DE KEIZERSGRACHT: EENS LANDELIJKE
LOMMERIJKE LAAN MET LINDEBOMEN
HUMOR UIT
DE OUDE DOOS
10
'T KLEINE KRANTSJE
LEEST
IEDEREEN I
f 3ileine 3£rantóje ieeót iedereen
vervangen door een kademuur, waar
door de Keizersgracht wel een heel
ander aanzien kreeg en haar lande
lijk karakter geheel verloor.
In 1956 kwam er door het dempen
een eind aan de geschiedenis van de
gracht, die omstreeks 1585 gegraven
was en vroeger het Blokhuisdiep
werd genoemd. In 1845 was het stuk
van dit Blokhuisdiep tussen de Kei
zersgracht en het Droevendal al
gedempt, waarna de nieuw ontstane
straat zeer toepasselijk de Gedemp
te Keizersgracht werd genoemd.
NAAR BUITENGRACHT
Het stukje water voor de ingang van
de gevangenis, dat er nog steeds is,
maakte heel vroeger deel uit van
een gracht, die via de Druifstreek
en de huidige Nieuwe Oosterstraat
in de richting van de buitengracht
üep. Die gracht moet dus gelopen
hebben langs de huizen, die we
links op de andere prentbriefkaart
zien - een „speciale uitgave" van de
Goedkope Winkel van de heer H.
Wijbenga. Dat wil zeggen dan: langs
de plaats, waar die huizen staan,
want eerst in 1585 werd dit deel
van de Druifstreek bebouwd en de
verdedigingsgracht om het blokhuis,
die hier eenmaal liep, was juist vijf
jaar eerder gedempt.
Zo op het oog veranderde er de
laatste halve eeuw niet zoveel sinds
de foto werd gemaakt, maar wie
de plaat even nauwkeurig bekijkt,
merkt toch wel wijzigingen op.
Het eivormige plantsoentje is ver
dwenen uiteraard en het aanzien
van de grote panden links verander
de helemaal.
In het eerste huis woonde indertijd
de heer R. Buisman, die toen ook
al boter verkocht en in het huis op
de hoek, woonde de advocaat en
procureur mr. J.D. van der Plaats.
Verder is er intussen ook het een
en ander aan de overige huizen van
de Druifstreek verbouwd, maar het
schoolgebouw rechts bleek er toen
al net zo te staan als nu. Alleen de
prachtige lantaarnpaal voor die
school verdween. Helaas mogen we
wel zeggen.
Z N „VLEGEL-ADJUDANT"
Pensiongast: „Helpt uw neef u bij
het dorschen?
Boer: „Ja, meneer, dat is mijn
vlegel-adjudant."
VOORZICHTIG
„Jantje, en wat denk jij van St.
Nicolaas?
„Och, da's onzin. Maar vertel niet
aan pa en ma, wat ik gezegd heb.
Want dan krijg ik misschien niets."
DOORLOPENDE
PERMISSIE
Op zekere Hoogere Burgerschool
was het den mannelijken leerüngen
verboden de afdeling te bezoeken,
waar vrouwelijke leerlingen zaten,
en op overtreding van deze bepaling
stond een geldboete.
Toch waagde de jonge De Wit zich
op verboden terrein, waarom hij bij
den directeur werd ontboden.
„De Wit," sprak deze, „ik moet je
een gulden boete geven, omdat je
in de damesafdeeling bent geweest.
Als het weer voorkomt, wordt het
een rijksdaalder; voor de derde maal
moet je vijf gulden betalen, en zoo
gaat het door tot vijf en twintig
gulden."
En op plechtigen toon sprak de
overtreder:
„Kunt u me ook zeggen, mijnheer,
wat een doorloopende permissie
kost?
OP HET BAL
Anna: „Hij zei, dat de wereld als
een woestijn voor hem was geweest,
voordat hij mij ontmoet had."
Marie: „Dan laat het zich verklaren,
dat hij danst als een kameel."
De Keizersgracht langs de gevange
nis, sinds haar demping een brede
verkeersweg met een misplaatste
naam, was - nog niet eens zo heel
lang geleden - een landelijke laan
met lindebomen en een aarden wal
aan de waterkant.
De foto, die Dijkstra's boekhandel
ten behoeve van een prentbriefkaart
omstreeks de eeuwwisseling van het
Blokhuisplein af heeft laten maken,
geeft die situatie nog aardig weer.
Het begin van het smalle grachtje
met een laag houten hekje er om
heen is er nog net op te zien en ook
de lange rij lindebomen pronkt er
nog in volle glorie op.
Kort nadat de foto was gemaakt
heeft het beeld van deze straat een
grondige verandering ondergaan.
Het hoekhuis van de Druifstreek
en de Keizersgracht, waarin de ka
stelein Johan Weyer destijds een
tapperijtje had, werd toen gesloopt
en ook de hele rij huizen tussen de
Kruisstraat en de Druifstreek, die
we nog duidelijk op deze prent
briefkaart kunnen zien, werd toen
met de grond gelijk gemaakt. Er
kwam een reeks nieuwe huizen voor
het personeel van de gevangenis in
de plaats en het nieuw opgetrokken
hoekhuis werd voor de directeuren
van deze sombere inrichting be
stemd.
ANDER AANZIEN
Het spitse torentje boven de koepel
van het pand, waarin nu de Gezond
heidsdienst voor vee gehuisvest is,
stond er toen al een kleine vijftien
jaar: het was in 1882 gebouwd als
een Rooms Katholiek Liefdesge
sticht, waarin ouden van dagen en
weeskinderen werden opgenomen.
Na het totstandkomen van de nieu
we woningen voor de gevangenis
bewaarders werden de lindebomen
omgehakt en werd de aarden wal