EISMA AUTO-SCHADE 5 MINUTEN MINUTEN MERKWAARDIGE ONTMOETING VAN OORLOGSVETERANEN PLATENPALEIS UW 5C^ AUTO Ua^terwijl U wacht! WASSEN Afspeelapparatuur Grammofoonplaten Muziekcassettes UW AUTO fcton.terwijl U wacht! WASSEN DAMES/HERENKAPPER DESIRE E WINKELCENTRUM NYLAN TEL. 22430 W. WIERSMA Th. zn.: ALWEER WAT NIEUWS VIJANDEN WERDEN VRIENDEN 't kleine 5^.ranta/e leeét iedereen 6 f V voor al uw Tel. 23073 - 23061 Willem Loréstraat 59 FR1ESLANDS OUDSTE EN MEEST BEKENDE ADRES SINDS 191?. - WÊm MOBIL STATION van der WAL De Ruyterweg 98 mmm - irilllllll'lllli^MMMMilMiÉÉÉMMt Voorstreek 3 - Telefoon 33044 UW SPECIAALZAAK IN: iiiiwiiittiiil MOBIL STATION van der WAL De Ruyterweg 98 r Onze stadgenoot W. Wierstra Th. zn., welbekend als de grote man van de helaas verdwenen Eerste Leeuwarder Griezelkelder, annex Fries Gevangenismuseum, heeft weer wat nieuws bij de hand - actief als altijd zal hij in juni een historische tentoonstelling organiseren, waarbij hij het verleden laat spreken. Deze tentoonstelling over Oud Leeuwarden wordt gehouden in het voormalige Christelijk Militair Tehuis aan de Voorstreek op dinsdag 15, woensdag 16 en donderdag 17 juni en is, behalve op de eerste dag, geopend van 's middags twee tot vijf en van 's avonds zeven tot tien. Op de eerste dag zullen de deuren om drie uur open gaan. De heer W. Wierstra Th zn. is voornemens behalve veel foto's van het oude Leeuwarden, costuums en gebruiksvoorwerpen uit grootmoeders tijd tentoon te stellen. Ook zal hij nu gelegenheid krijgen zijn unieke poppenverzameling „Zo was het" aan het publiek te laten zien. De opbrengst van deze expositie is bestemd voor „een liefdadig doel der lijdende mensheid" aldus de heer W. Wierstra Th. zn., die kans gezien heeft voor dit doel het volgende aanbevelingsco mité op de been te brengen: Baronesse M.J. van Heemstra, me vrouw J.M. Kingma-Boltjes-Wenstinek, mevrouw M. Westra-Van Reenen en de heren W.H. Kuipers, S. Soepboer en G.H. Groustra. Mensen, die als soldaat een van de twee wereldoorlogen hebben meegemaakt, spreken er vaak weinig over. Misschien is dit hieraan toe te schrijven dat het ophalen van herinneringen aan dat leven in vuur en vlam te pijnlijk is. Ook kan er de vrees zijn, dat de toehoorder zulke verhalen toch niet be grijpt of misschien zelfs niet gelooft. Vertel je van de verschrikkingen, waaraan de soldaat dhgelijks was blootgesteld, het leven daar, steeds in doodsgevaar, dan is het ook haast niet te geloven. Daarom doet het prettig aan, als ik mij zo mag uitdrukken eens iemand te ontmoeten die in het grote treur spel zelf ook als soldaat heeft mee gespeeld. Je begrijpt elkaar dan beter en voelt je tot elkaar aange trokken. Met zo iemand kwam ik een paar jaar na de eerste wereld oorlog op een wel heel toevallige manier in kennis. Onze ontmoeting vond plaats in Eestrum. Ik was daar als koopman in rijwielönderdelen bij fietsmaker Van der Meer aangeland. Hij woonde aan de Rijksstraatweg Leeuwarden- Groningen. Ik begon met een aanlooppraatje dat de aanstaande klant moest in teresseren. Het ging over de pas beëindigde oorlog. Ik vertelde wat van mijn belevenissen als geallieerd soldaat aan het front en midden in m'n verhaal kwam er een heer bin nen die reparatie nodig had aan zijn motorfiets. Van der Meer stelde mij aan hem voor met een: „dit mantsje het heel wat metmaakt". Op aan dringen van de baas van 't spul ging ik met mijn verhaal door. De pas aangekomen nieuwe klant, toon de er opvallend veel belangstelling voor en stelde vragen en maakte opmerkingen die mij dadelijk deden veronderstellen dat hij zelf ook heel wat van dat oorlogvoeren in Noord- Frankrijk wist. Zo vroeg hij mij in welk deel het Australische leger lag, waarbij ik was ingedeeld. Ik ant woordde, dat dit in 't Departement „de Somme" was en toen ik daarbij plaatsen noemde als Corby, Amiens, Peronne en Abbeville, liet hij mij weten dat hij die plaatsjes ook wel kende. Toen begreep ik dat hij ook aan dat front geweest moest zijn! Deze vraag stellende, ontkende hij eerst, maar daarna gaf hij het toe, inderdaad, ook hij had in deze omgeving gevochten maar.... hij lag aan de andere kant bij de Duitsers Na een warme handdruk kwamen toen voorgoed de tongen los. De motorrijder bleek een meneer Kaller te zijn. Hij was Duitser van geboorte maar was al heel jong met zijn ouders naar Leeuwarden geko men. De Duitse mationaliteit had hij behouden. Lapke-koopman, zo als wij deze heden vroeger noemden, was zijn vak. Onze ontmoeting hier in Friesland was wel frappant. Hier waren twee Leeuwarders die het werelddrama 1914-'18 hadden overleefd. Ze had den, aan weerskanten, aan hetzelfde front gelegen en beiden de genoem de Franse plaatsen gezien. Misschien hadden ze wel op elkaar geschoten. Vanuit de smidse van Van der Meer gingen we naar het eigenlijke dorp Eestrum een eindje van de Rijks straatweg. Daar in de dorpsherberg zaten we broederlijk bijeen onder het genot van een biertje. De her inneringen aan het zenuwslopend leven in de loopgraven, steeds maar in doodsgevaar, werden weer opge dist. We waren het er over eens, dat we slechte schutters waren geweest, misschien hadden we wel op elkaar gemikt, maar we hadden elkaar - gelukkig mochten we toen wel zeg gen - niet geraakt! „Honni soit qui mal y pense!"

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1971 | | pagina 6