Hier lachten opa en oma om 9 'f ^Cleine 3£rz»nt£/e leeet iedereen Huitema, huisvrouw van Johannes van der Berg, Kromme Elleboogsteeg. Klaagt de weduwe R. Kuiper, logementhoudster aan de Stations weg, dat bij haar heeft gelogeerd een zich noemende Kets met vrouw en vijf kinderen, voorgevende uit Zuid Amerika te komen, die zonder zijne rekening te betalen is vertrokken. Meldt de brigadier Terveer, dat in de Doorgaandesteeg een hoop afval, aldaar door de omwonenden neergegooid, in brand is geraakt en met een paar emmers water is gebluscht. Brengen de poldnren Stevan, Turksma en Rijpstra, geassisteerd door de burgers Jozef Fernee, wonende Achter de Hoven en Jan Petrus Mulder, wonende aan Schilkampen, van de Nieuwe- stad terzake openbare dronkenschap een onbekend militair, die aldaar met de sabel op de burgerij insloeg. Deze militair heeft zich tegen zijne arrestatie en overbrenging gewelddadig verzet, met de sabel te slaan, den politiedienaar Rijpstra te trappen en verder te rukken en te trékken om los te komen. Klaagt Eüe Feitsma, Oude Doelesteeg 12, dat hij bij het passeren door genoemde steeg steeds water of vuil op het hoofd krijgt. Hij vermoedt dat het water baldadiglijk omlaag wordt geworpen door eenige werklieden die voor den aannemer Feddema aldaar werkzaam zijn. Rapporteert de poldnr. Bonga, dat hij op verzoek van den kof fiehuishoudster de Wed. Kuiper aan de Stationsweg uit diens locaal heeft verwijderd zekere De Jong, veekoopman te Gronin gen, die het haar lastig maakte. Wordt assistentie gevraagd door den koffiehuishouder Westra aan de Nieuwekade, alwaar eenige schippers vechtende zouden zijn. Rapporteert de poldnr. de Jong dat hij terzake het verstooren der openbare orde in deVonkebuurt heeft bekeurd Mintje Stolte, wonende in de Vonkebuurt en Popkje Buwalda wonende Vijzel straat. Rapporteert de wachtmeester Hoog, dat te 9 1/4 uur de deur der Groote Kerk (aan de westzijde) open stond. Hij heeft met den koster een onderzoek ingesteld, doch niets verdachts ge vonden. Klaagt de weduwe Haring van der Woude aan het Zwitserswaltje dat zij herhaaldelijk prentbriefkaarten ontvangt met voor haar beleedigende afbeeldingen. Zij verdenkt van het verzenden van die kaarten zekeren R. Bootsma aan het Hollanderdijkje. Te 10 uur is Jan Sloterdijk heengezonden. Te kwart over 10 is door den wachtmeester Brok Jan Sloterdijk veedrijver, zonder vaste woonplaats, te Leeuwarden zwervende, terzake landlooperij aangehouden en ter beschikking gesteld van den heer Comm. van Politie. Te half twee is Jan Sloterdijk door den rijksveldwachter Bosma overgebracht naar het Parket van den heer Officier van Justitie. Rapporteert de poldnr. Winkel, dat hij op de Stienserstraatweg heeft bekeurd Lieuwe Dijkstra, koemelker aan de Stienserstraat weg, terzake het zitten op zijn met honden bespannen wagen binnen de bebouwde kom en het rijden met een wagen waarvoor een hond zonder muilkorf was aangespannen. Door de poldnr. 3e kl. Potgiesser van de Oosterkade op een handkar gebracht naar zijne woning aan het Hoeksterachterom, Jan de Vries, los werkman, die in kenlijken staat van dronken schap verkeerde. Door den poldnr. Sijens wordt aan het bureau gebracht Petrus van der Hoek, geboren te Leeuwarden, den 1 Juni 1950, venter in snuisterijen. Van der Hoek bevond zich aan de Voorstreek omringd door eenige straatjongens, die hem lastig vielen. Hij verkeert onder den invloed van sterken drank. Rapporteert de poldnr. Kip, dat hij aan de Westerplantage eenige jongens bezig zag met het stoken van een vuurtje. Bij zijne nadering namen de knapen de vlucht. De ouders van de vermoedelijke daders, die zouden zijn genaamd Offe Zwart, oud 10 jaren en Jan Steinvoorte, oud 11 jaren, beiden wonende aan de Nieuwestad, zijn door de poldnr. Kip met het gebeurde in kennis gesteld. Klaagt Maria Rusch, weduwe Klaassen, wonende aan de Modder no 13, dat door eenige jongens de klinkerbestrating in het Jako- bijner kerkhof is opgebroken. Klaagt de koffiehuishouder Feldhaus, dat hij des nachts veel hinder heeft van een blaffende hond, welke zich bevindt in de stal van de koffiehuishouder Loyenga in de Reigersstraat. Wordt aan het bureau gebracht een naar schatting 2 jarig meisje, dat op de Wissesdwinger zwervende was gevonden door een dochtertje van Beyma, hospitaal-geëmployeerde te dezer stede. Is het onbekende kind afgehaald door de moeder Froukje PRECIES DEZELFDE UITWERKING „Hoe ben jij toch aan dien rooden neus gekomen?" „Uit teleurgestelde liefde ben ik aan den drank geraakt. En jij?" „Sedert ik getrouwd ben, drink ik ook." BESLIST EEN MISVERSTAND „Och, dames, zoudt U misschien willen ophouden met dat fluisteren? Ik kan geen woord verstaan..." „Zoo meneer! Nu, het gaat U anders ook geen steek aan, wat wij elkaar te vertellen hebben!" DE EERSTE KUS „Weet je nog, onder dezen boom heb je mij de eerste kus gegeven... och nee, dat was jij niet". „Jawel Lottie, dat was ik wel, maar jij was er niet". NIET DE EERSTE MAAL „We moeten hoognoodig naar huis, Hans, 't is over zeven." Eric, na diep nadenken: „Als we nu naar huis gaan, krijgen we een pak slaag, omdat we te laat zijn... maar als we over een uur naar huis gaan krijgen we een kus, omdat we niet verongelukt zijn." GEMOEDELIJK Boer tegen zijn nieuw in dienst getreden knecht: „Dus als ik met mijn hoofd knik, dan kom je, ik hou niet van veel woorden." Knecht: „Dat komt goed uit, als ik met mijn hoofd schudt, kom ik niet." VRIENDELIJKE BUUR „Goeden morgen, mijnheer. Ik kom even uw piano stemmen." „Hier? Ik heb geen pianostemmer besteld." „U niet, maar uw buurman heeft me hier laten komen." ACHTER DE COULISSEN „Rookt u en dat nog wel nu u de heele avond moet zingen. Als de direc teur daar lucht van kreeg." „O, wees gerust, die kan mij niet luchten." ERG VERANDERD A.: „Hoe maakt u het meneer Mast. Wat bent u veranderd!" B.: „Pardon, mijn naam is niet Mast!" A.: „Wat? U heet ook al niet meer Mast?" GOEDE RAAD Dokter: „Uw zenuwgestel is totaal geschokt. Volg mijn raad op: Niet roo- ken, drinken, lezen, dansen, geen radio, sport, maar zoek zoveel mogelijk verstrooiing". EEN UITSTEKEND RESTAURANT „Wanneer U nu niet onmiddellijk de nota voldoet, zou ik mij werkelijk genoodzaakt zien, tot andere maatregelen over te gaan..." „Wat bent U een keurige kerel, zeg! In dat andere restaurant liet de direc teur mij direct zonder iets te zeggen er uit smijten!"

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1971 | | pagina 9