GRAPPENMAKER BIJ DE NEUS GENOMEN Parfumerie „De Eenhoorn" t 3^.leine 3<.rantóje leeot iedereen Lezers klommen in de pen DE BLIKKEN DOMINEE I In Uw blad van 27-3-71, nr. 140 vraagt U naar de eerste regels van Ta, ra, ra boemdié. De eerste regels zijn mij niet bekend echter wel de laatste, ze volgen hier: Ta, ra, ra boemdié, De Blikken Dominee Maar dan die Heilsoldaat Die naar de Hemel gaat. Leeuwarden G. de Vries DE BLIKKEN DOMINEE II In Uw nummer van 't Kleine Krantsje van 27 maart, no. 140, schrijft U over de Blikken Dominee. U vraagt zich af, hoe de laatste regels van het liedje, dat zo vaak over hem werd gezongen, precies waren. Ik weet niet, of het liedje, zo ik het ken, juist is, maar ik herinner mij dat mijn moeder altijd zong: Ta, ra, ra boempiee, de Blikken Dominee, Die schoot met kruit en lood, Z'n eigen naaister dood. Met veel waardering voor Uw blad. Bussum F. van Beusekom- Sierksma Inderdaad, dit zong de lieve jeugd van Leeuwarden in vroeger tijd: „Ta ra ra boemdié - De Blikken Dominee - Die schoot met kruid en lood - Zijn arme naaister dood Nu zit hij in de kast - Al aan een ketting vast - De jongens roepen luid - Hij komt er nooit weer uit!" Maar dit schone vers sloeg niet op De Blikken Dominee (de heer Visser), die wij de laatste weken in 't Kleine Krantsje heb ben ontmoet. De Blikken Do minee, die z'n arme naaister doodschoot, was Dominee Johan Barger te Harlingen. Na een jarenlange intieme relatie met Kato de Mirande, het dienst meisje van zijn vrouw, schoot hij zijn geliefde met een revolver dood. In 1965 hebben wij aan de monsterlijke in 1894 gepleeg de moord van deze Harlinger predikant in 't Kleine Krantsje al eens een groot verhaal gewijd. Wij berichtten toen ook, dat de Officier van Justitie tijdens de zitting van de Rechtbank te Leeuwarden „hoegenaamd niets" kon aanwijzen dat ten gunste van de moordenaar kon worden aangevoerd. Wanneer gij zijn dagboek doorbladert" zo zei hij tegen de rechters, „en gij vindt er ook maar eene gedachte in, die verheffenend is, niet terre a terre alledaags, wel, gij zult mij verplichten die aan te wijzen, ik heb er geen enkele in kunnen vinden". Op 2 juni 1894 veroor deelde de Rechtbank de Blikken Dominee van Harlingen tot le venslang. Slechts zes jaar heeft de gevallen predikant in de ge vangenis in Leeuwarden vertoefd hij overleed al in 1900, toen hij zes en veertig was. Red. 't KI.Kr. VROUW SLOF Wat is het een geluk dat het Kleine Krantsje bestaat. Waarom zal U zeggen, niet waar. Wel, nu lees ik in 't Krantsje no. 140 over het snoepdiske van Vrouw Slof uit de Boterhoek. Haar voornaam is Trien Slof-Dusselaar, was eerst getrouwd met Sietse Sikkema, die een onge luk heeft gehad bij het aanleggen van de telefoon aan de Stienser-dijk in welk jaar dat weet ik niet precies, maar ik meen in het laatst van de vorige eeuw. U zal zeggen wat weet U dat zo precies, maar het is mijn grootmoe der, mijn moeder was haar oudste dochter uit haar eerste huwelijk, zij had 4 kinderen uit dat huwelijk en uit haar tweede huweüjk 3 kin deren en nu vraagt een van die kinderen over dat snoepdiske, nu dat kende vroeger ieder kind, daar men voor een halve cent al wat lekkers kon krijgen, en vele mensen in Leeuwarden kenden haar, daar ze vroeger met een kar met brand hout en turf liep te venten, ieder kende vroeger Trien Slof. Ze had een kraak wit helder schort voor als ze liep te venten met haar brandstof, ik vind het fijn dat we weer tot elkaar komen door het Kleine Krantsje. Boven Leeuwen (Gld.) Noord Zuidweg 11 S.W. Demmers EEN NIEUWE NIEUWE TOREN Het laatste nummer van 't Kleine Krantsje (no. 140) was weer rijk geïllustreerd. In het bijzonder was de foto van de helaas verdwenen Nieuwe Toren zeer fraai. Hoezeer deze toren het stadsbeeld beheerste en aantrekkelijker maakte, is te zien op bijgaande foto, die ook overigens interessant is. Opvallend is het mooie huis met de halsgevel op de hoek van de St. Jacobsstraat en het huis met de trapgevel ernaast. Het is meer dan erg, dat zoveel stads- schoon vroeger, vaak geheel on nodig, werd gesloopt. Men zag het eenvoudig niet, of men wilde met z'n tijd meegaan. Hoe arm en fan tasieloos die ook was. In no. 140 stelt mevrouw Eef Zui- derveld-Halbesma in de rubriek „Lezers klommen in de pen" voor, opnieuw een actie te beginnen om kapitaal bijeen te brengen voor de herbouw van de Nieuwe Toren. Ik steun van harte dit voorstel. Ook vroeger is men al bezig geweest kapitaal voor dit doel bijeen te brengen. Ik meen zelfs te weten, dat er nog een Torenfondscommis sie bestaat, die nog over een aardig beginkapitaal beschikt. Het moet mogelijk zijn dit bedrag te comple teren. Maar, als men tot bouwen komt, moet het niet een nieuw Op deze, helaas niet ragscherpe, foto van de Boterhoek, of beter gezegd van het Sint Jobsleen, zien we het „Snoep diske van Vrouw SIoF' met mevrouw Slof zelf links op de voorgrond. Naast Vrouw Slof staat mevrouw Van der Veen, daarachter zien we mevrouw Mebius en Glas, de petroleumman. ontworpen toren worden in heden daagse (beton) stijl, maar een copie van de oorspronkelijke. Ik hou mij ervan overtuigd dat talrijke Luwadders, ouwe en jonge, bereid zijn hun liefde voor hun stad tot uitdrukking te brengen door het schenken van een forse bijdrage aan het Torenfonds. Waardenburg v. G.M. .v x. 'i; Bekijk deze plaat met z'n Nieuwe Toren, met z'n Tontsjepiep en met z'n mooie geveltjes en besef dan wat er in Leeuwarden aan stadsschoon is vernield. 't Was Dinsdag niet druk aan de markt te Sneek. Dan hebben de marktbezoekers tijd voor een praat je- En zoo zaten daar in een der gele genheden voor den reizenden man bij de Sneeker markt een aantal veedrijvers en kleine handelslui bij een en ze hadden den tijd. Een der mannen wilde een grap hebben. „Zeg", zoo sprak hij tot een der anderen, iemand die blijkbaar de snuggerste niet was, „zeg, ik heb op de markt een ezel staan, wil je dien aanstonds voor mij naar de boot brengen?" De aangesprokene, niet bedenkende dat grauwtjes al sinds jaar en dag niet meer tot de gewone marktdie- ren behooren, stemde toe en hij trok er op uit, om den ezel te zoe ken. Hij zocht tevergeefs. En hij vond ook niet, naar 't klassieke voorbeeld, een koningskroon, doch hij kwam aan de Leeuwarder boot - zijn op drachtgever was gelijk hij zelf van I.eeuwarden - met... een veulen. Dat had hij op de markt gevonden, en of hij dat dier nu voor een ezel heeft aangezien, of dat hij gedacht heeft dat de ander zich had vergist, dat is onbekend - zeker is dat hij het veulen van de markt voerde en aan de boot bracht, met de boodschap er bij, dat 't naar die en die in Leeuwarden moest. En zoo zag onze Leeuwarder grap penmaker zich 's avonds een veulen thuis gebracht. En of hij nu al beweerde, dat het abuis was, 't hielp hem niet, de bootkapitein beweerde, dat.'t voor hem was en dat hij 't moest houden. Maar 's anderen daags kwam de Sneeker recherche en die kwam vragen naar 't veulen, dat van de markt gestolen was. Zoodat op den koop toe, onze man gevaar liep van wegens diefstal vervolgd te worden. Gelukkig werd het geval spoedig opgehelderd. En met betaling der vracht en de kosten van voedering, /al de grappenmaker zijn grap wel betaald hebben. Doch om een ezel zendt hij voortaan niemand meer uit. A. R. van Dantzig B. B. van Dantzig-Postuma APOTHEKERS-ASSISTENTEN Jan van Scorelstraat 55 Telefoon 22495

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1971 | | pagina 4