Bijzondere kaart
van oud vermaard hotel
m
de bekoring van het oude friesland
LEEUWARDER
COURANT.
UIT DE DOOS MET SNIEPSNAREN
Niemand minder dan Jan P.
t ^(cine ^ICranteje ieeet iedereen
6
DE PIEPEBLAZER
1902.
Mo. 92.
Twee dames uit Haarlem, nichten
van bekende stadgenoot-zakenman
K. (omgeving Eewal) gingen dagje
met de auto uit en belandden in
mooie omgeving van Baarn. Daar
reden ze hun auto een eindje een
bospad in om vervolgens een stevige
wandeling te maken door het bos.
Na een goed uur keerden ze terug
en van verre konden ze hun auto
al op dat bospad zien staan. Maar
wat was dat? Het was net of er een
hond op de wagen zat! De dames
begrepen er geen sikkepit van, tot
ze dichterbij kwamen en tot hun
onbeschrijfelijke verbazing en ver
bijstering zagen, dat er een olifant
op de motorkap zat. Hevig ontsteld
keerden de vrouwtjes op hun schre
den, snakkend naar hulp uit het bos.
En, gelukkig, die kwam ook spoedig
opdagen: daar liep, speurend naar
alle kanten, een man aan wie ze,
opgewonden en met horten en sto
ten het vreemde nieuws vertelden:
„Och meneer, helpt u ons, er zit
een olifant op onze auto..." „Ah
mooi" reageerde de man lakoniek,
„daar is ie dus al. Ja, zie, ik ben van
Boltini en er zijn drie olifantjes
EEN GOEDE VANGST
Leden van de Leeuwarder Hen-
gelaarsbond vangen een snoek
van 22 pond
Zondagmorgen waren drie leden
van de Leeuwarder Hengelaarsbond,
de heeren E. Boskma en de gebr.
Walon, bezig met het visschen naar
snoek in het Bergumermeer. Reeds
hadden ze een snoekje van twee
pond en een flinke knaap van tien
pond buitgemaakt, toen plotseling
het aasvischje, dat Boskma aan zijn
hengel had, door een geweldige
visch besprongen werd. Het bleek
later een snoek te zijn van niet
minder dan 22 pond! Natuurlijk
had het heel wat voeten in de aarde
om het beest op het droge te krijgen.
Gelukkig voor den visscher had de
snoek zich echter goed vastgebeten
en zoo gelukte het ten slotte den
hengelaar en de twee vrienden, die
hem bijstonden, om de visch uit het
water te krijgen. Zij moesten dit
doen met hun handen, daar zij
toevallig geen "schepnet bij zich
hadden. Een van hen, Boskma, werd
door het dier gevoelig in de hand
gebeten.
Zooals de mannen later van Ber-
gumer visschers hoorden, zou het
nog niet eerder voorgekomen zijn,
dat uit het Bergumermeer aan de
hengel een snoek van dit gewicht
werd opgehaald.
(1939)
Wat er vandaag uit de Doos met
Sniepsnaren te voorschijn komt
is een bijzondere prentbrief
kaart, vervaardigd door de uit
gever O.C. van Duijsen te Zwol
le en kennelijk is een partij van
deze kaarten verkocht aan het
Grand Hotel Het Wapen van
Friesland, dat aan het Groot
Schavernek heeft gestaan. De
kaart geeft de voorpagina te
zien van de Leeuwarder Cou
rant van zaterdag 19 april 1902
met twee uitsparingen: in de
ene een foto van het eens zo
vermaarde hotel, in de andere
gelegenheid voor een krabbeltje
van de afzender. Misschien zijn
er soortgelijke prentbriefkaar
ten van andere hotels uit Leeu
warden geweest, maar die heb
ben we dan nog nooit onder
ogen gehad.
Mensen, wat zijn er een reacties gekomen op onze vraag
in 't Kleine Krantsje van de vorige keer wie De Piepe-
blazer heeft gekend. Tal van abonnee's kwamen bij ons
op kantoor, belden of schreven, want wat we niet
hadden kunnen wetenDe Piepeblazer blijkt een uiterst
bekende en populaire figuur te zijn geweest. Hij heette
Jan Peters, maar het volk noemde hem Jan P., gewoon
Jan P., dat was voldoende om aan te duiden over wie
men het had. Een volgende maal komen wij in 't Kleine
Krantsje graag op deze bijzondere figuur van Jan P. terug.
ZATERDAG
19 APRIL
Oxrtel tTOfccu tatejn tm- m Cntta
ft» kmtd. i l i i i j i f
I DITSEVIRIi
Erve® Kimtm Ss<41ig.
■xlDat
iHouuuca imrarn. «-"•li,
ass.
Jlotel
S^t^g&agg Wapen van Friesland
laa O IkOtnM
UW auttr ca
nÜFu
HJmStt
Svi£SS2Si
A tcclc«
a rat U Okla* b M veer (vlaai
SiTf*ïjS5£B3S!"abJ5; Uitgave O C. van Duijsen,
VÏS Zwolle.
ontsnapt; twee hebben we alweer
terug, maar de derde was nog weg."
Enfin, om een lang verhaal kort te
maken: het hele gezelschap kwam
met olifant en verkreukelde auto
in het winterverblijf van Boltini
terecht en om ze wat te laten
bekomen van de schrik schonken
de circusheren met vlotte hand de
dames een aantal glazen sherry in.
Intussen brachten sterke handen zo
goed en zo kwaad het ging de
verfrommelde wagen weer wat in
het oude model terug, zodat toch
nog rijdend de terugreis naar Haar
lem kon worden aanvaard. Maar
wat gebeurde er nu? Halverwege
Amsterdam-Haarlem kreeg een po
litieauto de ingedeukte auto in 't
vizier en een moment later stond
de gehavende auto aan de kant.
„Goedenmiddag dames, aanrijding
gehad?" „Nee, er zat even een
olifant op..." Daar in negenhonderd
negen en negentig van de duizend
gevallen dronkenschap de oorzaak
van een dergelijke opmerking is,
staken de heren agenten wantrou
wend hun hoofd door het geopende
portier en ja hoor, het kon ook niet
anders, er hing een dranklucht waai
Bokma en Bols jaloers op zouden
zijn. Dus niet langer gepraat, maar
mee naar het bureau en... de cel in
die twee! Tja, en daar zouden ze
misschien nu nog gezeten hebben,
wanneer die politie niet op het idee
gekomen was om voor alle zeker
heid toch maar eens even naar dat
winterverblijf van Boltini te bellen.
Toen kwam natuurlijk de olifant
uit de mouw, de celdeuren zwaai
den weer open en met een politie
auto werden de dames thuisgebracht.
SCHOONHEID IN VROEGER EEUWEN
BOLSWARD