ALLEN HADDEN EEN BIJNAAM
DE VROEGERE SIGARENMAKERS
5
ALSTROUWE LEZER VAN HET KLEINE KRANTSJE HEB IK NATUURLIJK OOK
HET ARTIKEL „IN MEMORIAM HANNES VAN DIJK" MET BELANGSTELLING
GELEZEN. WAT BETREFT DE BIJNAMEN VAN DE SIGARENMAKERS KAN IK
U NOG WAT AANVULLEN AANGEZIEN IK ZELF VAN SEPTEMBER 1919 TOT
ONGEVEER 1940 ALS SIGARENMAKER HEB GEWERKT. MIJN EERSTE FA
BRIEK IN LEEUWARDEN WAS TROMP, LATER EERLIGH AAN HET VLIET,
VERVOLGENS JAREN BIJ U. DE BOER IN DE SCHRANS IN HUIZUM. DAAR ER
IN HETBEGIN VAN DE JAREN '20 ONGEVEER EEN ZES SIGARENFABRIEKEN
WERKTEN MET WEL 80 SIGARENMAKERS VAN WIE VEEL UIT ANDERE PRO
VINCIES WAREN ER OOK VEEL BIJNAMEN BUITEN DIE AL ZIJN GENOEMD
IN UW ARTIKEL.
SPECIALE BIJDRAGE VAN OUD SIGARENMAKER
J. LUCAS - AMSTERDAM
t 3^.teine ^.ranteje leeet iedereen
DE NEUS - GROEN VAN TZUM - DE ZWARTE - DE BAARD - DE LANGE - DE DOES - DE KLODDER - STEENTJE - DE KRUL SCHOONHOVEN
DE JORDANER - DE JOOD - ROOIE DAAN - ROOIE KEES - DE BULT - DE GELE - DE LUXE KURKETREKKER - HET VESKOVEN VIERKANT
Gewone bijnamen als „De Gele",
„De Kale", „De Neus", „De Lange",
„De Bult", „De Lip", „Rooie Daan",
„Rooie Kees", „De Zwarte", „De
Kruk", „De Jordaner", „De Jood"
(wegens z'n uiterlijk en spraak),
„Bonnet", „Steentje" (de bijnaam
van een bekend voetballer om zijn
geweldig schot, U begrijpt wel Dirk
Steenbergen) „De Klodder", „Halve
Wang" (had maar een oor) „Groen
van Tzum" (die wanneer hij te diep
in het glaasje had gekeken, met sten
torstem op straat en in café verkon
digde „Ik ben Groen van Tzum, de
hoogste toren van Friesland) dit
laatste kwam er steeds achteraan.
„De Baard" (had een prachtige grote
zwarte baard) was ongeveer 35 jaar
en viel in de korte tijd, dat hij in
Leeuwarden werkte veel op en vaak
wekte z'n baard onaangename reac-
tie's op. Was een mooie zanger.
OUWE BONKETUTER
„Onze Koebuk" (was een korte dik
ke man die als jonge sigarenmaker
in Amsterdam werkte en op een dag
in donker Amsterdam hoog uit het
raam met schelle stem hoorde „He
daar he je Onze Koebuk ook) die
naam raakte hij niet meer kwijt.
De stem was van een oud buurmeis
je, dat daar werkte.
De „Ouwe Bonketuter" mocht graag
plagen met „do bist een oude bon
ketuter. Hij hield die naam.
De nu volgenden waren geen Leeu
warders, maar hebben hier korter of
langer gewerkt en behoorden tot de
zogenaamde „reizende jongens".
„De Baard" (deze is al besproken),
„De Does" zo genoemd om zijn
zware wenkbrouwen en z'n ogen
die bijna niet te zien waren. Het
was een vreemd gezicht. „Bolle
Wallen", die als het even kon zo
mers graag in Leeuwarden werkte.
„Bonie Octrooi", een oude klassie
ke zwerver die door heel Nederland
reisde. „De Krul Schoonhoven", was
de beruchtste zwervende sigarenma
ker van geheel Nederland en werd
zelfs door de „reizende jongens" als
„de koning van de sigarenmakers"
betiteld, dit dan in de ongunstigste
zin van het woord. Er was bijna geen
stad of dorp of hij was er wel ge
weest en had er gewerkt of gezwor
ven, meestal zeer korte tijd. Als jon
gen van 15 jaar werkte ik in 1917 op
een sigarenfabriek. Daar kwam op
zekere dag „De Krul" met een colle
ga werken. Het duurde niet lang,
slechts enkele dagen, of hij werd be
trapt op stelen van tabak. Hij had
een lange stok met een grote spijker
er in, en zo stal hij in de schuren ge
woon over een hek de bosjes tabak
van de planken. Hij vloog er uit en
z'n maat ging met hem mee. 's A-
vonds kwamen ze bij ons thuis. We
bewoonden een groot huis met een
voorportaal waar vroeger een winkel
in was geweest. Zij hadden een
groot pakket boeken bij zich en
vroegen of zij die zo lang tot de
volgende morgen bij ons mochten
laten, en tegen mij zeiden ze dat ik
er niet in mocht kijken. Ik keek er
toch in en keek verbaasd op er dun
ne boekjes in te vinden op Christe
lijke grondslag met als titel „Het
reine geslachtsleven". Hiermede gin
gen zij de boer op in de omgeving
Elburg en Doornspijk, die waren
overwegend protestant en „De
Krul" kon zich overal aanpassen
en praten als een dominee en had
de brutaliteit om soms voor te
gaan in gebed bij de boerin 's mid
dags bij het eten. Ze kwamen dan
's avonds weer de boeken bij ons
brengen. De collega van „De Krul"
vertelde mij dan wel eens wat ze
meegemaakt hadden en zei dan wel
eens, ik heb nog nooit zo'n come-
diespeler meegemaakt. Oorspronke
lijk was deze man ook degelijk ge
weest, maar door verlies van zijn
vrouw en kennismaking met „De
Krul" aan lager wal geraakt.
ALS EEN BURGEMEESTER
Mijn vader had van zijn baas een
mooi blauw pak gekregen. Het was
een hele grote kerel en mijn vader
was het ook nog te groot. Maar
„De Krul" wou het graag hebben,
hoewel het ook rammelde om zijn
lichaam. Maar die zondag liep hij
in Elburg als een burgemeester, hij
had in jaren niet zo'n mooi pak ge
had. „De Krul" raakte bij ons aan
huis vertrouwd, want hij kreeg wel
eens een boterham en een gebakken
Elburgse bot. Ze kwamen dan ook
iedere morgen halfzeven bij ons de
boeken op halen en dekblad op leg
gen, wat de sigarenmakers vroeger
altijd thuis deden. Wij hadden hier
door veel tabakstelen in ons huis
en toen „De Krul" zei naar Amster
dam te zullen afreizen, stelde hij
mijn vader voor de stelen voor hem
te verkopen in Amsterdam. Mijn
vader had een grote linnenzak uit
Amerika meegebracht en daar gin
gen alle stelen in en volgens „De
Krul" minstens 10 gulden waard
in die dagen heel wat.
Het geld zou „De Krul" wel per
postwissel sturen. Je begrijpt wel
dat hier niks van terecht kwam.
Er gingen een paar weken overheen
en mijn vader werd al ongerust of
hij ooit nog wel iets zou vernemen,
en toen kwam er een brief dat de
stelen in beslag waren genomen,
maar hij behoefde niet bang te we
zen, het kwam wel in orde. Mijn va
der hoorde pas weer wat van hem
toen hij in 1920 in Leeuwarden
werkte en „De Krul" daar voor een
paar weken kwam opdagen. Onze
ervaringen met „De Krul" waren in
Leeuwarden ondertussen bekend ge
worden en ook „De Krul" hoorde
dat wij in Leeuwarden werkten.
De vreemde sigarenmakers hadden
vroeger wel de gewoonte om 's a-
vonds op de Nieuwestad te wande
len. En zo gebeurde het dat „De
Krul" 's avonds ook op de Nieuwe
stad was en zijn collega's tegen hem
zeiden „Daar komt een kennis van
je uit Elburg aan. „De Krul" her
kende hem direct en zei tegen hem
ik heb zo'n last van m'n maag en
maakte dat hij weg kwam, want hij
wist wel dat mijn vader potig was
en ook als cowboy (in Amerika)
wel een ruw léven gewoon was.
Hij heeft hem in Leeuwarden niet
meer ontmoet.
DE COWBOY
Tenslotte iets over mijn vader zelf
die de bijnamen had „De cowboy"
en „Ome Red je". De naam Cowboy
was een gevolg van zijn verblijf in
Amerika van 1911-1914, ruim drie
jaar waarvan ruim 2 jaar als cowboy
in Amerika bij de Canadese grens.
Van 1916 tot 1919 hebben we drie
jaar in Elburg gewerkt. In 1917
kwam er voor een paar weken een
circuswagen met één leeuw er in, die
je voor 10 cent kon bezien. De
wagen maakte geen solide indruk
en de leeuw lag rustig te slapen toen
ik eens ging kijken. Een oude vis
serman met zijn jongens ergerden
zich daar zeker aan en ik zag dat hij
met een stokje de leeuw begon te
kietelen. Opeens sprong de leeuw
brullend overeind en sprong tegen
de tralies op. De wagen stond te
schudden. We vlogen allemaal en
ook de oude visserman was wit van
de schrik. We dachten dat de oude
wagen dat geweld niet zou kunnen
verdragen. In die tijd ging mijn
vader wel eens stropen 's nachts met
een collega, ook een sigarenmaker,
een dikke manke man. Ze kwamen
's nachts langs de leeuwenkooi, die
ongeveer 200 meter buiten het stad
je lag en hoorden opeens een gebrul
en even later een plons in een sloot.
RED JE!
Ze dachten direct aan de leeuw en
meenden, dat die door de sloot was
gegaan. Ze schrokken geweldig en
mijn vader nam snel de benen onder
het uitroepen van „Red je" (deze
bijnaam had hij hieraan te danken).
De dikke manke man kon, zoals
hij later vertelde, bijna .geen stap
verzetten. De volgende dag werd
dit avontuurtje op de fabriek natuur
lijk druk besproken en werd er erg
om gelachen. Ik heb nog nooit ie
mand zo hard zien lopen, het waren
alleen maar benen, anders zag ik niet
vertelde de dikke man. De.plons in
de sloot bleek later veroorzaakt te
zijn door een paard, dat waarschijn
lijk ook was geschrokken van het
gebrul van de leeuw en in zijn angst
door de sloot was gesprongen.
BLAUWE HANNES - HET KARKE - BLANK OM EEN - HET UUTHANGBORD - DE ZWARTE - DE BAARD - ROOIE KEES - DE BULT - DE GELE