^üfeine ^Crant&je leeet iedereen oude Old I De Lijnbaan op het Oldehoofsterkerkhof met de lijnbaansknechten Gutman en Berendsen. Onder het puntdakje links de eigenaar van de Lijnbaan, Doeke Morrema. die schilder was en woonde tegen over 't gebouw, op het hoekje van het Sint Jobsleen. MOOIE VERHALEN Talrijk en schoon zijn de verhalen, die de jaren overleefden en er van daag nog de ronde doen. Het verhaal van Kroeme Neets, die op een kwade dag langs de buur vrouwen liep met op het schoteltje de bij een ongeluk afgeknepen duim van haar man, die voerman bij Poelsma was, het verhaal van de beide vrouwen, die per vergissing een flesje cognac en een flesje azijn omwisselden, waardoor de bruine bonen met alcohol werden besproeid Mens, we hewwe 't niet ees mur- ken, ze smaakten best!"), het ver haal van Vrouw Plattekoek, die alles in 't. blauw had - blauwe mu ren in haar huisje, een blauw bak- I kerskarretje, blauwe koekjetrom mels - het verhaal van de lijnbaans knecht Johannes Gutman, die het vuur in een pot teer met water in plaats van met zand bestreed, het verhaal van de spoken in de school op het Oldehoofster Kerkhof - op gejaagde katten met belletjes om de hals, die 's avonds de werkvrouwen de schrik om het hart deden slaan, het verhaal van lange Ule, aan wiens laatste wens - een slag om de Olde- hove voor de teraardebestelling - eerlijk werd voldaan, het verhaal van de vrouw van Ouwe Pabel, die in stromende regen met een grote bezem de lijnbaan op het modderige Oldehoofster Kerkhof aanveegde en I bij de grote schoonmaak zelfs de I pannen van het dak haalde en gron- I dig reinigde... Verhalen, verhalen, -verhalen - ze efRoustra, de redacteur van 't hoeken van het oude Leeu- teüen, hoe toen zijn visie was. repdsdien allemaal veranderde. overspoelen de speurder, die zo fortuinlijk is de echte, praatgrage Butterhoekster op te sporen, de man, die verknocht geraakt is aan de buurt, waaraan een deel van zijn smaakte er best, maar een van de mannen kondigde al vast aan, dat hij aanstonds zou moeten opkras sen, want „siest, d'er staat thüs een pot snert op 't vuur". Toen het stond. „Bist er nou nog, je?" „Ja, mar nou muk er toch fandeur", antwoordde de buurman. „Goed, dan gaan'k met." Zo kwamen de mannen samen in Jazeker, oeroud is deze foto van de school op het Oldehoofsterkerkhof. Rechts het begin van de Grote Kerkstraat met op de hoek het winkeltje van Boomsma, nu de Poort van Cleef. leven verankerd is, die met gevoel voor de verhoudingen in die ouwe tijd de vaak van humor druipende gebeurtenisjes smakelijk weet op te dissen. Zoals de geschiedenis van de twee buren uit het Heer Ivostraatje, die elkaar troffen in het tapperijtje van Pranger in de Peperstraat. De borrel vertrek echter op zich het wachten, stapte de ander op, spoedde zich naar het huisje van zijn vuurman en verorberde de worstjes uit de pan erwtensoep. Daarna plantte hij een slof van buurman in de soep en keerde weer naar Pranger terug, waar tot zijn verbazing nog steeds z'n buurman achter het glaasje het kleine huisje in het Heer Ivo straatje, waar de eigenaar zich woe dend de handen wrong. „Die smeer lappen van kienders, sien nou es wat ze daan hewwe..." „Een gemene streek!" concludeerde de dader, „een verrekt gemene streek! Mar ik zal 't die wel ver goede jonge, dan kanst nije soep koke..." Het is een van de grappen, die er vroeger in het Heer Ivostraatje en zijn omgeving werden uitgehaald, een van de vele, vele grappen, want in het maken van grollen waren ze daar sterk. Was het een wonder, dat onder die omstandigheden het Butterhoekster buurtfeest, dat ieder jaar door de buurtvereniging De Oldehove aan de voet van de steenkolos werd georganiseerd, in wijde omgeving een zekere faam genoot? Er kwamen dan een oliekoekkraam en een draaimolen op het plein, maar het programma was gelijk aan dat van alle andere buurtverenigin gen uit die dagen: er was zaklopen en vlagjessteken voor de kleintjes en stoelendansen voor de groteren. Een speciale attractie echter vormde het kuupkesteken en het koekhap- pen in water, waaraan twee bekende stadsfïguren altijd hun medewerking verleenden: Snorrewiets en Jentje Tit, die dan natuurlijk nimmer aan het lot van een stortbad ontkwamen. Nóg herinneren hoogbejaarde But- terhoeksters zich het gekrakeel, dat eens op een buurtfeest ontstond, toen alle kinderen bij het spel een beurt hadden gehad en de ceremo niemeester aankondigde: „Nou nog de kienders van Jelle van Dam en Trien met de Lip". De opmerking viel verkeerd, want Jelle met 't Neuske en Trien met de Lip hadden geen kinderen... ZANGKOOR VAN JIJE Ook het zangkoor van Jije, een vrouw, die knap op de harmonica kon spelen, kwam in actie op dit jaarlijkse festijn, dat behalve met een vuurwerk, meestal met fikse vechtpartijen besloten werd. Want ook voor het welslagen van dit feest was het borreltje een on misbaar attribuut, zoals het trou wens zeer sterk zijn stempel drukte op het leven van tal van families, die in deze oude buurt tussen de bolwerken van Prinsentuin en de Oldehove hebben gewerkt en ge woond.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 7