Pllïïiro
vSfwlll I
t e^Cleine ^dCrantóje leeat iedereen
de „dat die President ende Griffier
met heure huysgesin elcx besonder
linge daer innen bequame woeninge
souden moegen hebben het geryff
ende gemoek van den ingeseten van
den Lande" niet gebouwd. Hierdoor
is de Westzijde maar voor een klein
gedeelte gebouwd. Oorspronkelijk
zou het bordes met de poort in het
midden van het gebouw komen. Hoe
radicaal deze inkrimping werd uit
gevoerd kan men heden nog zien.
Alles, zelfs de raambogen en ko
zijnen zijn op de hoek aangebracht
en mee recht als een brood afgesne
den. Wel is er een rollaag gemaakt
in de buitenmuur van de Zuid-eind
gevel en dus de mogelijkheid ge
houden om later het ontbrekende
stuk aan te bouwen en de gang door
te trekken. Er werd een toegang van
de binnenstad naar de 's-Heeren-
strate (Koningsstraat) gemaakt. Het
hiervoor door de stad Leeuwarden
gekochte huis „De Gulden Valk van
Jan Lambertsz (Gadema)" voor
f 660.- gaf haar vrijstelling van de
bijdrage aan de Kanselary. De gracht
tussen Koningsstraat en Kanselary
overwelfd.
Het inwendige moet voor het tot
gevangenis werd gedegradeerd in
overeenstemming zijn geweest met
het uiterlijk. Door een portaal bin
nen de voorpoort, trad men de grote
voorzaal of vierschaar binnen met
aan de rechterzijde de hoge zit
plaatsen van de raadsheren een tafel
voor de griffier, secretaris enz. Aan
de linkerzijde van de grote ruimte
welke voor het publick bestemd
was, was een uit marmer bewerkte
poort, geschonken door de staats
man V1GLIUS VAN AYTTA VAN
SW1CHEM met zijn wapen en
spreuk versierd. Deze gaf toegang
naar de raadkamer van het hof, de
kleine werkkamer, de griffie, de
dcurwaarderskamer en de mooie
wenteltrap naar boven waar voor
namelijk de bibliotheek was.
Over de beelden op de Kanselarij
een volgende maal.
O.J. Stoelinga