4
Cié Jou Hef
my[ ftaqe....
t T^leine 3£rcmtaje (eeof iedereen
'T KLEINE KRANTSJE
LEEST
IEDEREEN
GEKKE IETSJE
Als antwoord op Uw vraag in het
Kleine Krantsje betreffende zoge
naamde „Gekke Ietsje" ujt Leeu
warden kan ik U misschien enige
inlichtingen geven, waar zij name
lijk is gebleven. Wij woonden in
1895, toen ik ongeveer negen jaar
was in de Kleine Kerkstraat en
Ietsje woonde met haar vader op
het Oldehoofster Kerkhof in die
kleine huisjes. Haar vader was een
keurige kleine man, hij iiep met
een kist met garen en band.
Ik had als kind altijd medelijden
met haar omdat ze zo huilde, daar
ze zo vaak uitgescholden werd om
dat ze zou drinken, zij vertelde mij
dat het niet waar was en liet mij
dan ruiken. Ze had altijd pepermunt
in haar mond, ze heeft mij nooit
om centen gevraagd. Wel ging ze de
winkels langs en kreeg dan een paar
centen. Toen haar vader gestorven
was, is ze helemaal aan lager wal
geraakt en verhuisd naar de Popta-
steeg of Pipsteeg, zoals zij die noem
de. Toen ben ik haar spoor kwijt
geraakt tot na zo'n 20-25 jaar, dus
omstreeks 1920, zag ik haar in
Amsterdam om de hoek van het
Rokin met een doosje lucifers in
haar hand staan bedelen, totaal
verwaarloosd en geheel vervallen.
Ik heb toen vernomen, dat ze door
tussenkomst van het Leger des Heils
in Amsterdam is gekomen en ver
moedelijk door de drank daar weer
vandaan gegaan is. In elk geval zal
ze niet zo lang meer geleefd hebben.
Maar ik herinner mij haar nog heel
goed als een echt straattype van
Leeuwarden.
Amerongen T. Flipse
Dus toch nog een reactie op onze
vraag wie Gekke Ytsje" was,
Lezers klommen in de pen
SCHOOLFOTO
Bij deze wil ik U even schrijven over
de foto van de Huizumerschool.
Ik zal U de voornamen geven van
de meisjes Last, die zijn Anna en
Aagje Last. Het meisje Eke haar
achternaam is Douma. En dan 't
meisje Baukje Westra is fout, dit is
n.' Jantsje Westra en dat weet ik
J'i goed, want dat ben ik zelf.
'.en getrouwd en heet van mijn
an's naam van Ederen. Het meisje
lat links naast me zit is volgens mijn
goede weten Attie v.d. Meulen, haar
eigenlijke voornaam is Atsje.
De jongen Wijmstra die zijn voor
naam was Jentje. Ik hoop dat U dit
in 't volgende krantsje wilt opne
men.
Sneek Jantsje van Ederen-Westra
DE DOODKISTENBUURT
uit wat de uiterlijke variatie even
eens niet bevorderde.
De naam Doodkistenbuurt houdt
dan ook zeer zeker geen enkel
verband met „de vele sterfgevallen"
die hier zouden zijn voorgekomen,
evenmin met een of andere T.B.
vereniging.
Wel stonden er in de Rembrandt-
straat een drietal woningen die men
in vroegere jaren de tuberculose-
woningen noemde. Maar voordat
deze woningen waren gebouwd was
de naam Doodkistenbuurt alreeds
ingeburgerd.
De oorsprong van benamingen is
niet altijd vast te stellen maar laat
zich meestal wel gissen. Men moet
dit zoeken, in het type woningen,
zoals bij de Doodkistenbuurt en
van het Rooie dorp; de soort wijk
bewoners zoals bij de Sergeanten-
buurt of de afleiding is vanzelf
sprekend zoals bij de Indische buurt,
Schilderswijk, Bloemenbuurt etc.
om haar later uit te reiken aan
dengene, dien hij tot ontvangst
geregtigd zal oordeelen.
De eerste brief van den moordenaar
aan den heer B. luidde aldus;
„Geachte Heer.
Daar ge uw zoon wel zult misschen,
maak ik van papier gebruik om u
zijn wegblijven op te helderen. Hij
is in bewaring genomen door een
wanhoopig man die u uit Indië nog
kent. Ik moet mijne zaken redden,
ge zoudt er mij goedwillig geen geld
genoeg toe geven daarom doe ik 't
zoo; omdat ik mij dan gelijktijd op
uw vrouw Marie, die ik haat, kan
wreken in haren zoon. Ik heb vijf
en zeventig duizend, 75.000 gld.
nodig.
Uw zoon is door mij in een kelder
gesloten, waar hij wel kan leven,
doch van mij niets krijgt, hij zal 't
dus niet lang uit houden, en het
hangt van u slechts af hem vrij te
maken, zoo spoedig dat hij nog
leeft. Laat dus 't geld morgen mid
dag brengen dan is hij nog gered.
Ik kan ook niet lang wachten want
I ik ben op 't uiterste. Zoo ik 't geld
niet krijg dan dood ik hem en mij
door een paar schoten of ik vlucht
en laat hem stil zitten. Ik ben zoo
zeker van mijne zaak dat het slechts
van u afhangt hem te redden.
Doet gij dat niet dan zal hem geen
dag leven blijven, al zou ik 't alleen
maar doen uit woede dat ge mij niet
helpt. Veel tijd om 't geld op te
halen geef ik u dus niet. Gij geeft 't
bedrag aan bankbilletten in een
pakket gesloten aan een uwer dienst
meiden, deze gaat er mede de Hoofd
kade op, zij zal die wel weten, 't is
de eerste laan links,-als zij van 't
Holl.-station komt. Zij loopt dus
met 't pakket in de hand Ms her-
kenningsteeken, de Hoefkade op,
en volgt die tot aan 't einde, altijd
tusschen de weilanden door, voor
dat ze aan 't einde is zal ze wel
iemand ontmoeten, die haar vraagt
of ze uw dienstmeid is, aan deze
geeft ze 't pakket dan is alles goed.
Ze moet echter niet verzuimen door
te loopen tot 't einde, dus niet stil
blijven staan. Zij gaat juist om 3
uur van huis, dan is ze tegen half
vier aan de Hoefkade en begint haar
marsch. Ge zult er niemand iets van
zeggen, want als ik bemoeilijkt
word, dan dood ik uw zoon dade
lijk. Poog niet iets te ontdekken,
want ge kunt niets snappen, en 't in
kennis stellen aan de politie, zou uw
zoon dooden, omdat ik dan 't geld
niet onbemoeilijkt zou krijgen.
Dengene die ik zend om 't pakket
te halen, is iemand die van niets
afweet, mijn ware naam niet kent.
Van hem kunt ge dus niets vernemen,
aan hem hebt u niets; doch komt
Vervolg op pag. 9
Vandaag op deze pagina twee foto's van vrolijke gezelschappen, die in vroeger jaren op een mooie dag in de zomer met „een stoomboot"
de natuur introkken. Bekijkt u de foto's maar eens goed: er zijn prachtige - verklede - typen bij en de echte ouwe Leeuwarders zullen
er heel wat bekende figuren op ontdekken!
De inlichtingen, die mevrouw X. ver
strekte betreffende de Doodkisten
buurt zijn niet geheel juist en be
hoeven m.i. wel enige correctie.
In de eerste plaats situeert mevrouw
X. deze buurt aan de Straat van
Welgelegen. Hier stonden en staan
nog steeds de woningen van de
woningbouwvereniging „Leeuwar
den". Eenzelfde type huizen treft
men aan in de z.g. Indische buurt
aan het Vlietslot. De huizen om en
bij de Hollanderstraat zijn eveneens
van een dergelijk type en zullen
dan ook zeer zeker voor rekening
van eerder genoemde woningver
eniging zijn gebouwd.
De Doodkistenbuurt echter is de
naam, die aan een complex huizen
is gegeven. Weliswaar in dezelfde
omgeving, maar aan dit gedeelte,
dat wordt ingesloten door Eerste
Rembrandtdwarsstraat-Saskiastraat-
Willem Loréstraat en Rembrandt-
straat.
Zeer waarschijnlijk is de naam ont
staan doordat de huizen in dit blok
alle gelijkvormig zijn gebouwd en
wat een trieste indruk maakten.
Bovendien kwamen de schoorstenen
van deze huizen niet boven de nok
het opvallende type, dat zich in
vroeger jaren met een spoor-
korfje op straat vertoonde en
dan aan kinderen vroeg: ,,He
jim oek een cent? Mien vader
het sun honger". Dat er niet
meer abonnee 's op onze oproep
reageerden is ons nu ook wel
duidelijk: wij wisten niet dat
het al zo lang geleden is, dat
Ytsje een bekende figuur in
Leeuwarden was.
Red. 't KI. Kr.
DE MOORD IN HET
DEKKERSDUIN
Vervolg van pag. 2
briefkaart was Rotterdam.
De beloning van f 2000, uitgeloofd
voor dengene, die den moordenaar
kan aanwijzen, is tot f 10.000 ver
hoogd. Deze som is ter beschikking
van den officier van justitie gesteld
Leeuwarden J. v.d. Woude