t Si/eine rantóje leeet iedereen 13 ask «eew.iw»» m# m&w mow felleman, een onbekende, Attie onbekende, Jannie van der Veen, en, Niels Fekkens, Gjalt van der ijwaarts kijkende Bert Zweverink. we een aantal leerlingen zien, die in de lens te kijken. Hoe kan dat issel Henricus Mik, zoon van de zojuist mopperend bij het gezel schap gevoegd, met een uitermate ontevreden uitdrukking op z'n gezicht en kennelijk ontstemd omdat al die jongelui z'n speelterrein in beslag genomen hebben! De heer Mik Senior, vaag op de achtergrond, kijkt glimlachend toe en schijnt ook iets te zeggen - Annie Kooistra, op de achterste rij, heeft zich althans helemaal omgedraaid, zodat we helaas haar lieftallige gezichtje moeten missen op deze plaat. Op die achterste rij naast Toncko van Dijk: Edith Pinto, Jetty Bakker, Annie Woldendorp, Antje Weye, Winnie Landstra, de haardos van Annie Kooistra, Maijanne Guibal, Nel van Duysen, achter Nel Johan Römer, Martha Scheenstra, Ineke Smit en Kees Kruik. Op de tweede rij van boven naast Trijntje de Jong: Ted Vermeulen, Nina Straatsma, Lucie Koetts, Dukkie de Waard, Marietje Alberts, Sietske Anema, een onbekende met grote vlechten, Jacques de Boer en Meindert Bakker. Boven deze laatste twee nog Henkie Heidoorn en Salo Stoppelman. Op de voorste rij naast Bertus Zweve rink: Jan de Boer, Roelof Steinvoorte, Marianne Cats, Henk Hovinga, Piet Cath, Siep Haisma, Bob Kalma, Otto Jan ten Thije, Pim van der Vegte, Bert Dorhout, Dick Gerbenzon en een diep bewogen Bram de Bruin. TRUDY BEINTEMA Had U ook van die ouderwetse banken? Wij hebben platte bankjes. Als U dan komt op het feest dan kan U onze bankjes wel eens zien. Had U ook een verwarming in de klas? Wij hebben een centrale verwarming. Met wat voor pennen schreef U teen? Wij hebben een balpen, vulpen, rode pen en een potlood in onze gleuf liggen. Wij hebben onze namen nu wel geheim gehouden. En wij heten Liesbeth Hansen en Trudy Beintema. We hopen dat U ook komt op het feest. En dat U ons terug schrijft. De groeten van Liesbeth en Trudy. 30 april 1972 BESTE LIESBETH EN TRUDY, Mijn vriendelijke dank voor de aar dige brief welke jullie ter gelegen heid van het 50-jarig bestaan der Leeuwarder Schoolvereniging aan mij hebben geschreven. Hierin hebben jullie vragen gesteld aan ieipand die jullie niet kennen en die 50 jaar geleden op school is geweest in de St. Anthonystraat, alhier. Vroeger „de Ruiter" school genoemd. 50 jaar is een hele lange tijd en in deze tijd is er geweldig veel ver anderd op alle gebied. Ik zal nu trachten je vragen te be antwoorden en je vertellen hoe het toen allemaal ging. Ik zat in de 4e klas bij de onderwij zer C. Heesels en later bij C. Wilkes- huis in de 5 e klas. De heer Wilkeshuis is later een be kende schrijver van kinderboeken geworden en woont thans - naar ik meen - in Deventer. Op klompen lopen naar school deed ik alleen als er een dik pak sneeuw lag. Nooit ging ik op laarzen naar school, deze waren er niet, wel schoenen met rubber zolen. In de pauze deden wij spelletjes als: bokje springen, „lepel-schaar-of hak mes" (een soort sta-bok-spel), tik kertje en „bakkert-schieten". Dit was knikkeren met grote ijzeren bakkerts of kogels (ook wel stuiters of knikkers). Rolschaatsen beston den niet. Wel had een enkele jongen een step (loopped) doch nam deze nooit mee naar school. Wij hadden in de 6e klas handenar beid zoals figuurzagen, houtsnijden, tekenen en boetseren met klei. Als straf hadden wijin de hoek van de klas staan, op de gang en als het erg was: naar het hoofd van de school gestuurd te worden. Wij werden niet met de auto naar school gebracht daar dit toen nooit werd gedaan. Als een jongen heel ver buiten de stad woonde en deze was te laat gekomen voor de tram, dan werd hij wel met de auto ge bracht, als tenminste zijn vader een auto had. Er waren toen in Leeuwarden mis schien een paarhonderd auto's en hoewel mijn vader wel een auto had (een „Ford" bijgenaamd „een hoge hoed") werd ik nooit gebracht. Wij moesten lopen. Op de fiets: ho maar! Dit mocht niet. Veel te ge vaarlijk. Op mijn 11e jaar (dat was in het jaar 1924) kreeg ik mijn eerste jongensfiets. Kinderfietsen bestonden toen nog niet. Het gebeurde wel eens dat ik te laat op school kwam en dan zei de meester: waarom ben je niet op tijd? Altijd hetzelfde antwoord: Ik moest voor de brug wachten, mijnheer. Het was dan ook zo, doch het werd vaak niet geloofd. Inderdaad moest ik over twee bruggen (over het Kanaal en de Oostergrachtswal). Kinderen bleven niet over op school tussen de middag hoewel er veel „van buiten Leeuwarden" kwamen. Deze kinderen bleven vaak bij ooms of tantes of bekenden tussen de middag koffiedrinken. Ook wel gin gen zij (als zij wat ouder waren) naar de lunchroom Kimp op de Nieuwestad, waar zij dan hun mee gebrachte boterham opaten en te gen de prijs van twee en een halve cent (2 1/2 cent) een bord en mes konden krijgen. In de klas draaiden wij nooit plaat jes want een pick-up bestond niet. Wel werd er door de meester een verhaal voorgelezen meestal één dag voor de vacantie en wel uit de boe- J.H.B. HOOGSLAG ken „Alleen op de wereld", „Willem Roda" uit het boek „Het Slot op den Hoef' of „de Woudloper" (In dianen boek). Het vertonen van een film of tover lantaarn of dia's kwam ook niet voor. Wel werd in de 7 e klas een be spreking voor een concert gehouden voor het z.g. jeugdconcert wat de daarop volgende dag in „De Har monie" zou worden bezocht. Er werd dan uitgelegd wat een klarinet was en een hobo en een Verder lezen op pagina 8

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 7