ELFSTEDENHISTORIE IS BOEIENDE LEESSTOF
Standaardwerk na jaren studie voltooid
IKIRS KLOMMEN IN Dl PM
9
Si/einë ^^.rantsje leest ieclereei
In december zal het precies tachtig jaar geleden zijn, dat de grote Nederlandse sportpionier Pim Mu
iier naar Friesland kwam voor het volbrengen op de schaats van een Elfstedentocht. Zijn rijtijd van
nog geen dertien uur werd algemeen als een record beschouwd, maar belangrijker dan die tijd was
het idee, waarop de enthousiaste Muiier door deze geslaagde tocht werd gebracht: na misschien wel
honderden jaren van „ongeorganiseerde!', individuele Elfstedentochten vond hij het tijd worden voor
een „georganiseerde" Elfstedentocht. Toch zou het nog negentien jaar duren voor Muiiers mooie
plan kon worden gerealiseerd. Het was in 1909, dat de Friese IJsbond de eerste officiële Elfsteden
tocht uitschreef. In hetzelfde jaar richtte Mr. Mindert E. Hepkema de Vereniging „De Friese Elfste
den" op, waarmee het voortbestaan van de Elfstedentocht als een goed georganiseerd evenement
verzekerd werd. En nu is de Friese Elfstedentocht, 's werelds grootste schaatsmarathon, uitgegroeid
tot een evenement dat in de sport zijns gelijke niet heeft.
Pim muiier, importeur van de atle
tiek in Nederland en o.a. oprichter
van de Nederlandse Voetbal Bond,
maakte zijn tocht op de 20e decem
ber 1890, zoals hij later schreef „om
de lust te bevredigen, die mij al lang
had geplaagd om den Elfstedentocht
te ondernemen en vooral om den tijd
te verbeteren".
Dat plannetje slaagde dus voortref
felijk, maar een ander plan, pas
tientallen jaren later in het brein
van Muiier ontstaan, kwam nooit
tot uitvoering: Pim Muiier had nog
eens de hele wordingsgeschiedenis,
de groei en de bloei van de Friese
Elfstedentochten in boekvorm wil
len vastleggen en een belangrijke
bijdrage willen leveren tot het ver
rijken van de vaderlandse sportlite-
ratuur.
Maar nu is dat toch gebeurd, zij het
dan niet door „de geestelijke vader"
van de Elfstedentochten, maar door
de Elfstedenauteur Fenno L. Schou-
stra, van wiens hand gisteren is ver
schenen hèt boek De schaatsen
scherp - Elfstedentocht, een monu
mentaal werk met de volledige ge
schiedenis van 1760 af tot nu.
Het samenstellen van dit boek, dat
we gerust als een standaardwerk
mogen betitelen, is een zaak van
jaren en in feite van tientallen jaren
geweest, want het was al in 1940,
dat de auteur met het verzamelen
van gegevens begon en de basis
legde voor een werkelijk unieke
documentatie, die nu bestaat uit
duizenden krantenartikelen, honder
den foto's en ongeteld veel per
soonlijk verworven inlichtingen.
In 1956 schreef Fenno Schoustra
een boekje over de veelbesproken
Elfstedentocht van dat jaar, drie
jaar later droeg de toen jubilerende
Elfstedenvereniging hem het samen
stellen van een gedenkboek op,
„Een halve eeuw Elfstedentochten",
na de laatste, verschrikkelijke tocht
bracht hij het „Elfstedenlogboek
1963" op de markt.
KROON OP HET WERK
Met het samenstellen van dit nieuwe
boek „De schaatsen scherp - Elf
stedentocht" zet hij de kroon op
zijn werk als Elfstedenauteur en het
is niet overdreven te stellen, dat er
zelden of nooit in ons land een zo
mooi sportboek verscheen.
Het boek telt 184 pagina's en bevat
zoveel foto's, dat er geen twee naast
elkaar liggende pagina's zonder illu
straties in zijn. De lay out is zeer
modern en royaal, het papier is
zwaar en het geheel is gevat in een
pracht band met goudopdruk.
Belangwekkend in het boek zijn
vooral de eerste hoofdstukken, waar
in diep wordt ingegaan op de voor
geschiedenis van de Friese Elfsteden
tocht, waarvan - volgens de auteur -
de aanleiding misschien gezocht
moet worden buiten Friesland, in
de Zaanstreek, waar in 1676 al een
Twaalfstedentocht verreden werd.
Dank zij hardnekkig, maar zeer
tijdrovend speurwerk is Fenno
Schoustra er in geslaagd de namen,
leeftijden, beroepen en zelfs de
rijtijden op te sporen van een groot
aantal Friezen, die de tocht tussen
1800 en 1890 gereden hebben - in
een „Erelijst van de 19e eeuwse
Elfstedenrijders" komen ze in een
apart hoofdstuk in het boek voor.
GROTE VERRASSING
Een grote verrassing voor de onder
zoeker was het uit de mist van het
verleden naar voren komen van een
grote kampioen uit de vorige eeuw,
de Dronrijpster boer Douwe Hant-
jes Joustra, die de tocht tussen
1848 en 1871 niet minder dan drie
maal reed, de beide laatste malen
o.a. in het gezelschap van zijn zoon,
die met twee volbrachte tochten
eveneens een respectabele plaats op
deze erelijst inneemt.
Iedere winter hield Douwe Hantjes
Joustra zijn bijzondere schaatsbele-
venissen in een, gelukkig bewaard
gebleven, notitieboekje bij en het
zijn deze aantekeningen in een kos
telijke stijl, die een apart cachet
verlenen aan het hoofdstuk Schaats
tochten in de grijze oudheid.
UITVOERIG BESCHREVEN
Zijn de twaalf tot dusver gehouden
„georganiseerde" Elfstedentochten
alle al beschreven in eerder versche
nen boeken over de Elfstedentocht
nog nooit zijn ze zo uitvoerig onder
de loupe genomen als in dit boek,
dat voor een deel ook foto's (en
oude gravure's) brengt, die nog nooit
eerder werden gepubliceerd.
Interessant is het statistische gedeel
te met lijsten van wedstrijdrijders,
die zich in de loop der jaren meer
dan eens klasseerden; er blijkt uit,
dat slechts vijf rijders kans zagen
liefst vijfmaal een plaats te verove
ren in het klassement van de rijders,
die binnen twee uren na de winnaar
in Leeuwarden arriveerden. Die vijf
„supercracks" zijn de Friezen Dirk
van der Duim, Abe de Vries en Jaap
Woudstra, de Amsterdammer Piet
Trooster en de pas overleden Cor
Jongert uit Beverwijk.
POPULAIRE STUDIE
Een literatuuropgave en een verant
woording van de geraadpleegde bron
nen aan het eind van het boek
accentueren het gedegen karakter
van deze boeiend geschreven studie-
in-populaire vorm.
Wat het boek in het geheel niet met
de Elfstedentocht zelf gemeen heeft
is het moment, waarop het ver
schijnt: vandaag drie weken voor de
Sinterklaas en dat zal, dachten wij,
wel niet toevallig zijn. Het gaat
f 24.50 kosten en wie het niet in
de boekhandel vindt kan het recht
streeks bestellen bij de uitgever in
Leeuwarden, Fenno Schoustra's
Publiciteitskantoor.
KAZERNEBRAND
Hedenmorgen ontving ik het Kleine
Krantsje, dat ik altijd met veel
genoegen lees. Het verhaal over de
kazernebrand in Leeuwarden had
ditmaal mijn bijzondere belangstel
ling, omdat daar de naam L. de
Bruin in voorkwam. Dat is n.l. de
naam van de vader van mijn schoon
vader, die bij de brand invalide werd.
In mijn bezit is nog het getuigschrift,
groot 60 bij 45 cm. versierd met
het Nederlandse wapen eri enkele
afbeeldingen voor betoonde mens-
lievenheid. De tekst luidt:
„Aan L. de Bruin, beambte bij de
brandweer te Leeuwarden wordt
's Konings goedkeuring en tevreden
heid te kennen gegeven wegens zijn
verdienstelijk gedrag bij den brand
der kazerne Prins Frederik te Leeu
warden op den 14 Juni 1860.
Ten blijke hiervan wordt aan L. de
Bruin dit getuigschrift en een grati
ficatie van twintig gulden uitgereikt.
Kon. besluit van 7 july 1860, no. 45
De Minister van Binnenl. zaken
S. van Keimstra.
Voorschoten C. v.d. Heijde