Zl|
Overal komen zij vandaan, en alles kunnen
Maken zj grappen? Nou! en wat voor grappen!
CAijouOet
mg fauje.~
4
Daar enboven maken zy ook nog muziek. En wat voor muziek!
t T^Cleine 3^.rantóje leeót iedereen
Lezers klommen in de pen
OUDE BOERDERIJ I
Naar aanleiding van de stukjes in 't
Kleine Krantsje over de boerderij
bij de Tweede Kanaalsbrug kan ik
U nog het volgende vertellen: In
1911 kwamen mijn ouders aan het
Emmaplein te wonen, wij zagen
over een nog onbebouwd land uit
op de boterfabriek. In dat jaar stond
op dat land een groot Frans circus,
„Cirque Charles" en daarbij waren
ook Indianen die repeteerden op
het land tussen de verschillende
tenten. Bij ons kwam aan de deur
een „melkboer", die een boerderij
had achter de brugwachterswoning
bij de Tweede Kanaalsbrug. Zijn
naam was Vuijst en hij had twee
zoons en een dochter, de jongste
zoon Jan raakte met mij enigszins
bevriend. En ik herinner mij heel
goed dat ik met hem en zijn vader
wel mee mocht naar hun land,
ergens voorbij de spoorbrug. Ze
voeren daar dan heen met een
zeilschouw met zo'n zeil waarlangs
een lange stok die het rechthoekige
zeil spande, i.p.v. een gaffel. Met
een lading gras kwamen wij dan
weer terug. Toen ik wat ouder was
speelden we bij Jan vaak achter hun
boerderij op het z.g. „Driehoekje"
een door vrij dicht geboomte om
geven driehoekig stukje land. En
misschien als herinnering aan dat
circus speelden we Indiaantje.
Ik meen me *- herinneren dat er
meer dan tv a.koeien in hun stal
stonden, dif erg donker was met
van die kleine blauwe ruitjes. De
familie Vuijst was altijd erg aardig
voor ons jongens en later toen we
verhuisd waren trof ik Jan nog wel
eens. Ik meen dat zijn oudere broer
Feiko heette en later naar Holland
is gegaan in de zuivelbranche. De
dochter heette Anna en heeft nog
een tijd bij kennissen van mijn ou
ders gediend. Heel vaag herinner ik
me dat er nog een woning stond
voorbij deze boerderij, maar dat
weet ik niet zeker.
Leeuwarden S. V.
OUDE BOERDERIJ II
„As jou het mij frage" dan werd de
oude boerderij bij de Tweede Ka
naalsbrug niet bewoond door boer
Simmer zoals J. v.d. Woude schrijft,
doch door boer Simme Andringa.
Een katholieke boer, die daar woon
de met z'n huishoudster. Ik woonde
als kind tegenover deze boerderij
op de plaats waar later de Condens-
fabriek is verrezen. Toen wij daar
woonden, in de huizen van de Zui
velfabriek, woonde daar ook brug
wachter v.d. Zee, later Munsterman.
Er stond ook nog een boerderij van
fam. Dirk Vuist, die later met de
woningen van de Zuivelfabriek door
de Condens is overgenomen.
Leeuwarden T. Brinkman
EVEN BEDANKEN
Graag wil ik de heer Dirk van der
Schaaf even bedanken voor de foto
van de School van meester Venhuis.
Deze foto maakt bij mij herinnerin
gen wakker van die zeer vervlogen
tijd, een slordige 60 jaar geleden,
maar ik weet het nog als de dag van
gisteren. Dirk van der Schaaf - ik
zag meteen dat hij het was. Ook
Klaas Vellinga, Jurjen Koksma, Ief-
ke van der Schaaf, een klasgenootje
van mij en nog meer, waarvan ik de
namen niet maar hun gezichten wel
vergeten ben, behalve dan meester
Venhuis, dirigent van een kinder
koor, dat eens per jaar een uitvoering
gaf in de kerk van dominee Kryt in
de Schrans. Vervolgens mevr. Kok
sma, onderwijzeres, geen gemakke
lijke tante, maar ze leerde ons heel
wat, dan de meester Feitsma, een
zeer vriendelijke man, heel vroeg
overleden te Hilversum, ongeveer
1917. Mijzelf noch mijn zuster heb
ik kunnen ontdekken, maar dat kan
heel goed, dit was niet de hele school,
er zijn toen twee groepsfoto's ge
maakt, ik weet nog dat het heel
prachtig en warm weer was. Mis
schien komt die andere nog eens te
voorschijn. Nog even het volgende:
wat die meneer Oudendorp vertelde
is buitengewoon interessant en
komt me allemaal bekend voor en
die mevrouw uit Oosterbeek, ja dat
snoepwinkeltje dat weet ik ook.
We moesten naar de zondagsschool
met één cent, we halveerden die
voor twee nutskes, een voor snoep
en een voor de school - dat was niet
eerlijk maar wel leuk.
Hilversum Jongema
JEUGDVRIENDJE
N.a.v. het gedicht met foto van de
heer L.H. van Dam in nr. 162 van
't Kleine Krantsje, zou ik gaarne
van U vernemen of de maker van
deze „Ode" de oud Leeuwarder is
„Lody van Dam" wiens ouders
begin 1900, of reeds lang daarvoor
een zaak hadden in Kruideniers- en
Grutterswaren op de Put. Ik meen
n.l. in de foto, welke m.i. niet recent
kan zijn, een mijner jeugdvriendjes
te herkennen. Hij zou dan thans
plm. 77 jaar oud moeten zijn,
gelijk ondergetekende.
Vermits ik in 1903, na de dood van
mijn vader in het Old Burger Wees
huis werd opgenomen, verflauwde
de vriendschap met de jongens,
met wien ik tot die tijd omgang
had, uitgezonderd echter met mijn
bewaarschoolvriendje Sido v.d. Meu-
len. Van mijn vierde jaar af speelde
ik met hem in de grote bloemen
tuin van zijn vader op de Tuinen en
onze connectie bleef bestaan, sinds
ik in 1915 Hagenaar werd. Bij
wederzijdse bezoeken aan Leeuwar
den en Den Haag pochten wij elkaar
steeds op. Ook herinner ik mij
diverse andere jeugdvriendjes met
wie ik speelde op de Droefstreek in
de jaren 1902 en 1903, t.w. Henny
Vinken (sigarenwinkel Droefstreek)
de jongens Barendsma (kapper Ko
ningstraat), H. Tool (slager Tuinen),
Japie de Jager (schoenwinkel Droef-
streek), Henk Postma (smid in Post-
straat of Droevendal). In zover deze
oud-vriendjes nog in leven zijn en
nog memorie aan hun jeugdjaren
hebben, allen gaarne mijn beste
groeten.
Scheveningen W. Moeselaar
U hebt het goed gezien: de
dichter van de ,,Ode aan Fries
land", de heer L.H. van Dam te
Amsterdam, is Uw jeugdvriendje,
„Lody van Dam". De foto, die
wij bij zijn werkstuk afdrukten,
is zeker een vijftig jaar geleden
gemaakt.
Red. 't KI.Kr.
DE SCHRANS
Mag ik nog een keer inhaken op de
leuke verhalen van de Schrans.
Laat me dan eens de Verlengde
Schrans nemen, na dokter Damsté.
Daar woonde aan die zelfde kant
een eindje verder de gemeente secre
taris De Jong. Die had drie zonen.
De oudste zoon gaf pianoles. Als ik
me goed herinner kreeg de heer Bijl
(Jopie) ook pianoles van zoon Jan.
Als hij wegging kwam ik als hummel
van 6 a 7 jaar daar dan voor het
zelfde doel. Van mevrouw de Jong
kreeg ik dan altijd eerst een „deesie
koekje". Ik denk om me gerust te
stellen. De middelste zoon Anske
was in Nederlands Indië en is daar
gestorven. De jongste zoon Menno
is geloof ik, ook al overleden. Als
we weer verder gaan, kwam Jansma,
de kruidenier. Verderop burgemees
ter Jansonius en dan de Nylansdyk
of zo wij zeiden „het Nellesdiekje".
Dan was de Schrans afgesloten en
een eind verder woonde boer Koop-
mans, dan rentenier Hofstra en nog
verder woonden wij in het Tolhuis.
Daar was je helemaal van de be
woonde wereld afgesneden.
Dan nemen we de weg terug. Tussen
een rij bomen door langs de villa
van Buma, later de Bomiakliniek.
Dan een hereboer Siebinga. Deze
had twee dochters, Nannie en Win
nie. Nog steeds aan diezelfde kant
passeerden we de fam. Hoek (A'dam)
twee broers en een zuster. Die
waren zo men toen vertelde schat
rijk. Of het waar was laat ik in het
midden. Verder^herinner ik mij een
familie Varenhorst. Dat leek ons
altijd een heel leuk, gezellig gezin.
Inmiddels zijn we weer bij de Hui-
zumerlaan beland. (Hopelijk treffen
we daar nooit meer een mosterd
mannetje aan). Langs Bijlsma, de
Boer, Mebius oversteken langs Mol
en dan naar de Schoolstraat waar
de school van meester Harts was.
Dat loopje heb ik dikwijls gemaakt.
In de eerste klas zat ik bij juf.
Zendijk, daarna bij meester Dassen
en toen nog bij Hanen en Bijl. Toen
Verder lezen op pagina 6
Er hebben in vroeger jaren meer circussen gestaan op het nog niet bebouwde land ten zuiden van het Kanaal. Het grootste en bekendste is zonder twijfel Bamum en
Bailey geweest, dat er in 1902 z'n tenten opsloeg. Dit is een fragment van een pagina uit het bijzonder interessante programma van het Circus Bamum en Bailey.