TONEN GEEN JODEN MEER ILIJIK LEEK Voor de rechter Op deze fraaie foto, in de twintiger jaren gemaakt, de hele jeugd van de Sacrementstraat plus - bescheiden op de achtergrond - een aantal ouderen. Rechts de Synagoge, links de sigarenwinkel van Stap. Precies vijftien jaar geleden schreef Fenno Schoustra, de redac teur van 't Kleine Krantsje, een reeks artikelen over bepaalde hoeken van het oude Leeuwarden. Het is nu, zoveel later, interessant te lezen, hoe toen zijn visie was. Belangwekkend is ook te constateren, wat er sindsdien allemaal veranderde. had dikwijls hulp van zijn vrouw Grietje en zijn schoonzuster Esther, die met vader Nathan en broer Mey er Velleman bij Flippus en Grietje inwonend was. Zij bewoonden het bovenhuisje van Hartog Cohen, een handelaar in garen en band. In het huis emaast was vroeger het .jongenscafé" van „Naddus" Postma, waar je kaarten en biljarten kon leren. Later kwam Ome Sompie erin, die bierhuishou der en tegelijk handelaar in verf waren was. Op 16 en 18 woonden de (grote) gezinnen van de (kleine) kooplieden Benjamin Cohen en Israel Izaaks, welke laatste in 1911 plaats maakte voor de boekhandelaar Dirk Nieu- wenhuis, een hoogst eigenaardig heer, die niet alle klanten even voor komend behandelde. Zeer bekend was ook de lapkekoop- man Janus Stap, die meer pijlen op zijn boog had, want hij handelde ook in vogeltjes. Zijn overbuurman van 23 was Eliazar de Metz, die een bloeiend snoepwinkeltje dreef aan gene zijde van de Synagoge. Aan deze kant van de sjoel werkten op nummers 17 de boekdrukkers Jo hannes Bouman en Coenraad van der Vlerk; later bewoonden de huis- en rijtuigschilder Theodorus de Boer en de schoensnijder Izaak van der Grijpspaarde het pand. Op 15 heeft Benjamin Cohen ge woond, die net als zijn overbuurman met deze naam koopman, maar kelner was in het vermaarde kroegje in de Korfmakerstraat, waar het Duo Carels altijd veel belangstelling trok. Manuel Marcus, wijd en zijd bekend als koopman in sinaasappelen en ansichtkaarten, woonde jarenlang in het pand nummer 9, naast Levie Mozes Turksma, de vader van de later in Friesland bekend geworden voetbalscheidsrechter Maupi Turks- ma. En dan was er nog de spiegelmaker Theunis Heiner, die op 3 woonde en de koopman in lompen en me talen Jozef Polak als buurman had. WEINIG OVERLEVENDEN Zij allen hebben eens de gezelligheid van deze Sacrementstraat gemaakt - samen met nog talloze andere, meest veelbesproken figuren uit deze buurt, zoals het welgevoede bak kertje, dat iedereen als Dikke Moor- ke kende, het Centerse joadsje, de Kneukelhouwers, Stotterige Meier en de Rammeneus. Slechts weinigen van hen hebben de oorlog overleefd en langzaam vervagen hun beelden in onze herinnering. Maar over tien, over twintig, over dertig jaar zal er nog van hun grappen en grollen worden verteld, over hun humor, die onsterfelijk is. DOORLOPEN Maar als er iets te zien is, moet men daar toch bij zijn, niet? En er was wat te zien, 5 Sept. op het Wilhel- minaplein. Een auto-botsinkje met al de aankleve van dien. Nu, dat gebeurt immers haast nooit! Daarom nam Reinier G. plaats op de eerste rang. Daar stond hij echter de politie die bij dit oploopje opkwam voor het ongestoord verkeer, leelijk in de weg. Zij vermaande tot door- loopen.Né, dat verd... ik, dat doe Né, dat verd... ik, dat doe ik niet. Toen na drie-, viermaal waarschuwen nog steeds weigering volgde, werd de onwillige harder aangepakt. En thans gelijkt hij de vermoorde on schuld wel als hij het vonnis hoort: f 10 boete subs. 10 d. h. De Synagoge, bindend element in een vervlogen tijd... de familie van de heer Ype Kramer en die van de heer Offe Bottinga. De sigarenhandelaar Kramer, wiens zoon er nu een kapperszaak drijft, vestigde zich er twee jaar voor het begin van de eerste wereldbrand en de vader van slager Bottinga begon er z'n vleeshouwerij in het laatste oorlogsjaar. De andere huizen zagen de bewoners vaker komen en gaan en het zou een hele jaargang vergen, wanneer we de Leeuwarders, die in de Sacre mentstraat hebben gewoond, alleen nog maar bij name noemden. FLIPPUS MET DE HOED Mogen we daarom volstaan met het in de herinnering terugroepen van slechts enkele van de bekendste typen uit de straat? Goed dan, wanneer we ons eerst bepalen tot de noordzijde van de straat moeten we beginnen bij de familie van Philippus Kalf („Flippus met de hoge hoed"), een zeer excen trieke familie, die in sinaasappelen handelde. Flippus liep daarbij niet alleen zelf achter de kar, maar hij

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 7