3 T KLEINE KRANTSJE LEEST IEDEREEN C\é lim net t S£(e<Vie Z^-rai\tcje leeot iedereen niet getild konden worden, pakte hij dan op en smeet die dan in het schip, ook heb ik hem wel gezien bij het laden en lossen van zakken meel op het Noordvliet bij de fac tory van Huisinga. Een volgende keer hoop ik nog wel eens enkele voorvallen door te geven, ik hoop in ieder geval dat uw fijne Krantsje ons nog vele oude herinne ringen mag doorgeven. Eindhoven B.G. Knip OPTOCHT Als niet oud-Leeuwarder zijnde heb ik ons geabonneerd op 't Kleine Krantsje en wel zonder enige spijt. Als ik enige exemplaren heb, stuur ik ze naar een broer van mijn De oersterke figuur uit Atjeh, over wie U schrijft; tja, wie kan dat zijn geweest. Er komen in onze collectie Leeuwarder bijna men verschillende sjouwerman nen voor, misschien, dat deze man een van hen is geweest. Rooie Joris wellicht? Of Mond- sjewater, de Mosk, Halve Kracht, De Panlatte, De Skries, Kilo Pek, Auke de Tosk of De Houtene Sabel misschien? Hopelijk zijn er lezers, die ons verder kunnen helpen. Red. 't Kl.Kr. schoonvader in Venlo en die geniet er heel erg van. Mijn schoonvader, broers en zusters zijn opgegroeid aan de Schrans en woonden hele maal vooraan, naar ik meen waar thans de fa. Wiersma een autostal ling en benzinepomp heeft. Mijn familie had daar een café, annex voermanderij met nog twee ande ren, Feitsema, v.d. Zee en Terhegen. Mijn oom Albertus Feitsema, stuur de mij vanuit Venlo bijgaande foto Lezers klommen in de pen JAN P. Meneer de redacteur, in vervolg op het gesprek dat wij enige tijd ge leden samen in Hotel De Kroon mochten hebben, was ik bijzonder ingenomen met de reakties die u heeft ontvangen op de vraag naar „De Piepeblazer", die dus Jan P. blijkt te zijn. Zelf heb ik hem dikwijls aangetroffen wanneer hij stilhield met zijn installatie in de omgeving van de Tuinster- of Vliet- sterbrug, waar in die tijd vele werk lozen hun armoedige tijd stonden te verdrijven met zware verhalen (gesprekken bij de brug!) en hun uitgekauwde „keatsjes" tabak zagen verkringelen in de gracht. Op mijn manier (ik was ongeveer 12 jaar) heb ik wel mee geholpen om „Slan ke Willem" of de man van Roosje uit het water, resp. uit één der pramen te hijsen, daar ze dronken over de leuning waren gezakt, waar op ze vaak hun roes probeerden uit te slapen. Laveloos kwamen deze stumpers meestal uit het kroegje van Spieksma op het Zuidvliet strompelen, waar vooral vrijdags of zaterdags menige vrouw of moeder op haar man of jongen stond te wachten in de hoop nog wat overgeschoten huishoudgeld van hun los te krijgen! Deze hoek van de stad met z'n Weerklank, Kaai, Vlietsterbrug en Amelandsstraat hebben op mij en zeer velen met mij een enorme indruk achtergelaten, er was altijd wel wat te beleven en vaak werd lief en leed gezamenlijk gedeeld. Over vele figuren zou ik nog wel willen vertellen, maar deze zijn in 't Kleine Krantsje vaak ook al aan gehaald. Een apart type zou ik echter nog wel eens naar voren willen brengen, dat bij ons op de Ooster Grachtswal altijd meehielp bij het laden van schepen o id ijzer, die geloof ik werden geladen door de lompen en metaal etc. handel van Dwinger in de Jacob Binckesstraat. Deze schepen werden bij ons voor geladen, omdat ze anders niet meer door de Vlietster brug konden varen, wanneer ze te „diep" werden geladen. Bij het laden van deze schepen was dan ook meestal een man behulpzaam, die zoals hij dan vertelde vroeger in Atjeh had gevochten. Zo goed ik me nog kan voorstellen, had hij wat rossig haar. Deze man nu, was zo enorm sterk, bepaalde stukken ijzer welke door een paar mannen Jan P. was een man, die veel van een glaasje hield, zelfs in de moeilijke oorlogstijd. Op deze in september 1941 in Duitsland gemaakte foto zien wede populaire figuur achter een hele serie flessen wijn. en vroeg of deze misschien geplaatst kon worden. Hij is genomen in 1918 bij een 100-jarig jubileum van de stad. Er was toen een grote optocht, het gebouw op de achtergrond is het gerechtshof. Van links naar rechts kent mijn oom de eerste persoon op het paard niet, dan komt onze grootvader Wietse Feit sema, dan diens zoon Albertus Feit sema, dan weer een onbekende, de vierde, zesde en zevende zijn de gebroeders Niemendal, het meisje ertussen is mijn oom ook onbekend. Leeuwarden Mevrouw H. Feitsema NOG LANG GENIETEN Mevr. Bijlsma-Zijlstra, ik heb geno ten van Uw reactie, ook op het door mij geschrevene. Al wat U schrijft komt me weer helder voor de geest. Alleen vergist U zich in onze leef tijd, want we zitten dicht bij elkaar, ik ben goed 73 en mijn broer Frans goed 72 jaar. U verklapte Uw leef tijd en daarom deze test. De neef Roel v.d. Geest is enkele jaren jonger. Ik had een stille hoop dat U nog bekende gezichten had ge zien op de ijsfoto, behalve die ik reeds herkende. O.a. die weesmeis jes, kent U deze ook? Dat Olieslagers op de Wilhelmina- baan in 't publiek reed, weet ik nog heel goed, we hebben het van verre zien gebeuren, ik was toen 12 jaar. Serg. Ferwerda reed in 1912 de Elfstedentocht, 5de plaats, tijd van aankomst 15.06 uur. De eerste was Ds. Hoekstra van Warga tijd 13.50 uur. Schiermonnikoog K. van Oostrum De Elfstedentocht, waarin Jan Ferwerda vijfde werd, is gehou den in 1909. In 1912 bezette Ferwerda achter de legendarische Coen de Koning de tweede plaats. In 1917, toen Coen de Koning nogmaals won, eindigde Jan Ferwerda op de zevende plaats. Aldus de Elfstedenauteur Fenno L. Schoustra in het kort geleden verschenen standaardwerk „De schaatsen scherp-Elfstedentocht. Red. 't Kl.Kr. DE SCHRANS I Over uw gegevens in 't Kleine Krantsje kan ik u wel mededelen dat die gegevens niet volledig zijn*). Ik ben nog een buurmeisje van de dames Tiemstra, doch veel ouder, weet ik ook veel meer over de Schrans te vertellen. In die grote herberg met uitspanning en sport terrein ben ik in 1890 geboren als dochter van wijlen de heer W. Wijbenga. De kaatsvereniging „On derling Genoegen" is bij ons opge richt. Op ons sportterrein hebben drie circussen gestaan, n.l. circus Wed. Bloemenveld, circus Wilke, circus Robertie. Tevens aan de straatweg een Cinema. U heeft het over de slagerij Gaele de Boer, eerder woonde er H. Roorda, de smederij van Mebii>« was de smederij van Jacob Visser met zijn twee zoons als knechten. Het pand van de heer Bijlstra was een herenhuis, bewoond door een Kapitein Kop. van 't negende regiment, daarnaast woonde de heer Klaas v.d. Meulen als boterkoopman, en daarnaast de familie Radersma, twee broers wa genmakers en twee zusters, dan kregen we de sigarenzaak van Reit- sma en dan de schoenwinkel van Goeres en dan die slagerij. Verder woonde Jan Olivier in die here boerderij, later vetsmelterij van Bontekoe. Dan waren er een paar rentenierhuizen, waar later de fiet- senzaak van Schootstra kwam, naast Holwerda de schilder, miet drie zoons, dan de familie Kronabel en dan was er een timmerwerkplaats van Gele Fransen naast het pand van bakker Hiemstra, daarnaast woonde de heer Krotje en daar naast de kruidenierszaak van Elize Kaastra, die de buurman was van dokter Murré Bakker. Daarnaast heeft bakker Brunner een zaak op gericht, naast Halbertsma de baas van de „Obas". Ook woonde de heer W. v.d. Feen wethouder en zaak- gelastige naast Westra terpbaas, dan bakker Adam Hoek, daarnaast Ynte- ma met zijn melkzaak als buurman van R. Westra kleermaker, dan volg de de-heer Tiddens leraar en dan was er de kaaswinkel van R. Nieuwen- huis, de buurman van slager Tiem stra met als naastleger de galanterie en textielzaak van Gebr. Schaffer (Hermes) en dan Dirk de Vries, kruidenier naast de timmerzaak van H. Nieuwland. Als buurman had hij de frima P. de Hoo, smeden en wagenmakers en daarnaast de schoe nenzaak van M. Kamsma, dan was er nog een burgerhuis naast de koemelkerij van Hiemstra en als buur de klompenzaak van Vorder- Verder lezen op pagina 4

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 3