KIJK HIER EENS: DIE VIEREN CARNAVAL Hier lachten opa en oma om 9 STADSNIEUWS VAN VROEGER GROEIEND LEEUWARDEN l ~^leii\e ^ranteje ieeet iedereen WE SCHRIJVEN 1905, WE ZIJN TROUWE LEDEN VAN TEN CATE EN WE VIEREN CARNAVAL. WELNU, DAT MOET OP DE FOTO WORDEN VASTGELEGD! DE MENEER IS DE HEER HIELKEMA, DE DAMES HETEN EISMA, LANDSTRA-DE BRUIN, DIJKSTRA (VAN DE MEUBELMAKER), DE BRUIN-VAN 'T HULL, HIELKEMA, DRAAISMA (VAN 'T FRIES MUSEUM), KOERSE (VAN DE EN GROS ZAAK IN PORSELEIN) EN VAN KESTEREN. BALGESPREK „Zou jij willen trouwen met een rijken, maar dommen man?" „Laat mij er nog eens over denken, je aanzoek komt zoo onverwacht". VERSCHILLENDE ZEDEN „In Turkije ziet een vrouw haar man eigenlijk nooit voordat ze ge trouwd is". „Neen en bij ons eigenlijk nooit nadat ze getrouwd is". EEN FELICITATIE WAARD „Heb je gezien hoe men gisteren avond na het concert zich verdrong om den grootvader van de zangeres te feliciteeren?" „Neen, maar waarom juist de groot vader?" „Omdat hij bijna potdoof is". ZIJN GROOTSTE ZORG Een auto had een man aangereden, BESLIST ONBILLIJK „Heb je de nieuwe typiste moeten ontslaan?" „Ja... ze.zzzzz.zzzz... schoo...schschschschooo... schoot... z.z.z.zoo lang- zzzz... langzzzzaaaa... langzzzaaaam... opopopop... als ik haar... wwwu... wuwuwu... wat... dic.dic.dic..dicteerde..." die nu kermend aan den kant van den weg ligt. De bestuurder springt uit den wagen en gaat naar den gewonden man, die zich kreunend tracht op te richten, terwijl hij met zijn hand naar zijn ribben voelt. „Alle drie" mompelt hij, „gelukkig alle drie nog". „Maar je hebt toch meer dan drie ribben", zegt de autobestuurder aarzelend. „Wie spreekt dan over ribben; ik heb het toch over mijn drie Havana's in mijn linker binnenzak. DE MELK TANK Kleine Greetje, die echt buiten lo geert had 's avonds voor het eerst gezien hoe een koe gemolken wordt. Den volgenden dag is de boer zeer onthutst over het feit, dat de koe zich heeft losgerukt en weggeloo- pen is. „Waar moet ik dat beest nu toch zoeken". Greetje komt bij hem staan en zegt troostend: „Och Oompje, wat gelukkig, dat hij gisteren niet is weggeloopen, nu is het minder erg,u had hem toch juist leeggepompt." MODERNE KINDEREN „Hoe oud is je broertje?" vraagt een bezoeker belangstellend aan het kleine meisje. „Dat?" was het onverwachte ant woord, „dat is model 1935". Het is interessant om eens na te gaan, hoe Leeuwarden in de loop der laatste decennia is gegroeid. In 1899 woonden er in Leeuwarden 15.018 mannen en 16.426 vrouwen, totaal 31.944 inwoners. In 1919 was het aantal mannelijke inwoners gestegen tot 20.114; het aantal vrouwelijke inwoners bedroeg toen 21.914, samen 42.028. Een toename dus van 10.084 zielen. Het aantal inwoners op het oogen- blik is 54.087, nl. 26.044 mannen en 28.043 vrouwen. In de laatste twintig jaar steeg het zielental dus met 12.059. Het verschil van aanwas der bevol king in beide perioden was dus niet veel, ongeveer 2000. Ook de geboorte- en sterftecijfers vertoonen geen groote verschillen. Deze waren voor 1909; gestorven 486, geboren 907; voor 1919: ge storven 510, geboren 866; voor 1929: gestorven 535; geboren 977 en voor 1938: gestorven 551, ge boren 976. (1939)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 9