4 f l^lcine ^Cranteje leeet iedereen Lezers klommen in de pen OUDE BOERDERIJ „As jou het mij frage", dan heeft bij de Tweede Kanaalsbrug inderdaad een boerderij gestaan, die in de twintiger jaren is afgebroken - de boerderij van Simmer. In mijn jon genstijd 1915-1920 maakte dit boer derijtje wel een schilderachtige in druk. Maar datgene wat doorgaans voor pittoresk doorgaat is dan maar al te vaak door de tands des tijds aangevreten. Zo ook de boerderij van Simmer; meermalen object voor amateur- en ook wel professio nele kunstenaars geweest. Wij als jongens hadden hier weinig oog voor. De sloot waaraan het boerde rijtje lag „de Pieter Oaüe sloat" was bij ons veel bekender en zeker belangrijker voor ons dan de boer derij. Dit was 's winters de dichtst- bijgelegen ijsbaan van de Rem brandt- en Saskiabuurten en zo was in die jaren elke stadswijk een ijsbaankwartier. De Gysbert Japicx straten maakten gebruik van de Spoorsloot en de Vegelinstraten hadden weer hun eigen spoorsloot voor de eerstbe ginnende schaatsenrijdertjes. Want ook in die tijden was het niet elk jaar sterk ijs op 't Kanaal. Ik herinner me nog wel de winter van '15-'16. Wij waren op school 6 bij meester Zandstra, maar wegens plaatsgebrek moesten er enkele klassen in dependance naar de school in de Bagijnestraat, hoek Bollemansteeg. In deze wintermaan den nu konden we de schaatsen onderbinden aan de Emmakade en reden zo via Willemskade en Singel naar de Oldehove. Naast de boerderij van Simmer aan de Emmakade is in het begin van de twintiger jaren gebouwd de eerste ruimte waar de Electro Blik- fabriek zijn fabricage is begonnen. Enkele jaren later overgeplaatst naar het pand waarin thans de firma van Slooten is gehuisvest. Maar de later zo groot geworden, Ver. Blikfa- brieken is zijn eerste rammelen van de busjes begonnen in een klein gebouwtje naast de Pieter Oaüe sloat, vlakbij de boerderij van Sim mer. Leeuwarden J. v.d. Woude DE SCHRANS Regelmatig lees ik Uw „Krantsje" en zeer veel oude dingen schieten mij te binnen. Ook de laatste Krant- sjes over de Schrans vind ik zeer leuk. Jopie Bijl heb ik goed gekend. Er woonden twee onderwijzers naast elkaar op de Huizumerïaan, de ene meester Bijl en de andere meester Haantje. Bij meester Haantje was toen in de klas meester Geert Bron, onderwijzer aan de lagere school in het dorp Huizum. Van deze onderwijzer Bron heb ik twee jaar vioolles gehad. Ook las ik over Fetsje de Boer, die was volgens Mr. Bijl getrouwd met een professor. Bij slager de Boer waren er vier kinderen. De oudste was Fetsje, die is getrouwd met een apotheker in Amsterdam, wo nende in de Clerckstraat, verlengde van de Rozengracht. (Ik heb er zelf wel voorgestaan). De tweede doch ter van Geale de Boer was Pietje, getrouwd met een boer uit ik meen Witmarsum, de derde dochter Hiltje is getrouwd met Rodenhuis, die destijds chef was in de slagerij en de vierde was een zoon Rudolf. Waar die woont of wat die doet weet ik niet. Ook de beide zoons van bakker Briinner weet ik mij nog te her inneren, de ene zoon Rudolf is dokter geworden en deze dokter Brünner had een praktijk in Stiens. Dr. Brünner is overspannen geraakt en heeft toen voor rust gevaren als arts op een grote boot. Ook bakker Schuurmans is mij goed bekend met dochter Elizabeth, zoon Jan en dochter Geertje. Doch vóór bakker Schuurmans woonde er in die bakkerij bakker Van der Hoek en daar ging ik vaak heen om mg fiage.... er Brabantsbrood te kopen. Ook op de hoek tegenover Dr. Damsté kwam niet direct een Zijlstra's winkel, doch er was voor Zijlstra's winkel een banketbakker Terpstra. Hier heb ik op Sint Nicolaas avond wel gesjoeld en enkele marsepijn letters gewonnen. Ook werd er gesproken over de verlichting in de bakkerij van Schuurmans, dat het daar zo donker was. Dat kon ook niet anders, want alles was nog petrole um verlichting in Huizum. Ook de straatverlichting was de petroleum lamp. Toen ik schooljongen was, werd er aan de opslag de Huizumer- gasfabriek gebouwd. De eerste win kel waar de gaslamp werd ontsto ken was sigarenwinkel Reitsma in de Schrans. Thans nog een sigaren zaak en wel van de heer Riethorst.. Toen wij de gasvertichting voor het eersl zagen, noemden wij het „Het licht ter wereld". Ook over de brand in de boerderij waar Bontekoe's vetsmelterij was kan ik u veel vertellen. Het was op een zaterdag avond. Wij zouden als jongens naar de bioscoop. Toen we op de Huizumerïaan bij de proef tuin kwamen zeiden we: moet je eens zien wat rookt de smederij van Mebius. Dit bleek niet de smederij van Mebius maar de groentedrogerij van Flessing te zijn. Wij er op een holletje heen. Ik heb nog gepro beerd met brandmeester Bootsma de brandkast uit het kantoor te halen doch dit lukte niet, om de grote hitte en toen wij daar in het kantoor waren vloog het behang in brand. Natuurrijk wij er uit. Het terrein om de boerderij werd op last van de politie van belangstellenden ontdaan. Er waren een paar hand brandspuiten doch één was nage noeg niet bemand, daarom werden er vrijwilligers gevraagd om te pom pen. Ook ik heb toen meegeholpen. Onze brandspuit stond voor dokter Damsté. De brandslangen van onze spuit lagen door de gang bij Geale de Boer's slagerij om de brand via het achtererf te kunnen aanpakken. Halverwege de avond kwam me vrouw de Boer ons als spuitgasten een broodje brengen met heerlijke leverworst. Toen te middernacht de brand was geblust, hebben wij onze spuit terug gebracht naar de Klanderijstraat achter aan bij de Potmarge. Onze namen werden op geschreven en later kreeg ik voor verleende hulp- een postwissel met als loon f 3.50. Zo zie je, geen spuitgast en toch als brandweerman in spé verdienen. HET KLEINE KRANTSJE LEEST IEDEREEN Nu wilde ik nog wel wat schrijven over onze petroleumtijd. Mijn grootvader was namelijk tim merman 1ste klas. (Hij verdiende als 1ste klas één cent per uur meer dan een gewone timmerman. Be halve timmerman 1ste klas was hij lantaren opsteker. Elke avond als het donker werd ging hij met een laddertje op de schouder bij die lantarens langs om ze aan te steken en 's avonds tussen tien en elf werden ze weer uitgeblazen. Verschillende malen ben ik met mijn grootvader langs de lantarenpalen gegaan om de lampen aan te steken. De meeste belangstelling had ik voor de luci fers die in de wind bleven branden. De laatste lantarenpaal stond voor de Lareystraat, thans Jan de Baan straat (hoekje bij kruidenier Jans- ma). Ook ben ik verschillende ma len meegeweest om de lampen te brengen in de Hervormde Kerk in Huizum. Mijn grootvader maakte de lampen thuis schoon en hij vulde ze met petroleum. Twaalf stuks bracht hij dan naar de kerk waar ze werden ontstoken als er avonddienst was. Het meest interes- Vervolg op pagina 6 Nog een foto van de Schrans, die het hart van veel Hüzemers sneller zal doen kloppen: het logement („Doorreed - paarden en rijtuigen te huur") dat op de hoek van de huidige Raadhuisstraat heeft gestaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 4