DA EEN KLUIZENAAR IN f kleine S^rantóje leeót iedereen VANDAAG VOOR VEERTIEN DAGEN OVERLEED IN HET ACADEMISCH ZIEKENHUIS IN GRONINGEN DE BIJNA VIER EN TACHTIG JAAR OUDE FREERK SIEKMANS, DE KLUIZE NAAR VAN DE BIRDSKOP ONDER GROUW IN HET HART VAN HET FRIESE WATERLAND, WAAR HIJ EEN GROOT DEEL VAN ZIJN LANGE LEVEN HEEFT GEWOOND. ZOALS EENS SIETSKE EN MAAIKE, DE KLUIZENAARS VAN HET HOLSMEER BIJ DE WATERSPORTERS EEN GROTE BEKENDHEID GENOTEN, ZO KENDEN OOK VELEN DE EENZAME MAN VAN DE BIRDSKOP, FREERK SIEKMANS, DIE DE STILTE VERKOOS BOVEN HET DRUKKERE LEVEN IN EEN DORP OF DE STAD. KORT VOOR DE OUDE FREERK, ZEER TOT ZIJN ZIN, MAAR DOOR ZIEKTE GEDWONGEN, ENKELE JAREN GELEDEN AFSCHEID MOEST NEMEN VAN HET ROMANTISCHE LEVEN OP DE BIRDSKOP SCHREVEN WIJ HET VOLGENDE, TOT DUSVER NOG NIET GEPUBLICEERDE VERHAAL OVER DE EENZAMEN IN HET FRIESE WATERLAND, DE ALDE FREERK EN FOLKERT VAN DER MEER, EENZELFDE NATUUR MENS, DIE EEN SOORTGELIJK LEVEN LEIDT. WONEN IN DE WIJDE WERELD, MIDDEN IN DE NATUUR TUSSEN DE VOGELS EN DE VISSEN, VER VAN DE DRUKTE VAN DE STAD, ZONDER BUREN OP EEN STEENWORP AFSTAND, ZONDER WATER EN ELECTRICITEIT, ZONDER RADIO EN T V. EN TELEFOON, SLECHTS TE VOET BEREIKBAAR OF MET EEN BOOT - KOMT DAT NOG VOOR IN NEDER LAND? NOU EN OF! OP DE VALREEP VAN DE EEN EN TWINTIGSTE EEUW LEVEN ER NOG STEEDS NATUURMENSEN, VER VAN DE GEMAKKEN VAN DEZE MODERNE TIJD, ZONDER OF VRIJWEL ZONDER DAGELIJKS CONTACT MET HUN MEDEMENSEN EN ZON DER DE GERINGSTE BEHOEFTE AAN EEN WIJZIGING VAN HUN EENZAAM BESTAAN. HET ZIJN FIGUREN, DIE VAN JONGSAF IN DE NATUUR HEBBEN VERTOEFD, DIE ZICH INNIG MET HET NATUURLEVEN VERBONDEN WETEN, DIE VOOR GEEN GOUD ZOUDEN WILLEN WONEN IN EEN DORP, LAAT STAAN IN HET OORVERDOVENDE GEROEZEMOES VAN EEN DRUKKE STAD. Zwervers in het Friese waterland zullen er met een beetje geluk nog twee kunnen aantreffen in het na tuurgebied tussen Grouw, Eerne- woude en Wartena, twee mannen, die heel hun leven in de stilte woon den: Freerk Siekmans, een verras sent vitale veteraan, die al over de tachtig is en Folkert van der Meer, een jongere generatie, die naar z'n jaren een kleinzoon van Oude Freerk had kunnen zijn. Laten we maar eens bij de heren op visite gaan, ze zijn niet mensen schuw, ze vinden een bezoekje zelfs wel leuk, ze praten als Brugman en ze hebben heel wat beleefd, want wie, zoals zij, woont in de natuur hoeft niet te denken, dat hij zich ooit verveelt. Freerk Siekmans, een machtig mooi oud mantsje, klein van stuk, maar nog zo hecht als een beuk, een levendige verteller, een type, dat gemakkelijk vrienden verwerft en nauwelijks weet wat vijanden zijn. Freerk Siekmans woont op de Birds- kop, op het uiterste puntje van wat tot voor kort nog een groot en langgerekt eiland was, maar dat sinds het afdammen van het water de Bird een schiereiland is. De grond, waarop z'n onroerende goe deren staan - een oude houten koestal, een oude houten paarde- stal, een oude houten kippenren, een nieuw houten hok en nog een nieuwer houten hok - steekt als de kop van een onderzeeboot een eind op in de Sitebuurster Ee - wanneer het stormt uit het oosten zwiepen de woedende golven het krijtwitte schuim over al die hokken heen, maar aide Freerk voelt zich dan veilig in z'n oeroude woonarkje, dat beschut aan de westkant van deze hokkenboel ligt. Freerk Siekmans woont er niet alleen; een hele familie lappekatten eet aan de tafèl mee; het zijn de enige levende wezens met wie de oude man geregeld converseert. Ook tegen de kippen en de ganzen wil hij nog wel eens wat vriendelijks zeggen, maar die brave beesten zeg gen niets terug. „Die katten verstaan me", beweert oude Freerk, „en ik versta de katten, we praten gewoon met elkaar." GUOZZEFLAPPER Freerk Siekmans heeft langzamer hand een leeftijd bereikt om op z'n lauweren te rusten, maar tot voor kort verdiende hij zijn brood met vogelvangen, hij was een gerenom meerde ganzenvanger, ofwel guozze- flapper, zoals de Friezen zeggen en onder die guozzen mogen we wat Freerk betreft ook nog eenden en wilsters en zelfs kraaien verstaan, want ook zulke zwartjakken heeft Freerk wel met het net verschalkt: „Een kraai? Heb ik liever in de pan dan een kip. Met een beetje boter, lekker doorsudderen, hééééérlijk man!" Verder is Freerk beroepsvisser ge weest en boer natuurlijk, want al die hokken op z'n erf zijn er lang geleden niet voor niets neergezet; we hebben hier te maken met de restanten van een kleine koemelkerij. De naam Siekmans doet aan Gro ningen denken en dat klopt: Freerk is in 1887 (19 maart) geboren in Foxhol, maar hij was nog geen drie, toen hij met zijn ouders, z'n zuster en beide broers naar Friesland kwam, eerst in Eestrum, later in Garijp, Ook vader verdiende vroeger met het vangen van vogels het brood, maar toen het gezin zich in de eerste wereldoorlog in een woonarkje neer zette midden in deze wildernis bij de Sitebuurster Ee, ging het ook de agrarische kant nog op: er kwamen een paar koeien, er kwam een paard, er kwam zelfs een stier, er kwamen dus ook kalveren en mét het vogel- vangen en mét het vissen werd het op de Birdskop een hele bedrijvig heid. Freerk had er een groot aandeel in, want de zuster en de broers trokken er al gauw getrouwd tussen uit, terwijl hij maar 't liefste trouwde met de natuur: uren en uren achter de skuul staan bij het guozzenflap- pen, in weer en wind vissen met de zegen, de totebel, met dobbers of zethengels of aalfuiken, koeien mel ken, kippen verzorgen, katten op fokken, man, er was niks mooier en dat alles in een wereld van stilte en rust. Na het overlijden van vader in '39 bleef de toen al twee en vijftig jaar oude Freerk alleen met moeder achter, na de dood van moeder in '47 was hij helemaal alleen. Alleen, voor zover een natuurmens als Freerk Siekmans alleen kan zijn-het vee was weliswaar al na het overlij den van de oude Siekmans de deur uitgegaan, maar de lappekatten wa ren gebleven en wat gaf dat, met alle beslommeringen van het vissen en vangen, al niet een gezelligheid! Freerk lachte om de veelgehoorde bewering, dat een kat niet te dres- Op de foto's hierboven vader Tjeerd en) Freerk Siekmans, op de plaat hieronder l in de stilte van de natuureen vooirl seren is en hij liet ze mooi zitten en (rechter)pootjes geven en zelfs op commando - „hoep!" - over z'n ontblote hoofd heenspringen. In de loop der jaren kwamen er heel wat kranten op deze mirakelstukken af - zo heeft Freerk Siekmans nogal eens in de publiciteit gestaan. Wie nu bij deze bepaald bijzondere man op bezoek wil gaan zal zich de moeite moeten getroosten van een lange wandeling door het land

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1971 | | pagina 6