IEBELTSJE KONT LEIDDE EENZAAM LEVEN IN BEESTEBENDE KONINKLIJK DROEGEN ORANJE OP FEESTDAGEN HAAR KATTEN HUIS ^rcintsje leest iedereen IN EEN INGEZONDEN STUKJE IN T VORIGE KLEINE KRANTSJE WERD GESPROKEN OVER EEN VERWAARLOOSDE VROUW, DIE IN VROEGER JAREN BIJ DE SPOOROVERWEG IN LEEUWARDEN WOONDE EN DIE IEBELTJE HEETTE. OP ONZE VRAAG OF DEZE IEBEL- TJE MISSCHIEN IEBELTJE KINGMA HEETTE EN LATER IN BOVEN KNIJPE WOONDE, ONT VINGEN WIJ VERSCHILLENDE REACTIES VAN ABONNEE S DIE DIT SCHILDERACHTIGE TYPE HEBBEN GEKEND, EN DIE NOG SCHERPE HERINNERINGEN BEWAREN AAN IEBEL^ TSJE KONT, ZOALS HET WIJFJE IN HAAR OMGEVING WERD GENOEMD. DIE OMGEVING WAS DAN BENEDEN EN BOVEN KNIJPE, WAAR IEBELTJE IN EEN ONVOORSTELBAAR VERWAARLOOSDE WOONSCHUIT HUISDE. DAT ZIJ OOK IN LEEUWARDEN EN WEL IN DE BUURT VAN DE HOLLANDERDIJK HEEFT GEWOOND, KWAM IN DE REACTIES VAN ONZE LEZERS NIET UIT DE DOEKEN - VOORLOPIG MOETEN WE DUS MAAR AANNEMEN, DAT DE IEBELTJE VAN DE HOLLANDERDIJK EEN ANDER (MAAR NIET MINDER MERKWAAR DIG?) TYPE IS GEWEEST. lozing" van lebeltje Kingma gewijd. „Dat zulke toestanden in onzen tijd nog mogelijk zijn, dat mag toch onbegrijpelijk heeten - wij vragen het ons zelf met verbazing af' aldus het blad, dat verder schreef: De originele foto's die we hier brengen zullen opzien baren. Ze illustreren de wijze, waarop onder de gemeente Schoterland en Boven Knijpe een 62 of 63 jarige vrouw in de grootste vervuiling en zelfver- waarlozing leeft. Volgens haar eigen wil. Want kleren heeft ze genoeg: de woonschuit op het droge, haar behuizing die ze drie jaar geleden nieuw kreeg, is volop met allerlei kleren en rommel en ook er om heen liggen dozijnen dozen en kis ten, alles vol m?t haar eigendom. Vier witte katten, half wild, zijn haar eenig gezelschap. Eten doet ze alleen uit een pot met rijst, die ze eenmaal in de drie of vier weken gereed maakt. SPREKEN OP RIJM HEEL GOED GEKEND Nog wel meer van lebeltje Kont wist onze abonnee, de heer K. Olijnsma te Groningen, die z'n jeugdjaren eveneens in „de Kniepe" heeft doorgebracht. De heer Olijnsma berichtte ons het volgende: In Uw nummer 138 werd door U op pagina 4 een foto afgedrukt van „lebeltje Kingma", die in Boven- knijpe bij Heerenveen heeft ge woond. Daar ik mijn prille jeugdjaren in Bovenknijpe heb doorgebracht en daarna naar Leeuwarden ben ver huisd, kan ik U mededelen, dat ik 'deze lebeltje Kingma (in de volks Het is inderdaad ongelooflijk hoe zoiets in onzen tijd nog kan gebeu ren. De foto's spreken wel voor zich zelf. Merkwaardig spreekt de vrouw, die echter niet graag vreem den ziet, meestal op rijm: in haar eenzaamheid rijmt ze haar gedach ten aaneen. Haar inkomen bestaat uit drie gulden ouderdomsrente. Wij vragen: moeten dergelijke toe standen in deze tijd bestendigd blijven? Niet alleen dat haar keet, de woon schuit op het droge, tot berstens toe vol met rommel zit, ook er om heen houdt ze al haar eigendom men bijeen. Vijf of zes oude kinder wagens, kisten en dozen vol afval, kleren en wat al niet. baar verwaarloosd uit en was in lompen gehuld. Ook de woonschuit verkeerde in een ontzettend ver waarloosde staat, om van de binnen kant maar niet te spreken. Allerlei rommel werd door haar verzameld en de schuit lag tjokvol met o.a. partijen lege dozen, die ze bij de boeren vandaan haalde, (veekoeken dozen enz.). Toen echter het stuk land, waarop haar schuit lag, ge bruikt moest worden voor de aan leg van een voetbalveld, moest lebel tje ook verhuizen en kwam ze te wonen in een oude woning aan de Schoterlandse Compagnonsvaart naast de O.L. school. Ze hield veel van katten en had meestal 3 a 4 witte katten in huis, die allemaal genoemd waren naar leden van het Koninklijk Huis, zoals Emma, Wil- Mevrouw De Jong-De Jong te Leeu warden schreef ons naar aanleiding van onze vraag het volgende: De foto, die U in 't Kleine Krantsje afdrukte van dat oude vrouwtje Y. Kingma, is van een oude vrouw die in 1906 of '07 in Beneden Knijpe woonde. Zij leefde toen nog met haar moeder, een oud mensje met zo'n blauwe hoofddoek om en die had een paar donkere karbonkelachtige ogen. Zij, Ybeltje, bijgenaamd Ybeltje Kont, had ver scheidene katten en was op Konin ginnedag geheel met oranje getooid. Misschien heeft zij later nog wel in Boven Knijpe gewoond, maar ik herkende haar direct en wij woon den toen in Beneden Knijpe. Dat ik er niet meer van weet komt, omdat wij spoedig naar Leeuwarden ver huisden, maar er zijn misschien wel mensen die U meer kunnen vertel len. den en ik weet me nog te herinne ren, dat al haar bezittingen daarna zijn verbrand. Dat lebeltje in de Schrans heeft gewoond, is mij niet bekend. Tot zover de heer Olijnsma. In het najaar van 1925 heeft het vroeger zo populaire blad Het Leven een fotoreportage aan het „haast ongelooflijke geval van zelfverwaar- mond lebeltje Kont) heel goed heb gekend. Ik kan me nog goed herinneren, dat ze in een heel oude woonschuit woonde, die op het droge was ge trokken op een stuk land aan het weggetje, dat liep van Bovenknijpe naar Katüjk. Ze zag er onvoorstel- helmientje, Juliaantje, Hendrik. Als iemand uit het Koninklijk Huis jarig was, droegen de katten oranje linten. Het was geen kwade vrouw maar omdat ze er erg vies en ver waarloosd uitzag, waren wij wel wat bang voor haar. Als ze de straat opging, liep ze achter een oude kinderwagen. Het zal ca. 40 jaar zijn geleden, dat lebeltje is overle-

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1971 | | pagina 5