ROMANTIEK VAN VROEGER: PAARDEN IN DE SNEEUW DEKKLEDEN VERHUUR 8 KLUIZENAARS IN 'T WATERLAND WWW WWV Dan zal geboortecijfer dalen HERINNERINGEN IN DICHTVORM OOK VERKOOP Scherpe prijzen 'f Vileine 3^-rantóje leeót iedereen Vervolg van pagina 7 heid en hier zou hij willen blijven ook. Goed, Folkert van der Meer heeft een gezin gesticht, hij leeft niet zoals die oude Freerk in een vol strekte eenzaamheid, hij hoort die kinderstemmen om zich heen, hij zal voor zijn vrouw zo nu en dan klinkende munt op tafel moeten leggen, hij verkeert thuis zeker an ders, dan de Koning van de Site- buurster Ee, maar toch zijn er veel gelijkenissen. Ook Folkert van der Meer is afhan kelijk van de natuur, hij leeft van het riet en hij leeft van de vogels, hij staat op bij het kraaien van de haan en wanneer de kippen op stok gaan eindigt ook voor hem de dag. Nog meer dan Freerk Siekmans is Folkert van der Meer een man, die leeft van, maar ook vóór de natuur: hij gaat er volledig in op, hij houdt van de bloemen en de vogels, hij houdt van het wild, dat hij jaagt, hij draagt zelfs een steentje bij aan de wetenschap: Folkert heeft een vergunning van de Minister om vo gels te ringen en dat doet hij met heel z'n hart. Zelf ook kweekt hij fazanten om ze de vrijheid te geven, zodra ze op eigen poten kunnen staan, hij houdt eenden en sierganzen, hij houdt een prachtige pauw, hij houdt honden en katten en z'n hele hebben en houden lijkt wel een dierentuin: ROMANTISCH „Je moest es weten hoeveel mensen hier komen met een fototoestel" zegt Folkert, „ze vinden het allemaal maar erg romantisch geloof ik". Folkert woont al lang niet meer in het arkje, waarin hij groot geworden is. Na z'n trouwen en na het vertrek van vader Tjeerd naar elders in dit waterland heeft hij zich genesteld op de vaste wal in wat officieel een noodwoning heet: een houten ge valletje, dat met wat scheefgezakte bouwsels er omheen niet de indruk geeft dat het hier over, pakweg een dertig of veertig jaar, nóg zo zal staan. Maar Folkert woont er met vrouw en kinderen best naar z'n zin; elke stap buiten z'n deur is een stap in de pure natuur - waar vindt hij een woning, waar hij zo vrij is als hier? De belangrijkste bron van inkomsten zal wel het rietsnijden zijn, maar dat is niet iets, waarover je met een bezoeker geestdriftig kan praten. De jacht, ach man, het jagen, dat is z'n lust, dat is z'n leven - het weide lijk jagen wel te verstaan. „Ik heb es de vader van Kees Verkerk gehad. Ja, Pleun, dat kon wel. Nou, die zegt, kerel, ik heb heel wat jacht partijen meegemaakt, maar zo wei delijk als jij jaagt heb ik het nog niet vaak gezien." WEIDELIJK JAGEN Weidelijk jagen, Folkert van der Meer kan zich niet voorstellen, waarom het anders zou moeten. „Ze zeggen wel eens, die beroeps jagers knallen alles maar neer, maar dat is niet zo. Als broodjager moet je juist veel sparen. Je moet wat houden in je veld. Er moeten weer jongen komen, anders hoef je je er ook niet weer te vertonen." Niet alleen op het eetbare wild, maar ook op bunzingen, op wezels, op hermelijnen, heeft Folkert wel gejaagd en op visotters in een tijd, toen er voor deze dieren nog geen bescherming was. ,.Je hoort tegen woordig wel van die mooie verhalen over visotters, die mensen aanvallen. Nou, vergeet het maar hoor. Als otters zo kwaad waren, zat ik hier niet meer; dan waren we al lang opgevreten hoor. Zo'n otter is wild en alle wild is schuw, ander wild is er niet." En dan het vogelflappen! Folkert raakt er niet over uitgepraat. „Dat is nou leven hè - hebben ze geen idee van bij jullie in de stad!" Zo brengt Folkert van der Meer hier z'n dagen door, met rietsnijden, met de jacht, met het verzorgen van zijn bijen, z'n kippen, z'n eenden, z'n ganzen, z'n pauw, met het vogelvangen - als een vrije vogel, die zich zelf niet door anderen vangen laat. Misschien zijn er in heel ons land geen tien mensen meer zo als hij, een natuurmens, die alleen bij de gratie van de natuur kan bestaan. Met aide Freerk Siekmans zorgt Folkert van der Meer voor een vleugje menselijke romantiek in dit stille land van riet en water. LEZERS KLOMMEN IN DE PEN Vervolg van pagina 4 lingen opgeven, 't Was een bijzonder aardige man, naar mijn beste weten woont zijn zoon, nu ook al minstens 75 jaar oud, in het St. Anthonie Gasthuis. De heer Zandstra was een van de grote mannen van Excelsior. Zijn schoonzoon was de bekende onder wijzer P. van der Molen. Castricum A. van der Kooi De professor in de Biologische faculteit in Groningen gaf col lege en behandelde deze mor gen het wereldbevolkings vraag stuk. „Kijk heren" richtte hij zich tot de studenten „het ontzet tend snelle toenemen van de wereldbevolking vraagt grote, ja zelfs, onze ernstige bezorgd heid. Ik zal u dit trachten nader te verklaren. Volgens het Internationaal In stituut voor Statistiek was de wereldbevolking in 1850, 1075 miljoen zielen. Dit was in 1900 1564 miljoen, in 1940 al 2200 miljoen en nu in het jaar 1969 al méér dan 2600 miljoen. Sind Sinds 1850 dus een toeneming van bijna 25 pet. Met behulp van de computer, is nu bere kend dat, wanneer de bevol kingsgroei in deze mate door gaat, er in het jaar 3000 zo weinig ruimte meer is voor de individuele mens op aarde, dat men tenslotte rug aan rug zal staan. En dan pas zal, naar alle waarschijnlijkheid, het geboor tecijfer dalen". WANNEER JE EEN l/ING GOED DOEN WILLE, MUT JE DUIZEND ANDERE DINGEN LATE AN EEN POSITIEF ANTWOORD HE JE MEER AS AN TIEN NEGA TIEVE JE MUTTE HET HUWELIJK MAR SO BEKIEKE: HET IS EEN HOGE SCHOOL VOOR 'T LEREN VAN GEDULD NIET IEDEREEN, DIE'T GIEN BRIL, MAR WEL GOEIE OGEN HET, KAN OOK WERKELIJK GOED SIEN A'T JE GOED LEVE WILLE, MUT JE JE SELS NIET KWELLE MET EEN SOOD PIEKERAASJES Ben nu een dubbele zeven in jaren, dat is al een hele tied, en het is nu zestig jaar geleden, dat ik Leeuwarden verliet. Ben wel eens komen overwippen, meestal was 't voor vreugde of rouw, maar dan was 't maar voor een dagje, dan gaat alles even gauw. Ben nu een paar dagen langer bleven, 'k wou de stad nog eens bezien, bezoek dan nog eens die mooie plekjes en mijn oude buurt misschien. Ik maakte een toertje met een auto, om de buitenwijken heen, jongens, jongens, wat een huizen, vroeger stond er daar niet een. De binnenstad is hetzelfde gebleven, enkele straten wat verbreed, vroeger was 't de hondenkar en paarden, die toen in de straten reed. Balstienen en kleine stientsjes, zoals de Leeuwarder zei, ja, die zijn nu allemaal verdwenen en de blauwe stoep er bij. Kan hier nu wel veel kritiek gaan schrijven, op de dingen in de stad, maar je moet toch altied zo maar denken, overal is wel eens wat. Er is een ding dat ik niet goed kan snappen, 'k heb er ook versteld van staan, jullie zjrllen 't zeker wel begriepen, waar ik nou naar toe wil gaan. Moest in de Schrans d'overweg passeren, maar de bomen waren neer, het is nu zeventig jaar geleden, stond 'k er ook wel eens een keer. Maar och toen trokken wij van het wachten nog zo bitter weinig aan, ook toen kwamen al meerdere klachten, dat je er zo lang moest staan. Ben nu op een marktdag eens gaan kijken, hoe ieder naar d'bomen sloop, bij't openen er van was 't een chaos, 't leek wel een grote mierenhoop. Er is toch een oplossing te vinden, 'r overheen of onder door, want anders staat de jeugd van heden er ook eens als bejaarde voor. Bussum, Jac. Barendsma SUKSES IS GIEN EINDDOEL, •MAR EEN ANMOEDIGING HET KAN OEK EEN HELDEN DAAD WEZE OM DE PLICHTEN VAN 'T GEWONE LEVEN OP JE TE NIMMEN HET ENIGE INSTRUMENT, DAT SKERPER WUDT AT JE'T MEER BRUKE IS JE TONG HÉTBEWAREN VAN EEN GROAT FORTUUN IS MOEILUKER DAN HET BIJMEKAAR TE KRIJEN van nieuwe kleden in alle afmetingen, o.a. van katoendoek, hennep- en nylondoek Kwüir Ao 1880 Zuidergrachtiwal 24 Tel. 25315, na 18 u. 27324 LEEUWARDEN ,De sneeuwjacht zweept hem d?

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1971 | | pagina 8