t ^Ifleine ranteje (eeot iedereen Ter ere vaij het vijftigjarig bestaan van de Leeuwarder Schoolvereniging vandaag in 't Kleine Krantsje een zeer bijzondere foto van alle leerlingen van de school, in 1937 gemaakt op het Raadhuisplein. Het is een zogenaamde roulinefoto, twintig centimeter hoog en bijna negentig centimeter breed. Wij hebben deze reusachtige plaat in tweeën geknipt en drukken de beide helften, nog iets vergroot, op vier pagina's af. Voor we de namen opsommen een woord van hartelijke dank aan de dames A. Gast-Woldendorp, D. Weulen Kranenberg- Woldendorp, J. Marring-Bruinsma, A. Hoitsma-Dijkstra en aan de heer A. de Bruin, die ons bij het identificeren van de honderden leerlingen bijzonder behulpzaam zijn geweest. We beginnen bij de achterste rij en gaan eerst tot de lantaarnpaal achter de rug van meester Wassenaar: Alie Kuperus, Akke Dijkstra, Ietje de Boer, Lies Koopmans, Winnie Kruik, Greetje de Boer, Nelly Paul, Mieneke Kliphuis, Heieen Viehoff, Henny Swart, Nancy Romer, een onbeken de, Hetty de Wit, Cobi Kooistra, Titie de Jong, Juf Bron met een vraagteken en meester Wassenaar. Op de tweede rij: Rint Kooi, Dickie Oostenbrug, Janny Bruinsma, Meta de Ruiter, Baukje van der Meer en een eindje verder vóór Hetty de Wit en Cobi Kooistra Sjoukje Poelstra. Op de derde rij van boven de jongens: Folkert Everts, Wouter Toxopeus, een zekere Peter, Henk van Sloo- ten, Lodie Huizinga, Sieds Stoop, Alfons Katan, Frits Kronenberg, Bert Otten, Ronny Meijer, een zekere Johnny, Max Woudstra, Bas Deibei, voor Bas Deibei een onbekende, Gerrit de Haas, Henny Ronner en Sido van Gelder. Op de voorste rij, staand Hans Vis en zittend: Frans de Boer, Robby Cohen, Frans Stoop, Gerard Kulsdom, ee Greetje de Haas, Gerda Rit! Dronrijp, meisje Heins, Netty Hetty Weyl. Nu de volgende hap en dat zichtelijk is. We beginnen wi paal en dus ook naast meest meester Hosper, Jan van Cohen, Freddy Blitz, een Tit somber naar beneden blikt ei Vervolg van pagina 7 contra-bas en waar deze zaten in het orkest. Waren wij eenmaal in „De Harmonie" en het concert was begonnen, dan waren er ondeugen de jongens die met kleine propjes papier naar de dirigent gooiden, waarop deze kwaad om keek en een waarschuwend woord het horen. Vaak grote hilariteit. Veel rumoer. Thuis hadden wij wel een grammo foon welke je met een slinger moest opdraaien en waar lak-platen bij hoorden, welke zeer breekbaar wa ren. Langspeelplaten zoals tegen woordig bestaan waren nog niet uitgevonden. Ouderwetse banken hadden wij met bovenin een „vak" met een schuif om dicht te doen en een echt potje met inkt er in. Wij schreven soms met een potlood (in het klad of om sommen uit te rekenen) en „in het net" met een kroontje-pen welke ingedoopt moest worden. Vaak zat er stof en vuil in het inktpotje en stukjes vlakgom, er kwam vuiligheid aan de pen en het gevolg was vieze dikke letters en vlekken, zodat vaak alles over moest. Wij hadden geen vulpennen op school en ook balpennen bestonden niet. Als verwarming waren er grote dikke kachels welke met cokes gestookt werden en meestal maandagsmor gens weer moesten worden aange maakt, omdat deze zaterdags waren uitgegaan. Het waren kachels van het merk „Godin". Als wij ondeu gend waren dan werden er door ons kleine stukjes vlakgom op de hete kachel gelegd die enorm gingen stinken. De meester kwaad en dan moesten de ramen open wat vaak erg koud was. Even later moesten de tuimelramen weer dicht getrokken worden; dit waren boven-ramen boven de grote ramen. In de klas hadden wij in het voorjaar altijd kikkervisjes in een grote pot op de vensterbank staan en ook wel salamanders die gevangen werden in de kleine slootjes op de vrije woensdagmiddag in de omgeving van Leeuwarden. Een schoolreisje werd ook ieder jaar gehouden, b.v. naar Appelscha, Ameland of Gaasterland (1 dag per jaar) waarvoor wij moesten sparen door iedere maandag één dubbeltje mee te brengen. Schoolzwemmen werd ook gedaan in de zomer en wel in het uur van de gymnastiek. Wij moesten dan lopen naar de Lange Pijp (Nieuwe- stad) waar de bus van de L.A.B. klaar stond met de heer de Waard als chauffeur en dan ging het naar het zwembad „de Groote Wielen" waar wij zwemles kregen (eerst aan de hengel). Buitenbad met veel golfslag en soms erg koud (17 graden b.v.). Ook kwamen St. Nicolaas en Zwarte Piet op school wat altijd een heel feest was met pakjes, gedichten en snoep. Was er een jongen jarig dan tracteer- den zij des morgens op zuurtjes (meestal ananasblokjes) en toffee's (welke natuurlijk zeer slecht voor tanden en kiezen waren). De meeste onderwijzers hadden al gauw een bijnaam evenals sommige jongens in de klas. Al mijn klasgenoten van toen zullen mij direct begrijpen als ik het over „vetpanne" heb. Dit was een bijnaam van een van de onderwijzers die een zwarte bolhoed droeg toen hij pas op school kwam. Ik heb ook nog meegemaakt, dat er (ik meen in de 3e klas) gasver lichting was, n.l. gaslampen met z.g. kousjes. De onderwijzer moest dan op de bank gaan staan om deze aan te steken als het wat schemerig werd. De kousjes waren Heel dun en vaak gebeurde het dat deze na aangesto ken te zijn met een lucifer, begonnen te sissen en kapot knapten. Meer kan ik mij nu niet meer herinneren. Ik hoop erg, dat jullie hiermede een beeld hebben gekregen van de toestand hoe deze 50 jaar geleden op de school in de St. Anthony- straat was. J.H.B. Hoogslag P.S. Nog hartelijk bedankt voor de mooie 3b krant waar jullie allemaal in geschreven en getekend hebben. Ik hoop jullie wel te ontmoeten in de school als ik de tentoonstelling kom zien. Lezers klommen in de pen Vervolg van pagina 4 geklemd een solo ten beste te geven, waarbij hij de viool dangs de strijk stok streek. Zou dit uw onbekende pianostemmer kunnen zijn? Amersfoort D.L. Looyenga Poepetsje Smeding: een interes sante figuur, die al vaker in 't Kleine Krantsje ter sprake ge komen is. Wie helpt ons aan een foto van hem Red. 't KL Kr. KATSJEPOEKEL Graag zal ik voldoen aan Uw verzoek om inlichtingen over de bijnaam Katsje Poekel. Beter te schrijven als Katsjepoekel. Dus één woord, met de klemtoon op de eerste letter greep. Op 1 februari 1900 verhuis den mijn ouders naar Leeuwarden. Ik zat toen in de tweedeklas l.school en moest in mijn nieuwe woon plaats ook daarin terecht komen. Zo ging ik me op 16 februari mel den bij het hoofd van de gemeente school no. 2. Dit bleek te zijn de heer P.H. de Ruyter, bijgenaamd Katsjepoekel. Diens gestalte is mij bijgebleven, omdat die opvallend was: klein en gezet met een krom me rug. Hij had een sloffende gang. Verder lezen op pagina 2

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 8