DE CHR. H.B.S. AAN DE KANAALSTRAAT
Weer een sterk verhaat van Nad dus
Uit de stads- en dorps
kroniek van Dr. Wumkes
11
Kon je zingen dan zong je mee
LIEDJES WT VR0EOM TIJD
kleine 5irantóje leeól iedereen
1790 7 Aug.
Arnoldus Siegmans, gewezen to
renblazer te Bolsward, sedert
bijna 3 jaren afwezig zonder
orde op zaken te stellen wordt
geciteerd dit voor 1 Sept. te doen.
1790 11 Aug.
Op afbraak verkocht de kruit-
molen de Eendragt te Staveren,
waarin 3 stel steenen, een paar-
destal voor 8 paarden, een schuur
voor 8 koeien, een salpeterraffi
naderij met koperen ketel van
5 voet, 4 koperen bekkens circa
4 voet in diameter, turfschuur
enz. aan de Warnservaart. Ver
huring van bouwvrucht op Ozin-
ga-State te Dronrijp.
1791 29 Jan.
Rients Piers Salverda te Dron
rijp adverteert, dat hij repareert
uurwerken en horlogiën, dat hij
maakt zonnewijzers, verrekijkers
mikroskopen en andere instru
menten.
1791 26 Febr.
Te Wijtgaard is overleden Sixtus
Petraeus, oud 105 jaar, die 103
jaar oud zijnde nog op de jacht
drie wilde eenden in de vlucht
schoot.
1791 8 Maart
De verjaardag van Prins Willem
V te Leeuwarden gevierd met
souper en bal in de voormalige
Fraterniteit, die was geïllumi
neerd.
1791 14 Mei
De magistraat van Harlingen
maakt bekend, dat op de a.s.
kermis de kramen zullen worden
gezet op de beide Breede Plaat
sen, zooals bij ouds is geschied
en niet op de Noorderhaven.
1791 15 Juni
G. Boorsma, castelein in het
Wapen van Wonseradeel te Bols
ward laat in zijn fraai, verdekte
kolfbaan op 't Hollandsch ver
kolven een paar zilveren schoen
gespen en een dito knipbeurs.
1791 30 Mei
Verkocht op Schiermonnikoog
honderd stukken witte catoene
of O.-Indische doeken met ge
streepte randen; zal daags te
voren ten gerieve der kooplieden
een schip te Oostmahorn gereed
liggen om met het avondgetij
naar het eiland te varen. In de
voormalige gleibackerije van S.
Rienstra te Harlingen nog te
bekomen veelerhande zoorten
van beste interdeuse steentjes
in diverse coleuren, lijstjes, py-
laars, scheepen, paarden, katten
honden en andere fraijigheden.
1791 30 Juli
Bij het boelgoed op 's Prinsen
hof te Leeuwarden verkocht 9
looden beelden, elk bijzonder
van houding.
Mevrouw L. Wit we, oftewel Lolkje,
was al jaren weduwe. Suks komt
méér voor, helaas, maar so as Lolkje
zei: „We mutte hetuuteindelijk met
de levenden houe. Bij de pakken
neerzitten, daar hewwe je jesels
maar met.
Ze was pas in de veertig, een struise
verschijning, vol levenskracht en
levenslust, derhalve allerminst der
dagen zat. Ze ging naar vergaderin
gen en partijtjes, ging op visite,
kreeg veul visite, kortom, ze hield
de fleur der in.
Een van de hoogtepunten was haar
verjaardag.
Dan kwamen vrienden, bekenden,
buren en die werden onthaald op
gebak, likeur of een borreltje.
Afijn, 't wudde voor ieder een
hoogst gezellige avond. Een gezel
lige keu velaar, was buurman Naddus.
Boeiend kon hij vertelle over sien
al of niet werkelijk beleefde avon
turen.
„Ik bin es een keer an een vreselijke
dood ontsnapt" begon hij. Het
hele gezelschap stak de kop vooruut.
„Soas jim we te, was ik vroeger
koloniaal. Op een zekere avond
vond ons schip een legplaats in één
van de veule kleine kreken an de
kust van Noord-Borneo. Wij moch
ten even an wal van de kapitein,
maar met de waarschouwing, gaan
nou niet het oerwoud in, want het
wemelt daar van wilde inboorlingen.
Kanibalen nog wel. Kijk uit dus.
Maar mien kammeraad en ik hadden
lak aan de waarschouwing en dwaal
den altied mar verder de jungle in.
Plotseling hoorden we: rombom-
bom...rombombom...rombombom..,
„De wilden komme" schreeuwde
mien kameraad. Hij zette het op een
lopen en het lukte hem op 't nip-
perke te ontkomen. Maar ik... ik
ston in een oogwenk in een dichte
kring van met speren gewapende
kannibalen... Een afschuwelijk met
met alle kleuren beschilderde krijger,
denkelijk de hoofdman, kwam op
mie toe en begon in erbarmelijk
Engels teugen mie te brabbelen.
Ik verston der driekwart niet van,
mar 't kwam hierop neer, iedere
blanke, die in hun hannen viel,
wudde zonder pardon afmaakt. Als
enige concessie mocht ik kieze op
welke manier. Of, tussen twee lakens
naaid zo de rivier in of in de kook
pot, met koud water opzet en...
levend kookt.
't Ja, het één was al even beroerd
as het ander. Wat must ik kieze?
zei buurman Naddus.
Er heerste een ogenblik een doodse,
gespannen stilte, die verbroken werd
deur onze gastvrouw Lolkje.
Vreselijk" zei ze, „levend kookt en
dan opvreten te wudden deur kan
nibalen hu...
Nee, voor mij was de keuze niet
moeilijk want ik werd toch maar
liever tussen twee... eh...eh...eh...
Zij kreeg een kleur en zei: „Kom
mensen, drink je glaske toch es
leeg... sal 'k opnij inskinke..."
LIWADDER
OUDE JAAR
Oude jaar! o, laat ons rusten,
Omzien eer wij verder gaan,
't Nieuwejaar word' niet begonnen
Eer wij hebben stilgestaan.
Eer we in ernst ons zelf vroegen:
Deed ik waarlijk wat ik kon?
Ben ik wijzer, beter, vromer,
Dan toen 't jaar zijn loop begon?
God gaf ons Zijn zon en regen,
Gaf ons vreugde, gaf ons smart;
Maakten wij genot en lijden
Tot een zegen voor ons hart?
Oude jaar! de jaren vlieden,
En zij keeren nimmer weer:
Ieder jaar dan vind' ons verder,
Vind' ons beter, meer en meer.
DIT IS EEN FOTO VAN 1935 VAN DE CHRISTELIJKE H.B.S. AAN DE KANAALSTRAAT EN WEL VAN DE EERSTE KLAS MET TWEE HEREN LERAREN:
DE HEER GO VERS, LERAAR DUITS EN IN DE WANDELING MOPS GENAAMD EN DE HEER JANZEN, LERAAR NEDERLANDS, DIE GEWOONLIJK DOOR
DE LIEVE LEERLINGEN ALS SLAK BETITELD WERD. WE BEGINNEN BIJ DE LINKER RIJ EN WE GAAN VAN ACHTER NAAR VOOR: KLAAS KUIKEN,
JOHAN V. TIEL, JOUKE KUPERUS, GOFFE MIEDEMA, FLORIS JACOB VINKE. MIDDELSTE RIJ: JAN GOVERS, ALBERT JANS, HENK WINTERS, LO
V.D. MEY, HANNY V. SIJTVELD, JAN KEUNING, JAN V. KAMPEN, FEIKJE V.D. PLOEG, JO V.D. VLERK, GERRIT VERHOEF (ZOON TEKENLERAAR).
ACHTERSTE RIJ: HINKE BOOMSMA, ELS HIELKEMA, AUKJE JANZEN (DOCHTER LERAAR NEDERLANDS), HERMIEN BEERNINK, KEES ROM KOLT-
HOF, COR OVERDIJK, MIEN BEKKER, JO REINALDA. ALSNOG, NA ZES EN DERTIG JAAR HULDE VOOR FEIKJE VAN DER PLOEG, WANT ZIJ WAS DE
ENIGE, DIE IN VIJF JAAR HAAR HBS-B DIPLOMA HAALDE, ALDUS MEVROUW H. TH. VAN DER NOORD-BEERNINK, DIE ONS DEZE FOTO TOEZOND EN
DIE ONS OOK NOG BERICHTTE: „HOEVEEL VAN DE VIER EN TWINTIG IN ZES OF MEER JAAR DE EINDSTREEP HAALDEN, IS MIJ NIET BEKEND, MAAR
HET KUNNEN ER HOOGSTENS ZES ZIJN GEWEEST..." NOU JA, ZULLEN WE MAAR ZEGGEN, HET LEVEN IS MOEILIJK EN HET LEREN OOK.