9 STADSNIEUWS VAN VROEGER VERSCHEIDENHEID UIT VROEGER TIJD 3£leine 3^.rantóje leeet iedereen HET GEMENGD KOOR VAN WARTENA Dit is een foto van het Gemengd Koor van Wartena, gemaakt in juni 1917, midden in de eerste wereldoorlog. Het was dus mobilisatie en daarom komen verschillende he ren-leden niet op de foto voor. De enige militair, die zich wel met de andere koorleden kon laten vereeuwigen, was juist met verlof. De dames droegen eigengemaakte oud Friese costuums met kap en oorijzers naar het model van omstreeks 1750. De smalle „gouden" oorijzers werden door de dorpssmid gemaakt van goudkleurig sigarenkist- jeblik! En de aangesoldeerde knoppen waren van kaarsenhouders. Dirigent van het koor was Ds. C.F. Bruins, die dertig jaar lang, van 1904 tot 1934 predikant in Wartena is geweest. Hij zit, met martiale snor, op de voorste rij. We gaan, traditiegetrouw, van links naar rechts. Achterste rij: Tjerkje de Boer, mevr. Bijlstra-de Graaf, B. Bijlstra, R. Helfrich-Looyenga, Anna Kasje, Jacoba Schotanus, Kee Jaarsma, U. Hoekstra. Middelste rij: S.H. Castelein, Klaasje Tempel, Roeüen G.A. van Dokkum, F.H. Bruins, Thomaske Kooi, W. Sietsma, Elisabeth Kooi, H.J. Kooistra, Wietske Aardema, Griet de Jong, Jac. J. Kooistra. Voorste rij: Tjitske v.d. Veen, Anna Zwart, E. Zwart, C.F. Bruins, J. Bruins-van Dokkum, Ida IJsselstein, IJbeltje Zwart. Hedenmorgen elf uur was de schoon maakster in de Groote Kerk bezig om ballons af te stoffen, toen ze bij de Koningskraak een vrouw zag lig gen, half ontkleed. De uitgetrokken kleedingstukken dienden haar tot hoofdkussen. Onmiddellijk liep de hevig ontstelde vrouw naar den kos ter, nadat ze de deur, die toegang geeft tot die kraak had gesloten. De politie werd gewaarschuwd, die onmiddellijk de vrouw meenam naar het bureau van politie. Zij bleek te zijn de 30-jarige T.S. uit Oenkerk. Door de politie zal deze vrouw wor den geholpen. Zeer waarschijnlijk had zij zich gisteravond laten in sluiten om onderdak te krijgen. De zaak had eerst een ander karak ter, daar er op het oogenblik, toen de vrouw werd gevonden, nog twee mannen in de kerk liepen, die open stond. Doch deze mannen waren blijkbaar een kijkje gaan nemen in de kerk. (1908) DES NATUURVORSCHERS WRAAK De groote, wereldberoemde Lin naeus, de groote botanicius, had zich tot regel gesteld, nimmer te antwoorden op kritieken, die tegen hem werden uitgebracht. Eén van zijn grootste vijanden was professor Brovallius, die aan de universiteit te Upsala de godgeleerdheid onder wees. Allereerst trad Brovallius zeer bescheiden en min of meer neder- buigend tegen hem op. Toen noem de Linnaeus een plantje, van het welk nog maar eene soort bekend was, Brovallia demissa (kruipende Brovallia). Toen de hoogleraar bis schop geworden was en hooger toon begon aan te slaan, noemde Lin naeus een tweede soort, van dezelf de plant, juist door hem ontdekt: Brovallia elata (opschietende Bro vallia). Daarop werd de bisschop boos en begon tegen Linnaeus te schrijven, terwijl hij ondertussen in de Stenden-vergaderingen zich als een weifelend man kennen deed. Linnaeus beantwoordde zijn tegen stander niet; maar noemde een der de soort van dezelfde plant Broval lia alienata (vervreemde, waanzin nige Brovallia). LEER OM LEER De Engelsche dichter Young speelde eens op de fluit bij gelegenheid dat hij met een gezelschap uit spelevaren was op de Theems. Hij zou zijn speeltuig juist in den zak steken, toen een officier uit het gezelschap vorderde dat hij zou voortgaan met zijn spel. „Ik speel als ik er genoegen in heb", zei Young. „En ik werp u in de Theems", antwoordde de held, „als ge niet speelt". Young gehoor zaamde om den twist niet hooger te laten loopen en het genoegen van het gezelschap niet te verstoren, maar daagde hem tot een tweege vecht op den degen. Toen hij den volgenden dag tegenover den offi cier stond, haalde Young een pistool uit den zak. „Wat! wilt ge mij vermoorden? vroeg de officier. „Neen, maar gij zult voor mijn ge noegen een menuet dansen, anders schiet ik en gij zijt verloren". De officier danste. „Nu zijn wij in 't effen", zei Young - en de beide kampvechters werden vrienden. EEN MEER VERDWENEN Een Alpenmeer is plotseling ver dwenen. Het meer van Megelen is niet meer. Het lag onder de punt van den Eggischhorn, in het plateau vanwaar men de zuidzijde der Jung- frau beklimt. Verleden week - er is een kleine aardbeving geweest - spleet de gletscher, en stroomde het meer Megelen als het ware langs een nieuw gevormde goot naar de Rhóne zoodat de bodem der rivier geheel drooggelegd werd. Een heele slok voor de Rhone, maar de oude rivier heeft zich goed gehouden en den middeleeuwschen dronk als een man doorstaan. Zou de DAME, in zwart zijden japon, met welke ik 1 November om 5.35 van Leeuwarden naar Amster dam, 2e klasse, gedeeltelijk samenreisde, iets omtrent zich willen laten hooren? Br. fr., no. 2075, bureau dezer courant. Zou de MENEER, die op 7 November 1924 deze ad vertentie plaatste in de Leeuwarder Courant, iets omtrent zich willen laten horen? Br. fr. no. 2075, bureau 't Kleine Krantsje.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1970 | | pagina 9