Tweebaksmarkt, werd
gefuseerd, doch is later geliquideerd
en Gerben is vertegenwoordiger ge
worden.
Ik was intussen inkoper geworden
van een warenhuis en heb toen nog
wel eens iets via hem gekocht. Ik
ben weer in een internationale in
koop terecht gekomen en het con
tact is verloren gegaan, totdat ik
voor plm. 8 jaar gehoord heb dat
Gerben van Driesum, die een echte
visliefhebber was, op een dag in een
bootje op het Bergumermeer dood
was gevonden.
Zeer ten spijt ben ik niet in staat
geweest dit in echt Leeuwarders te
schrijven, spreken gaat nog 100 pet.
en ik meen Uw abonnee W.K. hier
mee van dienst geweest te zijn.
Plaatsing geheel of gedeeltelijk gaar
ne toegestaan in Uw Kleine Krantsje.
Utrecht
G.F.N. Vossenberg
Een stadgenoot kampioen bij het vermaarde skütsjesilen! Met vlag en wim
pel heeft Lodewijk Meeter deze maand met het schip Dorp Huizum de zo
begeerde titel behaald. Deze foto van het kampioensschip is enkele jaren
geleden gemaakt, toen het als herkenningsteken nog de F van Friesland in
de zeilen had.