D ENAULT [f OSIER (Ajó Um net my[ De honderdduizend gewonnen in de steetsioterij 4 'T KLEINE KRANTSJE LEEST IEDEREEN VOOR NAAR 3Cl eine rantóje leeót iederéén Lezers klommen in de pen SPANJAARDSLAAN 162 - LEEUWARDEN - TELEF. 05100 - 20043 MOOIE TYPEN Bij ons aan de Snekertrekweg lagen in vroeger jaren twee bekende scheepjes. Het ene was van een moe der met twee dochters en die zullen veel Leeuwarders, wel goed hebben gekend - ik meen, dat ze Miedema heetten. Het ging zo goed met hun verdiensten, dat ze het scheepje konden verlaten om te gaan wonen in een knap herehuis aan de Emma- kade. Toen kregen ze ook een luxe auto en als die door de stad reed wisten de mensen wel, wie er aan kwamen: ze" hadden een aparte claxon op de wagen. Later zijn ze naar Den Haag gegaan. In het andere bekende scheepje DE BOTEN VAN BOEKEMA Met veel genoegen lees ik altijd 't Kleine Krantsje. Hoewel wat laat, zou ik gaarne wat naders vertellen over de Friso II waarvan een foto het eerst is afgedrukt in het K.K. nr. 121. Ik kan hier wat meer van vertellen, daar ik de geschiedenis van de Friso II van dichtbij heb meegemaakt. Welnu dan: de boot op de bewuste foto is de Friso II van Jan Boekema uit Wartena. Als jongen van 14 jaar en leerling smeden-bankwerker op de Ambachtsschool, ging ik in de vacantie als „machinist" vaak met Jan Boekema mee, als er „plezier tochten" werden gemaakt. Vele gezelschappen hebben derge lijke tochten gemaakt o.a. diverse visclubs, zoals „De Eendracht" en „Onder Ons". De Eendracht had als kenmerk naast de vlag ook nog een koekepan in de mast hangen. Er werd dan een viswedstrijd gehouden, waarbij natuurlijk een lekker bor reltje niet ontbrak. Verder waren er ook diverse andere verenigingen die een dagje met de Friso II uit varen gingen, zoals to neelgezelschappen o.a. „Ten Cate", zangverenigingen, zowel kerkelijke als profane, o.a. het Evangelische zangkoor, dat jaren achtereen met de boot naar Drachten voer, van waar met de stoomtram naar Olter- terp werd gereisd. Op de terugweg met de boot werd in de Monniken greppel, tussen Smalle en Wijde Ee weer aangelegd om nog eens goed uit te springen. Niet alleen als plezierboot deed de Friso II dienst, maar natuurlijk in de eerste plaats als vrachtboot tus sen Wartena en Leeuwarden voor alle soorten vracht, alsook voor passagiers en vee. Ook werd in deze tijd van de zeil vaart nog wel eens een schip op sleeptouw genomen en 's winters als het ijs nog onbetrouwbaar was ging de Friso II er door als ijsbreker. De stoomboot was gebouwd op de Scheepswerf in Machinefabriek Boom, Molema en De Cock te Hoogezand, was 21 m. lang en 3.5. m. breed en had een diepgang van 1.20 m. De vergunning voor de stoomketel werd verleend door de burgemeester van Idaarderadeel na mens de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid (een dikke portefueille). De stoomketel had een middenlijn van 1.80 m. was uitgevoerd met een dubbel geklon ken dubbele stripranden was voor zien van twee veiligheidskleppen met indirecte gewichtsbelasting. Het verwarmde oppervlak bedroeg 24 m2 en de stoomdruk „ten hoog ste 10 atmospheren". De ketel werd jaarlijks door een inspecteur van het 6e district van het stoomwezen in Groningen gecontroleerd. Hierbij sluit ik een foto in van de Friso II, die in de jaren voor de eerste wereldoorlog is genomen, vermoedelijk aan de Emmakade ZZ. U ziet dat er heel wat belangstelling was wanneer er toen een boottocht werd ondernomen, 't Was echt een uitje! In 1929 toen de boot en ook de ketel 25 jaar oud waren, moest de laatste een grote inspectie onder gaan. Dat was de eis van de Stoomwet voor alle scheepsketels en de ketel moest dan ook uit de boot worden gelicht. Daar de ketel in goede conditie verkeerde was spoedig hiervoor een koper gevonden. De heer Boekema ging met zijn tijd mee en plaatste toen een „compres- sorloze dieselmotor" in de boot, die juist op de markt was gekomen en moderner en economischer was dan de al enige jaren in bedrijf zijnde gloeikopmotor, die eerst met een blaaslamp-verhitter op temperatuur gebracht moest worden. De compressorloze dieselmotor, het klinkt vreemd, maar het was zo, JUF HERKEND I De beide, voor mevrouw Bonthuis onbekende juffen op de foto van de bewaarschool aan het Tournooi- veld ('t Kleine Krantsje nummer 130), waren de dames Van der Hoek en Bouwhuis. Leeuwarden Mevr. de Ruiter JUF HERKEND II De rechts naast juf Van der Linde zittende bewaarschooljuf was de mijne: mejuffrouw Bouwhuis. Wat „de Broekenbindster" betreft: dat was zeker de officiële naam; wij als kinderen noemden Vrouw Oeds- ma in een Freudiaanse beklemto ning van haar werk tot reiniging van zekere lichaamsdelen: Frou Poets- ma... Muiderberg KL Sierksma woonden twee mannen, Dijkstra en Bartle Bult. De laatste liep altijd met een zakje op de rug. Het waren vissersmannen. Daags gingen ze naar de stad en 's avonds kwamen ze dronken thuis; soms vonden wij ze aan de kant van de Trekvaart. Baitlehiem D. Spijkerman TRIENTSJE OVER DE HOED Wanneer verongelukt? Al verschillende malen is in ons Kleine Krantsje geschreven over „Trientsje over de hoed", een ver maard stads- en plattelandstype uit de vorige eeuw, die altijd bereid was tegen betaling van een paar centen met enkele gracieuze danspasjes over haar hoed te springen - vandaar dat Trientsje over de hoed. Tot dusver slaagden wij er nog niet in haar ware indentiteit te achterhalen. Wie was Trientsje over de hoed? Hoe was haar ware naam? Waar kwam ze vandaan, waar woonde ze? Trientsje over de hoed is tijdens de paarden markt in Buitenpost om het leven gekomen, toen ze overreden werd door een koets, waarvan het paard op hol geslagen was. Dat moet en kele jaren voor de eeuwwisseling zijn geweest, dus in 1896, 1897 of 1898 - althans wanneer wij verschil lende tipgevers mogen geloven. In kranten van die tijd evenwel hebben wij geen vermelding van dit ongeval kunnen vinden. Zijn er lezers, die er meer van weten? Tijdens welke paardemarkt is het ongeluk gebeurd? Wat was de preciese sterfdatum van Trientsje over de hoed? werd gestart met gecomprimeerde lucht! Van de gemoderniseerde Friso II gaat hierbij een foto, genomen bij het Kruiswater in Wartena. Zoals U ziet de schoorsteen ontbreekt en het geheel is minder romantisch. In 1948 ging de zoon van Jan Boe kema, de heer Durk Boekema, de zaak nieuw leven inblazen en bracht hij de Princehof in de vaart die tot 1965 dienst heeft gedaan. Door de schaarste na de oorlogsjaren was men gedwongen een oude ko- lenschuit om te bouwen en hierin werd een dieselmotor uit een on derzeeboot geplaatst. De „oude" Princehof kon niet meer met de moderne tijd mee, vandaar dat door de inmiddels opgevolgde broer T. Boekema een nieuwe boot in de vaart is gebracht, die in Leeu warden en omstreken wel goed be kend zal zijn. Oud Wartenaster Vrouw ziet in de krant, dat op het lot van haar man de hoofdprijs, de honderdduizend, is gevallen. Maar omdat haar echtgenoot hart-patiënt is, durft ze hem dit verheugende nieuws niet zo plotseling mee te delen. Ze acht het verstandig de dokter te laten bemiddelen. Die kan dan voorzichtig haar man er mee in kennis stellen. De dokter komt en gemoedelijk begint hij aldus: „Kijk eens vriend Jansen, als je nu eens het geluk had f 10.000 te winnen, wat zou je dan gaan doen? Wel dokter, dan liet ik een zomer huisje bouwen in Eernewoude, m'n geboorteplaats. Prachtig! en stel nu eens, wat zouden je plannen zijn, als je f 20,000 won?" „Dan kocht ik er een jachtje bij, omdat ik een liefhebber van vissen ben. Zo gaat de dokter nog een tijdje door, telkens het bedrag verhogend. Daar alles tot zo ver goed gaat, waagt de arts het hele bedrag te noemen, de f 100.000. Reactie van de hart-patiënt: „Wel dokter, dan gaf ik U, voor Uw altijd zo beste behandeling, voor mijn vrouw en mij, dadelijk f 50.000!" Van dit antwoord schrikt de dokter zo, dat hij dood neervalt - haast in de armen van zijn patiënt..... De Princehof

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1970 | | pagina 4