■f mi ciriè ^kCrantóje Iccot iedereen nen en Amelandsstraat, waarvan de Kromme Elleboogsteeg met al zijn kronkelingen wel de mooiste was. Alle drie, vrijwel parallel lopende, stegen - ook de Pijpbakkers- en de Schuitmakerssteeg - waren bewoond, evenals trouwens de Oude Stoker- steeg, die er voor een deel nog is en overkluifd wordt door het huidige lompenpakhuisje van Saakje Prozee en de, op de Nieuwe Kade uitmon dende, Korenmetersgloppe, die vroe ger in verbinding stond met de Pijpbakkerssteeg. PALING ROKEN In deze, nog steeds bestaande Pijp bakkerssteeg rookte de viskoopman Hurkuik, die in de Peperstraat een winkeltje had, zijn palingen. Later dreef Polak in hetzelfde stokoude en pas kort geleden afgebroken pand zijn kopergieterij, waarin hij met onbetwist vakmanschap zijn vijzels en schroefbladen voor bootmotoren maakte, terwijl zijn vrouw in het Huis van Bewaring de vrouwelijke gevangenen verzorgde. De voddenkoopman De Cocq van Delwijnen, van wie de buurtgenoten zeiden dat hij ,,van 't adel afvallen" was, had er z'n pakhuisje en ook is er een vellenbloterij in de Pijpbak kerssteeg geweest en zelfs een op slagplaats van beenderen, die soms ondraaglijk stonk. Dat laatste tot groot verdriet uiteraard van de be woners, tot wie onder anderen be hoorden de werkster Grietje Pieke- boer, de barbiers Peter Maurits en Gideon van der Leij, de straatmaker Jan Bergsma, de erwtenlezeres Akke Schuitmaker, de lompenkoopman Hendrik de Jong en niet te vergeten de kermisreiziger Martinus Corpier, de vader van de in Leeuwarden Voor de bewoners van de Kazerne is de Amelandsstraat altijd de kortste verbinding met de stad geweest. Zo zag de tekenaar Izaak Reinders het militaire gebouw in 1849. Ook „Slanke Willem",glorieuze figuur in het oude Leeuwarder!, heeft in vroeger jaren in de buurt van de Amelands straat gewoond. vermaard geworden „Pang". In de rustiger Schuitmakerssteeg woon den de muzikant Adrianus van Me- rode, de korfmaker Piet Wiebenga, de veedrijver en makelaar Minne Koopmans, de likeurstoker Pieter Weima en Ouwe Jan de kattemep- per, van wie werd verteld, dat hij al veertig jaar aan gene zijde van de gele muren op het Blokhuisplein had gehuisd... En de Kromme Elleboogsteeg was de steeg van de scharenslijper Omer Jansen, van de glazenwasser en pol derwerker Harriet Boonstra, van de blikslager Johannes Dronrijp, van de strosnijder in de cartonnagefa- briek Koenraad Naaijer, van de ventster in galanterieën Maria Wij- nands en van Ouwe Mieke, een veedrijfster, die dik in de negentig werd. T HEMELTSJE Op het hoekje van de Kromme Elleboogsteeg en de A melandsstraat stond een oud huisje, dat net als zijn pas verwijderde naamgenoot van de Groeneweg door de mensen uit de buurt 't Hemeltsje werd genoemd. Boven woonden maar liefst drie gezinnen, beneden was een logement van Aaltje van der Brug, de handige zakenvrouw, die later in de Boterhoek haar ,,Lüze- hotel" kreeg met als vaste klanten vele glorieuze figuren van de straat, zoals Jentsje Tit, Slanke Willem en Trientsje over de hoed. Met de meeste bewoners uit die goeie, veelbezongen en veelvervloek- te ouwe tijd verdwenen bijna alle huisjes uit deze stegen van de aard bodem. De Schuitmakerssteeg is gehalveerd en alleen nog maar toe gankelijk van de kant van de Tuinen af, evenals de gruwelijk gekortwiek te Kromme Elleboogsteeg, die ook al ten offer viel aan de uitbreiding van enkele zakenpanden. Alleen de Pijpbakkerssteeg ligt er nog vrijwel onaangetast en zelfs nu is aan de dichtgemetselde poortjes van een van de woninkjes nog te zien, dat hier, in een heel ver ver leden de „Piepebakkers" hun pijpen bakten. En... de Pijpbakkerssteeg is in tegen stelling met al zijn soortgenoten uit dit huizenblok nog steeds bewoond! In een keurig onderhouden huisje, pal tegenover de plaats waar eens een poortje toegang tot de Koren metersgloppe gaf, wonen twee be jaarde mensen, die geboren en ge togen zijn in deze buurt van de A melandsstraat. Het zijn Kees Koop- al en zijn vrouw - Kees Koopal, een bekende figuur, die de eerste in onze stad optredende orgelman was. Heel zijn leven heeft hij hier met zijn vrouw en zijn dozijn kinderen ge woond en hij is er niet rouwig om. „Want jonges, wat hewwe't hier altied plezierig had en wat waren de meensen hier altied fijn metmekaar". De Pijpbakkerssteeg - hier rookte Hurkuik z'n palingen en dreef Polak z'n kopergieterij.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1971 | | pagina 7