J DE EESTRAAT: 60 JAAR GELEDEN Sehi&rmonnihoog DE PAREL DER NOORDZEE EILANDEN VUF DUIZEND GULDEN VOOR EEN MOORD kleine ^Lranteie leest iede Een curieuze fpto van het oude strandhotel op Schiermonnikoog. Schiermonnikoog, de parel der Noordzee, ja zo werd door veel schrijvers en historievorsers het klei ne bij Friesland behorende eilandje tussen Wadden- en Noordzee vaak gekwalificeerd. Straks begint weer de grote trek naar het eiland. Schiermonnikoog heeft een rijke historie. Net als Ameland behoort het eiland staatkundig zowel als aardrijkskundig tot Westerlauwers Friesland, en ook als Ameland is Schiermonnikoog een „heerlijkheid" op zichzelf geweest. De Friese taal overheerst op het eiland. Een bericht uit 1465 gewaagt er van, dat het eiland sinds onheuge lijke tijden toebehoorde aan het klooster Klaarkamp te Rinsuma- geest. De Cistenciensers, die het klooster bewoonden, werden naar hun grijs gewaad „Skiere müntsen" (Schiere monniken) genoemd. Ook de nog bestaande en nu weer volop in de belangstelling staande Schierstins te Veenwouden - veel huwelijken worden er binnen de muren van de oude stins gesloten - behoorde eens toe aan het klooster en werd door de schiere monniken gebouwd. SCHIERE MONNIKEN Zo kwam- Schiermonnikoog aan z'n naam, het eiland der schiere mon niken „het oog van de schiere mon nik". In 1465 werd de kapel van „Scira Moncken each" verheven tot pa rochiekerk, bij beschikking van de toenmalige Bisschop van Utrecht David van Bourgondie. Bekend is, dat na de Hervorming in 1580 alle kloostergoederen aan Rijk en Provincie vervielen en zo kwam het eiland in beheer bij de provincie Friesland. Wegens de slechte financiële positie van Friesland in tijden daarna, werd het eiland in 1638 verkocht aan Gabinius Botam en Hendrik van Marssum.van wie het eiland in 1639 op Pieter Bauckes Hauckema en vervolgens in 1640 op naam van de heer Johan Stackhouwer werd over geschreven. Deze familie bleef eeu wenlang in het bezit van het eiland De familie Stackhouwer, oorspron kelijk afkomstig uit Noord-Brabant, liet een sterke stins het „Huis Bin nendijken" bouwen, welke in de 18e eeuw door overstroming werd teniet gedaan. Meer landinwaarts werd een nieuwe burcht gebouwd, bekend als het slot „Rijsbergen". Bij een boedelscheiding in 1761 ging een deel van het eiland over naar de uit Rinsumageest afkomstige familie Tjarda van Starckenborch. DOOR R. VISSER Tot 1859 is Schiermonnikoog in het bezit van de families Stackhou wer en Tjarda van Starckenborch geweest. In dat jaar werd het eiland in z'n geheel verkocht aan Mr. J.E. Banck te Amsterdam voor de som van f 98.000.- buiten de kosten. Deze Mr. Banck heeft kosten noch moeite gespaard om het eiland te verbete ren, waar de toeristen van onze tijd dankbaar voor mogen zijn. Met Pinksteren, wordt op het eiland weer het aloude volksvermaak „Kal- Maar de zaak ging niet door Een 41-jarige bewoonster van de Zaanstreek, die doende was van haar man te scheiden, had het plan opgevat dezen uit den weg te doen ruimen. Zij sprak hierover met een eveneens in de Zaanstreek woon achtigen koopman, met wien zij relaties onderhield, en deze wist wel een mannetje, die voor f 5000 be reid zou zijn den moord te plegen. De koopman had een onderhoud met den handlanger, een zekeren G. en sprak met hem af, dat 't slachtoffer naar Brummen zou rei zen en daar de moord zou worden gepleegd. Vervolgens wist men on der een listig voorwendsel het slacht offer te bewegen naar Brummen te gaan, waar, zooals het heette, een voordeelig handeltje was af te slui ten. De man kreeg een signalement van den handlanger, dien hij in Brummen zou ontmoeten. Inderdaad vond op den afgesproken tijd en plaats de ontmoeting in lemooi" gehouden. Dan wordt kal- lemooi (een mast met vlag en mei tak, een dwarslag met flessen aan de einden en daaronder een mand met een haan) in de nacht van zaterdag voor Pinksteren opgericht waarbij de mand met de haan hoog in de lucht komt te hangen. Het dier moet daar de Pinksterdagen doorbrengen, maar krijgt in die tijd volop voedsel. Met het oprichten van de Kallemooimast op het kal- lemooiplein wordt de kermis als geopend beschouwd. Daar staan ook Brummen plaats, maar G. zeide onmiddellijk tegen het slachtoffer, dat dit slechts naar Brummen was gelokt, om daar van kant te worden gemaakt. G. had de afspraak ge maakt met den koopman dat hij wanneer de moord gepleegd was, den koopman een telegram zou sturen met den volgenden inhoud: „Rijwiel zeer gehavend aangekomen. Vrijdag 10 uur breng ik het terug". Dit laatste was de aanduiding van het tijdstip, waarop G. de f 5000 in ontvangst zou nemen. Inderdaad werd het telegram verzonden, maar in plaats van het slachtoffer ver moord werd, reisde het tezamen met G. naar Amsterdam terug. Daar volgde aangifte bij de recherche en toen Vrijdagmorgen G. volgens afspraak de f 5000 in ontvangst kwam nemen, waren twee recher cheurs aanwezig, die den koopman arresteerden. Ook de vrouw werd kort daarna in hechtenis genomen. (1944) de kramen en de amusementstenten. Tegen schemeravond in de avond van de dinsdag na Pinksteren wordt de kallemooi weer naar beneden gehaald en wordt de haan aan z'n hennen teruggegeven. HELE NACHT DANSEN De hele nacht daarop wordt er in de herberg gedanst en pas in de vroege morgen van woensdag na Pinksteren eindigt het Kallemooi- feest. De abonnee, van wie wij deze foto van de zesde klas van School 8 uit de Eestraat, anno 1912, ontvingen, kon zich verscheidene namen van leerlingen niet meer herinneren, maar we vinden het plaatje te aardig om het weg te laten uit onze reeks schoolfoto's. Zie alleen eens naar het hoofd van de school, de heer Ferwerda; is het niet prachtig, zo stoer hij er bij staat? Trouwens, ook meester Brandenburg mocht er, met bolhoedsje en snor wel zijn, dachten wij zo. Voorste rij: Egbert (achternaam niet bekend), onbekend, Griet Runia, Anne ke Tus, Geertje van Lingen, Griet Stok, Maaike Kooistra, Rienkje Postma en Marten Keuning. Tweede rij: Anskje (achternaam onbe kend), Hiltje de Vries, onbekend, Johanna (achternaam niet bekend), onbekend, Griet Runia, Martina Kamminga, en onbekend. Achterste rij eerst drie onbekenden, dan Klaas Rieuward en Sybrandus Barendsma en dan nog eens twee onbekenden.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1971 | | pagina 5