Hier lachten opa en oma om ■f eine T^Lrantóje leest iederet KOSTELIJKE PLAAT VAN OUDE BRUG Vandaag op deze plaats in 't Kleine Krantsje een kostelijke plaat van de oude brug, die tot in de dertiger jaren de verbinding vormde tussen de binnenstad en het Vliet - de brug over de Ooster- of Soldatengracht. De foto is lang geleden gemaakt, toen de Leeuwarders nog geen weet hadden van gemotoriseerd vervoer en de modernste snel heidsmaniakken nog heel rustig op de bok zaten „achter de kont van 't peerd". Rechts op de foto zien we de huisjes van de Jan Mutskessteeg nog in volle glorie; links een ouderwetse „krul", een instelling, die op bijna geen foto uit het oude Leeuwarden ontbreekt - blijkbaar was de nood van de man van vroeger hoger dan die van nu. Of werd er misschien in de goeie ouwe tijd meer gedronken dan nu? Voor we overgaan op een ander onderwerp: let u ook nog even op die mooie straatlantaarns; wat zijn het pronkstukjes niet? Jammer, dat onze opa's het zo niet hebben gezien: „weg er mee!" was helaas een populair parool in opa's tijd. ONVERWACHT „Ik vond het begin van uw roman bijzonder mooi." „O, bedoelt u die scène tusschen het jonge echtpaar." „Nee, nog eerder." „O, de beschrijving van het oude stadje." „Nee, nee, nog meer naar voren." „Maar, dat is toch het begin. Daarvoor staat alleen nog het motto van Goethe." „Ja, maar dat is werkelijk ook heel goed." JAGERLATIJN „Nauwelijks was ik een kwartier op jacht of daar lag reeds een dood hert voor me." „Werkelijk? Maar plegen de dieren dan ook al zelfmoord?" MODERNE MORAAL „Vertel mij eens het verschil tus schen voorzichtigheid en lafheid!" „Voorzichtigheid is het, als je zelf bang bent... als anderen bang zijn, is het lafheid." DE GELUKKIGE „Waarom hebt u niet direct aange geven dat uw vrouw verdwenen is?" „Ja, de eerste dagen durfde ik het nauwelijks gelooven." KOLORATUUR „Alle menschen, wien wordt hier naast een kies uitgetrokken?" „Maakt u zich niet ongerust, daf is mijn dochter maar, die de hooge C probeert te halen." LIJKEN OP ELKAAR „U kunt nu een ander trachten wijs te maken, dat dit uw eerste bekeuring is, maar mij zult u er niet tusschen nemen. Ik herken uw gezicht drommels goed...!" NOG EVEN WACHTEN „Ben je nu uitgehuild Robbie, en wil je nu weer zoet beneden komen spelen?" „Ik zal wel bellen, als het zoover is!" DIERKUNDIGE VERGELIJKING De ideale vrouw is voor den man een duif met alle eigenschappen van een mier. En voor elke vrouw geldt wel als ideale man een leeuw met schapen- geduld. HET BEWIJS „Ik hoor dat u regelrecht uit G. komt. Is daar die oude millionnair B. al gestorven?" „Nee, die moet stellig nog in leven zijn. Ik heb zelf gezien dat zijn verwan ten elkaar op straat nog groeten." „Vraag mij niks!" riep de penning meester in de jaarvergadering van de geitenfokvereniging. „A'k prate mut, mu'k liege..."

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1971 | | pagina 3