8 DOOR J.C. VAN DAM Met z'n allen naar 't bos van Ypey LIWADDES ONDER MEKAAR ;3£/emc rantóje leeót iedereen DE FIETS WERD SNEL POPULAIR EEN LAF MEENS EN EEN MOE DIG MEENS HEWWE ALLEBEIDE ANGST, MAR DE EERSTE IS DE KNECHT, DE TWEEDE DE MEES TER VANNE ANGST JE MUTTE DE VREUGDE VAN VANDAAG NIET BEDERVE DEUR DE DRIEGING VAN MORGEN JE KANNE OP DIT ONDERMAAN SE NIET OOGSTE DEUR NIET TE ZAAIEN WILLE JE MEER WUDDE? DAN MUTTE JE MEER DOEN! DEUR ALTIED MAR VOL TE HOUWEN HET DE SLAK DE ARK BERIEKT REKLAME IS VOOR DE HAN- NEL, WAT DE GIST IS VOOR'T DEEG WIE BEGINT MET MOEITE EIN DIGT MET GEMAK NIET ALLIENIG VOOR WAT JE DOENE, MAR OEK VOOR WAT JE NIET DOENE BINNE JE AAN- SPRAKELUK DE SKIPPEN, DIE'T HET BEST BOUWD BINNE, GAAN SOMS OP- PE KLEINSTE KLIP NAAR DE KELDER MET MEENSEN, DIE'T GIEN KEN NIS HEWWE, HOEVE JE GIEN MEDELIEDEN TE HEWWEN EEN MEENS LEEFT MAR EEN KEER, DAAROM IS'T ZAAK EL KE GOEIE DAAD, DIE'T JE VER RICHTE KANNE, METEEN TE DOEN SONDER PLAN WUDT HET MAK KELIJKE MOEILIJK, MET EEN PLAN WUDT HET MOEILIJKE MAKKELIJK LEZEN IS VOOR DE GEEST, WAT OEFENING IS VOOR 'T LIEF VWAMMWMUVWMAMW „Seg Gerrit, hest stou et oek hoord? Een pakje shag met vloei plus een dooske sigaretten... stel je voor... samen voor mar één gulden... Tiede- lijke anbieding... Welverdorie, seg, dat is niet duur. Waar? Tjaaa... jonge jaaa... as ik dat adres- ke wist gong ik der oek direkt hene... Maar ik sei „stel je voor'".. IWWWWWWXWWW Ons land leent zich bij uitstek voor het gebruik maken van de fiets. „De lage landen aan de zee" zijn immers tamelijk vlak, vooral hier in 't Noorden. Van klimpartijen tegen heuvels op, weten we hier niet. Wel veroorzaakt de wind als je er fietsend tegen op moet tomen soms wat hinder, maar het moet en kan in 't leven niet altijd voor het japke" gaan. Door wat tegenslag zo nu en dan, worden we versterkt in de strijd om 't bestaan en wordt het overwinnen meer gewaardeerd. naar het „Bos van Ypey". Zwarte- wegsend. Doordat het sluitingsuur voor winkels en bedrijven om acht uur 's avonds was bepaald, maakten heel wat jonge Leeuwarders van die extra vrije uren gebruik om zich in de natuur te ontspannen. Naar het bos van Ypey was dan veler leuze. Dan was het langs de Zwarte- weg een drukte van belang. Hele vermaak in het bos, kon beginnen. Aan de bezienswaardigheden, zoals de prachtige volière met kleuren rijke vogels, de rijk voorziene broei kasten waar tropische en sub-tro pische bloemen en planten gedij den, werd door het jongvolk geen aandacht geschonken. De grot, waarin het natuurlijk stikdonker was, en waarin zich een paar zit- De fiets heeft zich, in betrekkelijk korte tijd, erg populair gemaakt. Hierdoor is het wandelen wat ver drongen. Door tussen de wielen plaats te nemen, kunnen we ons wat verder van huis bewegen, uit stapjes maken in de omgeving en daar van de natuur genieten, waar we lopende niet zo gemakkelijk komen. In de loop der jaren heeft de fiets nogal wat verandering ondergaan. Alleen de oudsten onder ons oudjes zullen zich misschien het eerste rijwiel en hoe dit bereden werd herinneren. Het was een grotendeels van hout gebouwde loopfiets. Door het beurtelings afstoten van de voe ten op de grond bewogen de fietsers zich voort. Een stap vooruit was de vélocipède. Hier kon men meer spreken van rijwiel. Ze bestond uit een groot voorwiel, zeker zo'n anderhalve me ter in doorsnee. Het achterwiel was klein. Wielen en frame waren van hout. Dikke houten spaken ver stevigden het wiel dat door een ijze ren hoepel was versterkt. De trap pers, de pedalen, waren aangebracht om de as van het grote wiel, zodat men zich trappende kon voortbe wegen. Ik herinner mij als kind nog wel eens zo'n trapmachine gezien te hebben. Het waren echte acrobaten die zich er op waagden. Daar de bestrating in die tijd ook nog niet zo perfect was, vond iedereen zo'n vertoning levensgevaarlijk. Ze kom- me in 't ziekenhüs met stukkene pöten terecht, beweerden oudjes van dagen. Toen de Dunlop buiten- en binnen band van rubber was uitgevonden met het ventiel dat de ingepompte lucht niet weer uitliet, kwam al spoedig een moderner rijwiel op de markt. Voor velen was het fietsen- leren echter een echt probleem. Vooral wat oudere mensen hadden die kunst zo dadeüjk niet te pakken. NIET EERBAAR Niet eerbaar vond men het, in de begindagen van de fiets, dat dames zich op het rijwiel lieten zien. „Dolle Mina's" waren nog niet ten tonele verschenen. Verkocht een rijwielhandelaar, de heer Gerritsen (hoek Weerd-Nieuwe- stad) of de heer Anema (hoek Bargesteeg-Oude Veemarkt) een fiets, dan kreeg de koper van hem gratis les in het leren deze te be rijden. Het ruime Zaailand werd dan het oefenterrein, wanneer hier ten minste geen soldaten bezig waren het rechts-om en links-om te leren. Dit leren rijden gaf vaak rare ca priolen te zien. Vooral als er een flinke wind stond hadden dames, met hun lange rokken, het zwaar te verduren en ondervonden zij maar al te dikwijls de aantrekkingskracht van de aarde. Ook de „hüdemarkt" het pleintje bij de veemarkt werd vaak als oefen terrein benut. Van kunstrijden op de fiets kon ook al gesproken worden. Daar toen „freewheel" nog niet bestond kon men ook achteruit rijden. Al spoe dig toonden enkele jongens zich hierin ware meesters, zoals Henny Nolet, zijn vader had een winkel in gouden sieraden tegenover de oude Waag, op de Nieuwestad en Rein Romer, de latere Mr. Römer Kamerheer in Buitengewone dienst. HEERLIJKE HERINNERING Als een heerlijke herinnering denk ik aan de fietstochtjes in de zomer stoeten jongens cn meisjes trokken fietsend naar dit ontspanningsoord. De hele breedte van de straatweg werd dan door de wielrijders inge nomen. Fietspaden waren er nog niet aangelegd en toen het eerste pad, langs de Bonkevaart er kwam, waren het weer de ouderen, die voorspelden „straks de hele mikmak oppe kop het maai-um in!" De ingang tot het bos was aan de Groningerstraatweg. Hier stond een loketje, waar de bosbeheerder, de heer Teunissen, of een van zijn parkwerklieden een dubbeltje kwam innen, dat het recht gaf het lusthof te betreden. Dan de fietsen in het fietsrek en het feest, een avondje banken bevonden, had wel iets aan trekkelijks. Ook de prieeltjes waren in trek. Verder vergenoegden vrijen de paartjes zich met een rustig plaatsje, 't liefst in 't kreupelhout. Wel kwam rijkspolitie Visser wel eens rond om te zien of alles wel volgens de wet verliep, maar hij kon in de grote ontspanningsplaats niet overal zijn ogen hebben. ZINGEND NAAR HUIS Wanneer de avond viel werd een belgeluid ten teken dat de pret uit was. De fietsen werden weer ter hand genomen en zingende trok de hele stoet naar huis. JA MENSEN, ZO HEBBEN ONZE POPULAIRE TWEEWIELERS ER EENS UITGEZIEN, MET EEN KLEIN, VRIJ NORMAAL WIEL EN EEN REUZENRAD, DAT BIJNA TOT DE SCHOUDERS VAN DE BESTUURDERS REIKTE. HET MOET EEN HELE KUNST ZIJN GEWEEST OM NIET VAN ZO'N GEVAARTE AF TE VALLEN EN WIE HET WIELRIJDEN ZO GOED VERSTOND, DAT HIJ ER, ZOALS DEZE HEER, ZELFS EEN MEDAILLE MEE KON VERDIENEN, WEL, DIE MOCHT ZICH MET Z'N MACHINE BEST LATEN VEREEUWIGEN BIJ EEN FOTOGRAAF. EN DAN MAAR ZO SPORTIEF MOGELIJK, MET EEN SPORTIEF PETJE OP EN PANTOFFELS AAN!

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 8