4
(Ad J&u Oef
mg frtevp....
't ^leiiie l^Crantöje ieeet iedereen
Lezers klommen in de pen
In verband met de vakanties
zal het eerstvolgende nummer
van't Kleine Krantsje gedateerd
zijn: 12 augustus 1972. Een
dag eerder - de elfde dus -
komt dit nummer bij de abon-
nee's in de bus. Het kantoor
van 't Kleine Krantsje zal niet
gesloten zijn.
VOLGENDE ZAAK
DEURWAARDER
Hoewel het meestal niet zo lollig is
om voor de kantonrechter te moe
ten verschijnen is het vaak ook
interessant.
Het is zeker wel dertig jaar geleden,
dat ik een bekeuring kreeg, omdat
ik met mijn Ford T de stad binnen
kwam vanaf de Groningerstraatweg
met volop licht (niet gedimd) en
niet stopte op het eerste sein van
een agent. De eis was een tientje
boete. Maar toen ik aanvoerde, dat
ik in dat donkere stadsgedeelte bij
de oude gasfabriek dat licht wel
nodig had en niet gevlucht was
voor de agent, want die haalde mij
op, de fiets in, terwijl ik tegen het
advies van mijn dokter uit mijn bed
gegaan was, om hier te protesteren,
zei de kantonrechter: „Heb je de
griep? Nu, wij zullen er f 5.- van
maken, maar minder ook niet hoor,
en nu maar gauw weer op bed.
Edelachtbare wuifde mij toen met
beide handen voor de groene tafel
weg.
„Volgende zaak deurwaarder!
Beklaagde en getuige werden allen
tegelijk door de deurwaarder uit de
wachtkamer naar de zittingzaal ge
loodst, zoodat ik vóór mijn zaak
nog een aardig tafereeltje mee kon
maken. Het was de zaak van een
oude magere boerenman uit Stiens,
die door een hond van de viskoop-
man ter plaatse in zijn been was
gebeten. De eigenaar van de hond J.,
stond naast het slachtoffer. N., voor
de groene tafel. De rechter besliste
toen, dat J. direct maar ter plaatse
f 2.50 moest betalen aan N. voor de
beschadigde oude broek. Dat ge
beurde dan ook; stilzwijgend, geen
astublieft of dankje wel. De oude
man had ook een getuige meege
bracht om te verklaren, dat het wel
een ondeugende hond was, want hij
had volgens deze getuige, huishoud
ster, eens „een poen butter üt de
gong wei stellen". De rechter vroeg
aan die vrouw, was het echte boere-
boter? De vrouw antwoordde: "Ja
menheer, it wie gjin magarin". „Nou
nou"zei de rechter, dan kan
men dat die hond ook niet kwalijk
nemen". De oude man had het
laatste woord en zei: „Ja, nou haw
ik hwat foar myn broek krigen,
maar noch neat foar myn pine,
hwant hy had my in 't fleis biten".
„Och" zei de rechter, „daar zullen
we maar niet meer over praten,
zoveel vlees heb je niet meer op je
botten... Volgende zaak deurwaar
der!
Leeuwarden Y. Faber
SCHOOLFOTO
Op gevaar af misschien vervelend te
worden kan ik het toch niet nalaten
even in te haken op een artikeltje
in nummer 169, van Minke Vellinga
te Leiden. Wat U schrijft mevrouw,
over schoolfoto's van de school van
Meester Venhuis (nog niet zo lang
overleden te Baarn) is weer een
stukje verleden tijd wat daardoor
in m'n herinnering komt. Zelf heb
ik me niet op de foto terug kunnen
vinden, wat me eigenlijk verbaast,
want ik was een klasgenoot en
vriend van uw broer Klaas. Tien
tallen malen ben ik bij jullie thuis
geweest. Zelfs uw moeder kan ik
me nog best voorstellen, ik moet
me heel erg vergissen als het geen
vrouw was met zwart haar. U had
ook nog een oudere broer, die
ziekelijk was en in die tijd is over
leden. Jullie woonden aan de rech
terkant vanaf de straat waar de
school stond van Meester Venhuis
en juffrouw Koksma, toen nog twee
lokalen. Om even op die school
foto's terug te komen; het was een
warme dag - de fotograaf had een
grote plaat uit de klas op z'n kast
liggen om de zon te weren. Maar er
zijn inderdaad twee groepsfoto's
gemaakt; waarschijnlijk staat onder
getekende met z'n zuster Lies op
de andere; hopelijk krijg ik die nog
eens gestuurd.
Hilversum PietJongema
P.S.
Mevrouw neemt u toch een abonne
ment op dit leuke blaadje. U zult
er veel plezier van beleven, herhaal
delijk kom ik mensen tegen uit m'n
vroege jeugd.
NOG UIT DE SCHOOL
GEKLAPT
Er zijn zo voor en na in 't Kleine
Krantsje heel wat oude en dierbare
herinneringen opgehaald. En vele
abonnee's hebben bewezen nog een
goed geheugen te hebben en geen
slijtage van benul.
Bij de herdenking van de oude
Schrans, toen nog niet tot de gemeen-
Leeuwarden behorend, stond je pal
hoe sommigen de toenmalige be
woners met hun beroep opsomden,
't Leek wel een volkstelling! De
lust bekruipt je dan wel eens, ook
een duit in 't zakje te doen. Bij het
herlezen van de laatste nummers
van 't Krantsje kon ik die lust niet
meer weerstaan, 'k Zal echter trach
ten niet teveel uit te weiden.
Dr. Ir.Schaafsma beschreef het
tafereel dat zich voor hem ontrolde
als hij op het balkon van zijn ouder
lijke woning stond. Die woning
was de boekhandel Meijer en Schaaf-
sma, in onze ogen toen een boek
handel van standing en standaard
werken. Trouwens Mr. J.S. Brouwer
releveert in een volgend nummer
dat de vader van de heer Schaafsma
een zeer begaafd man was.
Ik heb de heer Schaafsma van uit
zijn observatiepost geheel kunnen
volgen en plaats alleen een enkele
kanttekening.
Café Neuf was een café van stam
gasten. 't Had een klein terras,
afgezet door een ijzeren hek met
blombakken met war armtierig ge
was om 't inzien te beletten. In de
open lucht consumeren was toen
in Leeuwarden nog niet in.
De heer Noordhof had destijds een
St. Bernardshond. Nog zie ik op een
zomerdag zijn dochtertje liggen sla
pen op die grote lobbus. Ja, de
gekste dingen blieve je bij.
De kiosken in de Koningstraat heb
ik zien bouwen. De jongens waren
weer zo snood met een stok door
de luchtgaten met gaas heen te
prikken en de etalage van Vuist te
beschadigen.
Boekhandel Luiting en piano- en
muziekinstrumentenhandel Blank
zijn verdwenen, maar de meubel
zaak en stoffeerderij Slauerhoff uit
gebreid. Ik heb de „öuwe" heer
Slauerhoff gekend, 't Was een prima
vakman en korrekt zakenman. En
zijn .kinderen, behalve de student
en latere dichter, waren als ik bij de
gymnastiekvereniging Brinio. In het
commentaar van de heer S. zit dus
een slip off the pen.
Uit het prozaische leven is wel
vaker een mens met een fijn be
snaard gemoed ontsproten.
Wat de zaak in schertsartikelen
betreftdie was van de heer Postma -
naam in veel variaties - een uit
stekend pianist die veel voor par
tijen en verenigingen werd gevraagd.
Zijn zoon leerde voor M.O.gymna
stiek, nu geloof ik lichamelijke
Opvoeding, en werd opgeleid door
de heer Bogtstra, leraar van de
bij speciale gelegenheden zag je
hier de upper ten van Leeuwarden
in vigelantes aankomen
H.B.S. Is ook geslaagd. Doordat hij
toegang had tot de gymnastiekzaal
van de H.B.S. konden wij daar te-
samen turnen voor een uitvoering
van de vereniging. Het bravourstuk
over een rijdende fiets springen,
heb ik hem echter niet zien uithalen.
Wat de spoorwegstaking betreft, ik
meen dat het een staking van tim
merlieden was, waarbij werkwilligen
's avonds door de politie naar huis
werden gebracht. Heb toen ook
gezien, dat de heer Wesser met zijn
fiets op de menigte insloeg. Maakte
toen op mij geen aangename indruk.
Later heb ik de heer Wesser als
commissaris leren kennen als' een
gemoedelijk mens.
In de modezaak Het Nieuwste op
de hoek van de Eewal is jarenlang
de boekhandel Smeding geweest,
daarna nog van de heer Bürke, uit
de provincie Groningen afkomstig.
Dat het oude postkantoor zou we
melen van de mieren werd in ver
band gebracht met de bakkerij van
de heer Swildens, die er aan grensde.
De winkel was aan de Koornmarkt.
Voor één van zijn zonen, een potige
knaap met de bijnaam de Buffel
hadden alle Leeuwarder jongens
respekt.
Het Bonifatius Ziekenhuis is inder
tijd uitgebreid met het Amelands
huis, dat daarvoor bewoond werd
door een der heren Gratema, toen
nog in volle glorie. Bij speciale
gelegenheden zag je hier de upper-
ten van Leeuwarden in vigilantes
aankomen.
Wat de dappere Empire-builders
aangaat, één der laatste dragers
van de Militaire Willemsorde was
de heer Wassenaar, wisselloper van
het kassierskantoor Mispelblom
Beijer, geridderd wegens krijgsver
richtingen in Atjeh.
Tot slot school 2 met als hoofd de
heer de Ruyter alias Katsjepoekel,
die vooraan op het Noordvliet woon
de. Het was een aparte school met
als het ware een uitgelezen bevol
king. Trouwens Mr. Brouwer heeft
dit al verklaard. Het onderwijzend
personeel, dat ik mij nog goed voor
de geest kan halen, is al door de
heren onder de loep genomen. De
heer Oosterhuis is na z'n pensio
nering in Zandvoort gaan wonen,
waar ik hem nog een paar maal heb
ontmoet en gesproken. Hij was een
scherp, vinnig mannetje. Terloops;
gehuwd met een dochter van de
heer Heimig, destijds opzichter bij
de stadsreiniging en oud-hoofdagent
van de politie, die een abonnee
eens onder de Pommeranten wilde
rangschikken. Verre van dien.
Dan wil ik even aanstippen dat in
Café Neuf was een café van stamgasten. Welnu, hier staan er een aantal op een kluitje bij elkaar. Op de voorste rij: Turksma, Hogema,
was bij de Posterijen, Velleman met een vraagteken, Bottema (later Zwama aan de Kelders) en Nathan alias Nico Woudstra, schoe
nenwinkelier. Daarachter o.a. Klaas Kooistra van het café aan de Langemarktstraat, slager Yntema van de Voorstreek, Jan Knier,
Herman Woudstra (met vlinderstrik), Maurits, onderwijzer, Bekkering met snor en Jan "Gaukes" Posthuma. Deze foto is in 1927
gemaakt.