de bekoring van het oudefriesland mm I Voor de rechter IP ^^3 13 SCHOONHEID IN VROEGER EEUWEN LANGWEER kleine leeM iccie DE VISCHMARKT was in vroeger eeuwen op de Ko- ningspijp tussen Koningsstraat en Wortelhaven. Vandaar, dat deze pijp ook wel Vischmarktpijp werd ge noemd. Later kwamen er visbanken aan het eind van de Oosterkade bij de gevangenis. Ook daar staan ze nu al lang niet meer; het enige wat er nog van de visbanken over is, is het ijzeren hek - het doet nog steeds dienst als afscheiding van de fietsen stalling achter de Beurs. DE KALVERGLOPPE was een zijtak van de Boterhoek en liep vandaar in de richting van de stadswal. Er hebben eens een twin tigtal huizen aan de Kalvergloppe gestaan. Het laatste nog bewoonde huisje van de Kalvergloppe was dat van Berend, de koeiedriever, wiens beeltenis ook in het boekje Pommeranten prijkt. Aan het eind van de Kalvergloppe was een huis met een gevelsteen, waarop een koe stond afgebeeld; merkwaar digerwijs werd dit huis Het Kalf genoemd. De gevelsteen is na het slopen van huis bewaard gebleven: ze prijkt nu ergens tussen de böeken van het Stadsarchief. HET SINT ANNAKLOOSTER is een andere naam voor het Ba- gijneklooster, dat lag tussen de Bagijnestraat, de Grote Kerkstraat en de Bollemansteeg. Er kwamen eertijds verschillende stegen op het Bagijneklooster uit en juist daardoor was het een ideale speelplaats voor de jeugd uit deze buurt. ACHTER DE GROENE KAN was een andere naam voor het Achterom aan den Wal, een volks buurtje binnen de stadswal ten noor den van de Nieuweburen en weste lijk van de huidige Vijzelstraat. Het buurtje dankte z'n naam aan een uithangbord met een groene kan op een van de woningen aan deNieuwe- buren. DEPLETBUURT heette in de volksmond, enkele tientallen jaren geleden nog, een door een poortje bereikbare buurt aan de Achter de Hoven, scheef tegenover de Kanaalstraat. DE HOOGHUISTERSTEEG is er nog steeds, maar wordt nooit meer zo genoemd: het is de Oude Lombardsteeg tussen Nieuwestad en Ruiterskwartier, die veel Leeuwar ders ook kennen als de Bargesteeg - naar de varkens, die door deze steeg werden geleid, toen de veemarkt nog aan het Ruiterskwartier was. De Hooghuistersteeg werd genoemd naar het Hooghuis, ofwel „het grote blauwe huys", dat op de plaats van de firma Bervoets op de hoek van de Nieuwestad heeft gestaan. DE MEID EN DE KNECHT VAN EEN BURGEMEESTER IN EENE GEMEENTE VAN NOORD BRABANT ZOUDEN IN ONDERTROUW WORDEN OPGENOMEN EN HADDEN AFGE SPROKEN OM 'S NAMIDDAGS 6 URE ZICH NAAR HET BUREAU VAN DEN BURGERLIJKEN STAND TE BEGEVEN. DE KNECHT KREEG ECHTER DIEN DAG DEN LAST VAN ZIJN HEER, DE BURGEMEESTER, OM EENIGE WERKZAAM HEDEN NOGAL VER VAN HUIS TE VERRICHTEN, ZOODAT JAN OP HET BEPAALDE UUR NIET TERUG WAS. DE MEID DACHT, DAT ER BOOS OPZET IN HET SPEL WAS, EN WAS ZEER VERTOORND, DAAR ZIJ HET ZICH NU EENMAAL IN HET HOOFD HAD GEZET, DIEN NAMIDDAG ONDER TROUWD TE WORDEN. HAAR HEER ZAG HAAR ONGE DULD, ONTFERMDE ZICH OVER DE ONGELUKKIGE EN... NAM DE PLAATS VAN DEN KNECHT IN EN NOG DENZELF DEN AVOND WERD DE MEID MET DEN BURGEMEESTER IN ONDERTROUW OPGENOMEN. MEN VERBEELDE ZICH DE STEMMING VAN JAN, TOEN HIJ BIJ ZIJNE TERUG KOMST ONTDEKTE WELKEN POETS MEN HEM GESPEELD HAD' (.880) Met een kind op den arm komt de 24 jarige werkvrouw X. Y. te Leeu warden, die door haar man is ver laten, de zaal binnen. Zij was in den morgen van 9 Juli te dezer stede aan het werk in de woning van koopvrouw Wintje Heslinga, wo nende aan de Oosterstraat. In de achterkamer stond een ongesloten kast, waarin een sigarenkistje met geld. Daaruit heeft X. volgens hare be kentenis, een gulden en veertien dubbeltjes weggenomen. Ze beweert, dat armoede er haar toe dreef, hare verdiensten zijn zeer gering. Ze is nog nooit ver oordeeld. Het geld, dat X. zich heeft toege- eigend, was gemerkt, omdat de eigenaresse al vaker wat vermist had, eenmaal f 25.-, na welke ver missing beklaagde goede sier had gemaakt - zoo vertelt de gestolene. Ditmaal is het beursje, waarin het geld, uit een zinkput opgehaald. Uit angst had X. het daarin ge worpen. Eisch 1 maand gevangenisstraf. Beklaagde vraagt een geldboete, daar ze „niet bij de kleine meid weg kan. (1912) it Ik I: |U*

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1971 | | pagina 13