DE BRAND BIJ VLESSING
9
BERICHT UIT DE OORLOG
PLATENPALEIS
PEPERSTRAAT 6
NIEUWESTAD 107
JUWELIERS SINDS 1903
Voorstreek 3 - Telefoon 3304a
O
'f T^leine l^Crontóje leeet iedereen
VERVOLG VAN PAGINA 3
ne nsrc?rrimn<
voor al uw
Tel. 23073 - 23061
Willem Loréstraat 59
FRIESLANDS OUDSTE EN MEEST
BEKENDE ADRES SINDS 1912
ook met briljant
goed als geheel verloren gegaan.
De brandweer slaagde er echter in
het voorgedeelte buiten bereik der
vuurarmen te houden, zoodat de
machines daar gespaard bleven.
BRAND MEESTER
Tegen middernacht was men den
brand volkomen meester, ofschoon
het vuur nog langen tijd doorsmeu-
len zal. De schade is aanzienlijk,
omdat de materialen, waarmede ge
werkt werd, zeer kostbaar zijn en
het vuur te laat ontdekt is. Het
moet ontstaan zijn in of bij het
ovenhuis, al is omtrent de oorzaak
met zekerheid niets te zeggen. Aan
grondstoffen ging weinig verloren
en al was de bezending rapen, die:
verwacht werd gekomen, dan nog
zou deze geen gevaar geloopen heb
ben, omdat buiten de fabriek een
opslagplaats voor berging gezorgd
zou hebben. De fabriek en haar
inhoud zijn op beurspolis verzekerd.
De verzekeringsmaatschappijen zijn
met het aanvaarden van de risico
voor een drogerij niet erg toeschiete
lijk, zooals zich begrijpen laat; in de
fabrieken der firma Vlessing is ech
ter zeer zelden een begin van brand
voorgekomen.
Een eigenaardigheid bij dezen brand
is, dat de firma Vlessing van de
Coöperatie, die de terreinen in ei
gendom heeft, pas onlangs bericht
ontving, een vijftal meters grond
(het nu uitgebrande achtergedeelte
van de fabriek), welke de Export-
vereeniging voor bouw wilde ge
bruiken, te kunnen behouden.
Bij den brand waren tegenwoordig
de Commissaris der Koningin in de
provincie, de burgemeester, de offi
cier en de substitaat-officier van
justitie en de politie-autoriteiten,
die het terrein hadden afgezet. Een
talrijk publiek sloeg het schouwspel
van den brand gade.
De leider van de firma Vlessing en
Co, de heer Vlessing, is niet in het
land. Hij reisde gisteren van Dantzig
naar Warschau, om onderhandelin
gen met de Poolsche regering aan
te knopen.
15-1-35
BEGRAFENIS DUITSCH
MILITAIR
Stram stond gistermiddag de geheele
compagnie, waartoe Feldwebel Hey
had behoord, aangetreden op het
„Deutscher Kriegerfriedhof' toen
de weduwe in gezelschap van den
compagnie-chef en enkele officieren
de rustplaats betraden om den ge
storven soldaat en kameraad aan
den schoot der aarde toe te ver
trouwen. Terwijl de formaties ston
den opgesteld, het vuurpeloton met
gepresenteerd geweer, werd de kist
gedekt door de oorlogsvlag en den
helm, in de formatie gedragen,
waarna onder koraalmuziek de kist
naar de geopende groeve werd ge
dragen. Hier aangekomen speelde
de militaire kapel „Jesus mein Zu-
versicht" (Jezus mijn toeverlaat).
Vervolgens trad de chef van den
overledene naar voren om de talrijke
aanwezigen toe te spreken. „Diep
bedroefd", zeide hij, „staan we nu
in korten tijd voor de derde maal
bij een graf om daaraan één onzer
kameraden toe te vertrouwen. In
dit geval is het de 44-jarige Feld
webel Hey, die door een tragisch
ongeluk van ons werd weggenomen,
nadat hij de hitte van den strijd had
meegemaakt, zoowel in het Oosten,
als in het Westen en hij z'n plicht
had gedaan als soldaat in de bezette
gebieden. Een jong leven werd af
gesneden in een vreemd land en
wordt hier ter ruste gelegd.
Kort na z'n schooltijd kwam Hey
bij de toenmaals keizerlijke marine
en werd hij geplaatst op een mijnen-
zoeker, waar hij op z'n plaats was,
want het Hamburger bloed ver
loochende zich niet, hij hield van
de zee.
Beste kameraad, je hebt trouw je
plicht gedaan voor vaderland, volk
en Führer. En toen je kort geleden
nog in Hamburg was en daar de
schepen in de haven opzocht, toen
zei je tegen je vrouw, zooals ze me
zoo juist vertelde, dat trekt me nog
steeds, daar moet ik weer heen.
Je plicht riep je echter hier, dien
heb je vervuld. Als zeeman had je
een ruwe Solster, maar wij, die je
kenden wisten hoe goed jou kern
was.
Nu nemen we afscheid van je en
breng ik je de laatste groeten van je
compagnie. Rust zacht".
Onder het spelen van „Ich hatt
cinen' Kamerade" (Ik had een wa
penbroeder) werd de kist in het
graf neergelaten en werden de elf
kransen rondom gerangschikt, waar
op tot slot het vuurpeloton de drie
eeresalvo's afvuurde.
(1942)
JUWIUIK
Omstreeks 1920, een vijftien jaar dus voor de brand, lieten enkele meisjes
van de groentedrogerij van Vlessing zich vereeuwigen met de mooie kreet:
„Leve Vlessing's fabriek". Het meisje, dat het bordje vasthoudt is Regina
de Lang, op de stoelen zitten Anneke Split en Kobe van Zwol en in het mid
den staat Johanna Slof, een dochter van Vrouw Slof, over wie elders in dit
Krantsje geschreven wordt.
-
11
UW SPECIAALZAAK IN:
Afspeelapparatuur
Grammofoonplaten
Muziekcassettes