4 i ^ileifie T^Crantóje leeat iedereen Lezers klommen in de pen DE STOOF In het Kleine Krantsje nummer 128 vermeldde U, dat De Koloniaal naar de overkant ging en dat daar ook een Verhoeve in woonde. Aan de westkant, waar nu De Ijsbeer is gevestigd, was vroeger Verhoeve, het kroegje, bijgenaamd De Stoof. Het kroegje aan de overkant, ik heb het nooit anders geweten, daar woonde een zekere Tadema in. La ter is dat geheel verbouwd en was het een café, waar nu de Sportschool is en dat café heette Burgerhotel Victoria en daar in woonde een Verhoeve. Leeuwarden J. van der W. OVERAL GEWEEST Er staan veel herinneringen in 't Kleine Krantsje, maar er wordt geen plek genoemd, waar ik niet ben geweest. En toch ben ik van mijn jeugd af niet veel in de stad geweest. Dat zit zo: ik was vier jaar toen mijn ouders verhuisden van Schilkampen naar Schenkenschans, dus buiten de stad. Alleen als ik naar school moest kwam ik in de stad; direct na school moest ik wat verdienen. Daar bij de Sneekertrekweg was het allemaal nog kaal - niets anders dan land en water. Later is er een fa briek gekomen voor het fabriceren van knopen en kammen. Daar wer den houten vaten gelost met melk voor de fabriek. Het gebeurde wel eens, dat er een overvloed was van melk. Dan werd de overtollige melk weggegooid en wanneer we dat wisten gingen we er met lege em mers naar toe. We konden zoveel krijgen als we dragen konden. En dan naar huis, lekker chocolademelk drinken. Die fabriek is later over gegaan in handen van schoenfabri kanten, Huyden en Van der Heide. Nu is het allemaal Frico en CAF. 's Morgens en 's middags dus naar school. Maar we liepen ook wel eens om. Dan gingen we naar het spoordok. Daar lagen snikken uit Berlikum en Menaldum en losten hun wortels en rapen in de spoor wagons. Viel er een buiten het mandje, dan was ie voor mij. Ook gingen we wel eens de vee markt op en hielden voor een paar centen een koe vast voor een boer of we gingen naar de slagerij van Schat bij de Doksbrug. Daar wer den vrijdags koeien en stieren ge slacht en wij dan even zien. Dat ging toen heel anders dan nu. Daar kwam dan zo'n stier op de slacht plaats, touw aan de poot, aan de ring, schietapparaat voor de kop, klap en daar lag ie op de grond. Dan zaten de slagers onder het bloed. Het afval ging naar het as- land. Dat is ook allemaal anders; alles kunnen ze nu gebruiken. Er lagen aan de Sneekervaart veel kleine scheepjes, soms zo groot als een roeibootje, waar toch nog drie of vier man in woonden. Vaak zonken die bootjes of ze hielden ze boven water door turfmolm in een schepnet onder het scheepje door te halen, dan bleven ze weer een paar dagen drijven. Bakkers kwamen er op de Schen kenschans haast niet, dus moest ik wel brood halen bij de fabriek bij 't Vosseparkje. Voor een kwartje kreeg je een hele zak vol broodjes en kadetjes; we waren met z'n zessen thuis, dus we lusten wel wat. Naar school was het een heel eind vanaf Schenkenschans. Sommige jongens hadden hoepels en dan kon je hard lopen. Ik zeg tegen m'n vader mag ik ook zo'n hoepel. Dan kunnen we veel gauwer thuis zijn. De smid hier kan er wel een maken, hij kost drie cent. Ach jonge, hoepel op, zei m'n vader, bist niet wies, drie grauwe centen voor een hoepel, wij kanne ze beter bruke dan dij. Bartlehiem D. Spijkerman VOETBALHERINNERINGEN Toen ik onlangs Sir Alf Ramsey op de t.v. zag, kwam me Anton Dal- huyzen weer voor de geest. Wat was de voetbalvereniging Leeuwarden toen gezellig. Ze hadden ook een clublied op de wijze van het Franse volkslied. Precies ken ik het niet meer, maar de laatste regels waren: „De handen uit de mouw, ten strijd, ten strijd, rood wit staat pal, rood wit komt bovenal". Ze hadden het gerepeteerd bij An ton thuis en Mien speelde piano. Ze woonden toen in de Spoorstraat. Ik doe hierbij een foto uit die tijd. Ik weet ook nog dat Leeuwarden eens naar „Heracles" moest. Sierk, mijn man, moest nieuwe voetbal schoenen hebben en dat moesten natuurlijk witte zijn. Hij was de enige toen en we vonden ze maar wat gek. Later na de wedstrijd hadden we een fijn diner in één of ander hotel. Op de heenreis gingen we even aan en in de tuin van het café stonden wagentjes waar de mensen mee naar de kerk gingen. Wij in zo'n wagen en Henny v.d. Burg was het paard en maar tussen de prieeltjes door. We kwamen tot stilstand doordat het over de kop vloog. Huizum J. Flisijn-Steunebrink Onze danK Kleine Krantsje Onder het motto KKK oftewel Kleine Krantsje Kontakten, was de redactie zo welwillend, om onze oproep tot het houden van een schoolreünie te plaatsen in no. 116 van 21 maart 1970. Van de op de foto voorkomende personen, welke daarbij werd afge drukt, (daterende uit 1934) konden wij op 3 oktober heel wat verwel komen. Dit was een belevenis van de eerste orde. Oorspronkelijk was het de bedoe ling om alleen die klas bij elkaar te krijgen, doch nadien groeide dit uit tot een algehele reünie voor alle leerlingen van vóór 1940. Dank zij het grandioze speurwerk van de commissie, de heer Dassen en de dames Wijbenga-Arendshorst en v.d. Laan resulteerde dit in 320 deelnemers. Vandaar ook onze dank aan de redactie, welke in eerste instantie de grote stoot naar dit succes heeft gegeven, door hiervoor een opmaak van een hele pagina te creëren. Fenno.... we hebben je blad onder aandacht van de 320 reünisten ge bracht en wij hopen, dat zij allen positief zullen reageren met een abonnement. Veel succes! Tussen twee haakjes, nog even te rugkomende op ons feest. De deel nemers kwamen om twee uur 's- middags in de voor hen oude ver trouwde school aan de Schoolstraat (thans Emanuel Murandstraat) bij een. Om vier uur opende de voor zitter de werkelijke reünie in ge bouw: „Het Knooppunt" aan de Notenstraat. Hij memoreerde het ontstaan van de school en onthulde, dat deze over 8 jaar 100 jaar bestaat. Mevrouw Zuidema uit De Joure was met haar 84 jaar de oudste reuniste. De heer Cornelis de Haan met zijn 74 jaren de oudste reünist. Beiden kregen als aandenken een foto van de school aangeboden. Het viel voor de sprekers niet mee, om de aan wezigen rustig te krijgen, wat niet te verwonderen viel, want na zovele jaren had ieder ook zoveel te ver tellen. Zaalhouder Dijkstra en assistenten zorgden op voorbeeldige wijze voor de inwendige mens. Op de vrolijke klanken van een elektronische accordeon, welke op virtuoze wijze werd bespeeld door de heer Del Grosso, kwamen de benen 's avonds los van de vloer. Al met al een feest, dat volgens de deelnemers niet weer 30 jaar mag duren, doch zeker eenmaal in de twee jaar voor herhaling vatbaar is en recht op succes zal hebben. Utrecht Flip Arendshorst NADDUS EN TIET In mijn jeugd woonde er bij het Vliet een opvallend echtpaar, Nad- dus en Pietje. Daar wou ik nog wel eens wat van lezen, maai ik weet niet of het Krantsje er wel wat van weet. Leeuwarden J. v.d. Hoek Van Naddus en Pietje hebben we nog nooit gehoord. Wel een Naddus en Tiet en die zult U waarschijnlijk bedoelen, want die woonden inderdaad bij het Vliet al waren het geen man en vrouw. Naddus en Tiet waren broer en zus, maar ze woonden bij elkaar. Naddus, beter bekend als Naddus Poep en Tiet, iets officiëler Tiet Snakje, moeten echte typen zijn geweest. Voor zover wij weten was Naddus Poep veedriever, maar Tiet Snak je kwam ook wel op de markt om melk te halen. Op de vrijdag avond placht Naddus Poep „in kennelijke staat" thuis te ko men, zondags ging hij met een mooi hoog zijden petje op naar de kerk. Of het waar is weten we niet, maar thuis moeten Naddus en Tiet een varken in de bedstee hebben gehad. Mis schien zijn er lezers, die deze saillante bijzonderheid kunnen bevestigen. Red. 't KI. Kr. PET AF Ik wou U even een aardigheidje schrijven, dat mijn mans moeder vroeger heeft meegemaakt. Zij lagen met hun schip bij de gevangenis en toen moeder even buiten in de lucht zag, kwam er een schipper voorbij. Hij maakte een praatje en toen ineens nam hij de pet af. Moe der keek en keek - „tegen wie groet je" zei ze tenslotte. „Tegen die broek" zei de schipper, wijzend op het wasgoed, dat aan de lijn hing. „Ja" zei de schipper, „dat dog ik altiid, as ik sa'n ding hingjen sjuch". Leeuwarden Vrouw De Vries- Feenstra We hebben dit verhaal al eens vaker gehoord, mapr dan in al gemene zin: schippers namen vroeger de pet af bij het passe ren van een vrouwenbroek aan de waslijn. Uit Uw briefje mogen we opmaken, dat deze „regel" in de schipperswereld toch geen algehele bekendheid had. Is het nu een aardigheidje van één bepaalde schipper geweest of was het vroeger toch meer ge bruikelijk onder de heren schip pers? Zijn er schippers onder onze lezers, die er het fijne van weten? Red. 't Kl.Kr. Het begin van de Sneekertrekweg in de tijd, waarover de heer Spijkerman schrijft. Er is wel het een en ander ver anderd sinds deze foto werd gemaakt. Het eerste elftal van Leeuwarden in de goeie ouwe tijd met cracks als Willy Drenth, Henny van der Burg, Cas Rem, Broer Soolsma en Teade Wijtsma. Links coach L.B. Eppinga, rechts trainer Anton Dalhuyzen.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1970 | | pagina 4