WAT EENS ONMCl IN DE SACRAMENTSTRA Al I DE LAATSTE OORLOG, DIE NIET TE GENEZEN WONDEN SLOEG IN HET JOODSE BEVOLKINGSDEEL VAN ONZE STAD, LIET DE BUURT WAAR DE JODEN WOONDEN HELEMAAL HEEL. DE WEINIGE BOMMEN, DIE BOVEN LEEUWARDEN UIT GEALLIEERDE VLIEGTUIGEN VIELEN, EXPLODEERDEN VER BUITEN DE JODENBUURT, DE WEINIGE HUIZEN, DIE IN DEZE BANGE JAREN ONDER DE SLOPERSHAMER VIELEN, STONDEN OOK NIET IN DE JODENBUURT. OOK IN DE JAREN, DIE OP DE OORLOG VOLGDEN, VERANDERDE ER NIETS OF NAUWELIJKS IETS AAN HET UITERLIJK VAN DE STRATEN TUSSEN VOORSTREEK, NIEUWEBUREN EN EEWAL EN DERTIG, VEERTIG JAAR VOOR DEZE WERELDBRAND HADDEN OOK AL GEEN GROTE VERANDERINGEN TE ZIEN GEGEVEN. EEN FOTO, VANDAAG GENOMEN VAN DE BREEDSTRAAT, DE PUT, DE SACRAMANTSTRAAT, DE SLOTMAKERSTRAAT OF DE SPEEL MANSTRAAT ZAL DAN OOK NAUWELIJKS TE ONDERSCHEIDEN ZIJN VAN EEN PLAATJE VAN DEZE STRATEN VAN VIJFTIG JAAR TERUG. ALLEEN HIER VERDWEEN EEN HEKJE VOOR EEN HUIS, DAAR VERDWEEN EEN SPIONNETJE EN OP EEN ENKEL PAND STOND DE SCHOORSTEEN VROEGER NIET LINKS, MAAR RECHTS VAN DE ZOLDERKAJUIT. OVERIGENS TOONT DE JODENBUURT ONS OGENSCHIJNLIJK HETZELFDE GEZICHT ALS EEN HALVE EEUW GELEDEN, TOEN ER OOK AL GEEN PUT MEER WAS OP DE PUT, TOEN DE BREEDSTRAAT EVEN BREED EN DE SLOT MAKERSTRAAT EVEN SMAL WAS ALS NU EN TOEN DE SYNAGOGE IN DE SACRAMENTSTRAAT ER AL PRECIES ZO UITZAG ALS VANDAAG. 'f T^Cleine ^ICrantóje leeet iedereen Maar daarmee houden dan ook alle vergelijkingen van de situatie van nu en van vroeger jammerlijk, op, want hoe veranderde het karakter van deze buurt! Hoe radicaal hebben de Duitse bezetters de sfeer, die er eens zijn stejmpel op drukte weten uit te bannen! T IS NIKS MEER De jodenbuurt van 1900, van 1925, van 1940 bestaat niet meer, er wonen geen joden meer, er is geen joodse handel meer, er is geen jood se humor meer... ,,'t Is niks meer in dizze buurt" ver zuchtte een oude man, die er z'n hele leven heeft gewoond, ,,'t is hier alleen mar een dooie boel. Mar vroeger... vroeger - wat was 't hier gezellig en wat hewwe wel een plezier had hier!" Dat plezier en die gezelligheid wa ren kenmerkend voor de spinvormi- ge jodenbuurt en de sfeer van bij voorbeeld Slotmakerstraat of de Speelmanstraat verschilde maar heel weinig van de straat, waarover ons verhaal zal gaan: de Sacrementstraat. Maar in de Sacrementstraat stond en staat nog de Synagoge, de sjoel, die toch wel een bijzonder karakter gaf aan deze straat. Vooral op de zaterdag, de sabbath, wan neer de joden de dienst hadden bijgewoond en in groepjes bleven staan praten op straat. Dan werden de nieuwtjes uitgewisseld en de nieuwste moppen en grappen ver teld... GEZELLIGE STRAAT Niet alleen echter op zaterdag was de Sacrementstraat een uitgespro ken gezellige straat. Er woonden immers zoveel joodse neringdoen den in de straat, dat er „altijd wel wat bijzonders was te doen" en rijk aan humor zijn vele van de herinneringen, die er nu nog wel door oudere bewoners van deze buurt worden opgehaald. Daar is - om maar een paar grepen te doen - het verhaal van Moos X., het schriele joodse slagertje, dat het - voor de oorlog al - aan de stok kreeg met zijn nazigezinde over buurman, een boom van een kerel, die hoog en hoekig boven hem uit torende - een omstandigheid, die Moos geenszins belette om ziedend van woede op te stuiven onder het uitroepen van het tot zijn vrouw gerichte bevel: „Saar hou me vast, want ik bega een moord!" Daar is ook het verhaal van een andere slager, een christen, die tien en een halve gulden te vorderen had van een joodse klant, maar lang, o zo lang op zijn centen moest wachten. Tot de klant royaal over de brug kwam, vijftig cent betaalde en vertrouwend sprak: „Hier he'je vast de twee kwatjes, die tien gul den komme wel..." MILJOENENJUFFROUW Daar is het verhaal van de „miljoe nenjuffrouw", die staatsloten ver kocht, zondagsmorgens haar klanten ontving („Even een lotje hale, me neer?") en altijd zo verschrikkelijk deftig deed. Daar is het verhaal van de schoen poetser, die in zijn werkplaats in de openlucht in slaap dommelde en toen ongevraagd door buurtbewo ners van „een pruumke" werd voor zien... Daar is tenslotte het verhaal van die vrouwen, die wekelijks het leven van de viskoopman verzuurden, door aan zijn karretje een vis te kopen, om het zeebanket steevast later weer te ruilen tegen een veel grotere en dikkere vis... Er zijn niet veel mensen meer over, die deze en andere voorvallen heb ben meegemaakt en de enkelen die er nog wel zijn denken met wee moed terug aan de Cohennetjes, de Turksma's, de Polakjes en de Velle- mannen, die eens met hun vaak kroostrijke gezinnen de buurt be woonden. VLOTTENDE BEVOLKING Het zijn er heel wat geweest, want de meeste huizen hadden een sterk vlottende bevolking en het kwam maar weinig voor, dat bepaalde gezinnen tien of vijftien jaar bleven plakken in hetzelfde pand. De gar denier en winkelier Marinus Jorna deed dat wel. Hij werd in 1865 geboren in het huisje Sacrement straat 32 en hij zou er blijven wonen tot zijn dood, die negen en vijftig jaar later kwam. Twee andere families, die er nu nog wonen, zaten er veertig, vijf en veertig jaar geleden ook al. Dat is

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 6