Wë JM m kommissie, geheel bestaande uit arbeiders en arbei dersvrouwen ik hield mij dus op den achtergrond en wij zonden een request aan den kommissaris van |§f MwÊfc koninéin om audientie aan te vragen. Het ver- |fj| zoek werd geweigerd met de toevoeging, dat wie wou, maar op de gewone receptie moest komen. De arbei- Hprclffimmissip hpulnnf van Hp7.p óflfópnVipiH ópVimilr ter Jelles op", in die woorden gaf de feestvreugde zich 0gm meestal lucht En allerlei soort van volk deed aan die manifestaties mee: zoogenaamd fatsoenlijke heeren uit den burgerstand stonden in de cafés met den hoed op den stok tierende en schreeuwende te dansen, als zij 00$ één van de .socialen" voorbij zagen komen; deftige da- p0^ mes wuifden voor de ramen de onzinnige menigte toe, ermee door te gaan." derskommissie besloot van deze gelegenheid gebruik maken en op de receptie, die wemelde van de ge wone deftigheden, traden een stuk of twintig arbeiders n W gin een indruk van het Friesche volksvoedsel te geven door haar een pot met maïs, een spijs, die door het ||fi Friesche volksvooroordeel als minderwaardig werd be- tfÉ Het Friesch koffiehuis was het centrum van de konings- gezinde burgerij en daartegenover was de sigarenwin- kei van den sociaÜst van Borssum Waalkes, die het WM zwaar te verduren had. Den morgen na den intocht m van de koninginnen kwam Waalkes bij mij met het verzoek hem 's avonds bij te staan. Ik was nog pas in een overgangsperiode van het burgerlijke naar het sociaHstische en daar stond ik nu plotseling voor de ----- - - Ml binnen, was mij antipathiek en het avontuur was niet zonder Intusschen had zich een merkwaardig verschijnsel gevaar, maar het was onmogelijk mij er van af te ma- voorgedaan van symbolieke beteekenis. De arbeiders, ken; ik gevoelde mij verplicht op mijn post te staan. wÈk ji.11jEerst ging ik met Waalkes naar den burgemeester om te klagen over de behandeling hem den vorigen avond aangedaan door de Oranjeklanten en ik verzocht maat- regelen te nemen tegen herhaling. Ik zette den burge- meester uiteen, hoe het den vorigen avond nog vrij Ügla! moeder' te wenden. op straat speelden de Oranjemannen de baas. De |i| .Sneeker Courant" gaf van hun optreden de volgende beschrijving: .Het Oranje-boven, dat geroepen werd, il§jf was minder een hulde aan het Oranjehuis, dan wel een r_iii m f)hcsSR goed was afgeloopen, maar hoe het op den duur moest ontaarden in geweld en molestatie. De burgemeester wilde geen voldoende toezegging geven en toen be- ||a|| loofde ik, dat ik 's avonds bij Waalkes zou komen om bij zijn bescherming te helpen. jPt^S Ik had eenyriend van me, den ouden Zandstra, gevraagd, ipiip hi(i Ml WirèprdijU g»É® S to° neej n&ar /°prt de bande. van w uit In J °vereennder k^amen te v0) uCZlT1de inmiriri, een. am niet gej^eêen". f-j^bad Ketde in alle Prijzen.én Kwaliteiten HET LIED VAN WILHELMINA m 'Mm-. «fó ooi o„L«nger. MmtMm 't Si(eine ^.rantsje leest iedereen 'k Ben Wilhelmina, proletaien! Als kind zit ik reeds op den troon. WI Tc Draag op mijn goudgetinte haren wsS^S De Nederlandsche koningskroon. It Ben op het vorstlijk Loo geboren, Maar als ik meerderjarig word, ^a' aan 'l aTme volk behooren, WM Dat zijn rechten wordt verkort. Leef, leef, Wilhelmina, Voer ons eens aan, verlos de maat- ïlfpls schappij Van 't Mammondienen ons vrlJ! En maak Ben thans omringd van gouden K'i'Vfi torren Die klett'ren met hun zijdgeweer. Of spelen met hun groote snorren En zich steeds noemen: „man van Tt Walg van die opgedirkte apen, Ik haat dat militair vertoon: De mensch is niet tot moord gescha pen, Den naaste minnen, dat is schoon. Koor: Leef, leef, Wilhelmina! Verlos ons land van de soldaterij; Maak ons van 't dienen - In 't leger vrij! Wie zich aan nutten arbeid wijden En schatten halen uit den grond, Zij mogen nimmer hongerlijden, Met hen sluit ik den broederbond. Tc Wil slechts van arbeidsadel weten. Weg laffe vleiers, kruipers, wijk! „Al wie niet werkt zal ook niet eten" Dat wordt de grondwet van mijn rijk. Koor: O, ga ons voor, verlos de maatschap pij Van 't heerendienen - Maak d'ar- beid vrij.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1971 | | pagina 9