opt©
8
VOOR DUIZEND
GULDEN IN
Vooh
DE LEEUWENOOI
SCHOONHEID IN VROEGER EEUWEN
BAARD
r f kleine Z^-Cranttiie /eeof iedereen
,E
IN HET VIRGINISCH
TABAKSVAT
heette een eeuw geleden een winkel
aan de westzijde van de Grote
Hoogstraat, waarin de heerlijkste
Amerikaanse tabak werd verkocht.
Van de
FLORABUURT
is nu niets florissants meer over;
deze nu afgebroken streek huizen
lag aan de noordkant van Achter de
Hoven, even verder dan Mariënburg.
Eens werd het buurtje omgeven
door tuinderijen en bloemkweke
rijen, vandaar de naam Florabuurt.
IN DE VERGULDE HOED
heette en heet nu nog de herenmo
dezaak Van der Kam aan de Wirdu-
merdijk. Enkele jaren geleden is het
oude uithangteken, een vergulde
(hoge) hoed in ere hersteld; het
prijkt nu weer aan de gevel van deze
zaak.
Het
HUIZUMER OVERZET
is de naam van een huisje van de
Potmarge geweest. Van hier kon
men zich met een schouwtje over
het water van de Potmarge naar
Huizum laten overzetten.
Jantje Verhoef dreef Het Zwaantje
HET ZWAANTJE
was, tot voor een tientallen jaren,
een café in de Sacrementstraat - het
werd gedreven door de voormalige
sigarenmaker Jantje Verhoef.
JOHANNA STATE
heette eertijds de nu nog steeds
bestaande boerderij aan de Achter
de Hoven, waarin overigens al sinds
tientallen jaren geen boerenbedrijf
meer gevestigd is.
KOOPHANDEL
EN ZEEVAART
was in de vorige eeuw de naam van
een pakhuis aan het Zuidvliet, dicht
bij Pietersburen.
DE ALLEMANSGADING
was omstreeks 1923 de pakkende
naam van de schoenen- en manu
facturenzaak van E. Feitsma aan de
Voorstreek. De Allemansgading ad
verteerde in dat jaar met heren
schoenen voor f 5.90 en damespan
talons voor f 1.23.
HET ORANJE BIERHUIS
op de hoek van het Heerenwaltje en
het Auckemastraatje is al honderden
jaren oud, maar heel vroeger heette
het Oranje Koffijhuis. Verondersteld
wordt, dat het bierhuis z'n naam
dankt aan het Stadhouderlijk Hof
er vlak bij. Het huis draagt z'n naam
nog steeds met ere, maar voor het
drinken van een kop koffie komt
men er ook niet vergeefs.
't Is allange jaren leden. Der ston
een groot circus op 't Zaailand.
Hoe 't precies hiette, Sarasani,
Gleich of Boltini, dat is mie ont-
skoten, maar dat doet oek weinig
terzake. Mar, 't was een programma,
man, om nooit te vergeten. Ik bin
der toen hene weest met mien buur
man, die krek sun groot circus
vriend war as ik.
Naast de gebrukelijke halsbrekende
toeren aan die trapezie, de clowns
nummers enz. enz. was der oek een
„wilde dieren" nummer, zes van die
enorm grote Afrikaanse Berber
leeuwen. Pracht beesten. En dan die
dompteuse, man wat een pracht-
Griet! Ze was, nou hooguut, sun
20 jaar. In hur nauwslutend róse
tricotpakje wudde de natuur niks
te kort deen. En dan dat fijne ge
zichtje met die overweldigende blon
de haardos over die tengere skouder-
kes. Krek een sprookjes verskiening.
En hoe dat kien met die grote
leeuwen omsprong. Verbluffend. Ze
gong ieskoud oppe rug zitten van
sun leeuw en reed een paar keer de
piste rond. Ze pakte de leeuw inne
manen, trok er met kracht an, ze
omarmden mekaar, die leeuw likte
hur gezichtje, ze gaf tuutsjes weer
om. Op 't laatst, net as een paar
kienders ravotten en rolden ze over
de grond. Dan zij weer boven, dan
de leeuw weer over hur heen. Mien
buurman keek ademloos toe. 'k Zei
„Morgen!"
„Morgen!"
„Horloge klaaur?"
„Morgen!"
„Morgen?"
„Morgen!"
„Morgen!"
„Morgen!"
zo teugen hem: „As ze dij nou
duzend gulden boden, soust tou dat
dan wel andurve inne kooi?"
„Duzend gulden;wat duzend,
gulden" zei hij. Hij had het maar
half begrepen, zo was hij met sien
gedachten bij die... eh... afijn, bij
die leeuwen dan.
Ik zei nogris: „Voor duzend inne
kooi en oek su stoeie en ravotte".
„Och man" zei ie, dat durf ik voor
niks wel an. Mar eerst die leeuwen
uut de kooi, vansels".