TIG JAAR GELEDEN
OP DE DAG VAN DE OPENING
LUIDDEN DE TORENKLOKKEN
KRONIEK VAN EEN BEWOGEN KERMISWEEK
3£.leine ^ICrantoje ieeót iedereen
IN ARM DE KERMIS OP
zijner vrouw" in arrest gesteld.
WOENSDAG 16 Juli
Geboeid wordt de slagersknecht Pier
W. naar het Stadsziekenhuis ge
bracht om hem te confronteren
met het stoffelijk overschot van
zijn vrouw. Deze confrontatie doet
hem ogenschijnlijk niets. Bij de
lijkschouwing kan evenwel niet wor
den aangetoond, dat de dood van
de vrouw het gevolg van geweld
pleging is geweest. Onmiddellijk
wordt Pier dan ook in vrijheid
gesteld.
DONDERDAG 17 Juli
Om vijf uur 's morgens(! raakt
een man - waarschijnlijk door het
gebruik van te veel alcohol - in het
water van het Naauw. IJlings toege
schoten werklieden en de brand
wacht slagen er in de drenkeling
met behulp van haken in een bootje
te trekken en zodoende voor ver
drinken te behoeden.
VRIJDAG 18 Juli
Bij de Langepijp valt een zestien
jarige kermisreiziger van zijn schip
in het water van de Nieuwestad.
Hij wordt onmiddellijk gered door
een schipper en een politiedienaar.
ZATERDAG 19 Juli
Op de hoek van de Sacrementstraat
en de Put valt de glazenwasser Jan
Riemersma met z'n ladder op de
straat. De heer Riemersma mankeert
niets, maar de ladder treft een
hondje; het dier is vrijwel op slag
dood.
Het is wel een bewogen kermisweek
geweest, die van zeventig jaar terug!
Iedere dag gebeurde er, op of om
het kermisterrein, wel wat, dat de
tongen van onze grootouders in
beweging bracht. Hier komt een
uittreksel uit het dagboek van die
week - het is een aaneenschakeling
van dramatische gebeurtenissen.
DINSDAG, 15 Juli
Om elf uur 's avonds hoort een
stadgenoot, die door de Bontcpape-
steeg loopt, in een van de woninkjes
daar het lawaai van een hevige
twist. Even later stormen een paar
kinderen jammerend de straat op:
„Moeder is dood - moeder is dood!"
Het zijn de kinderen van de slagers
knecht Pier W., die in deze buurt
als dronkaard een zekere bekend
heid geniet. Wanneer ook hij zich
op straat vertoont, blijkt hij alweer
beschonken te zijn. „Is je vrouw
dood,Pier? Vragen de mensen hem.
„Jazeker" zegt Pier, „ze is net in
m'n armen gestorven".
Een buurvrouw vindt de vijfender-
tigjarige vrouw van Pier op de zolder
op een hoopje hooi. Het lijk ver
toont - zo op het oog - geen
verwondingen. Weldra echter wordt
Pier, „onder verdenking van niet
onschuldig te zijn aan de dood
ZONDAG 13 Juli
Bij het opbouwen van Gerard Wolfs
hippodroom verliest de machinist in
de nok van de" tent z'n evenwicht en
stort naar beneden. Hij komt - merk
waardigerwijs - op z'n voeten te
recht, maar blijkt toch vrij ernstig
gewond. Dokter Van Eden verleent
de eerste hulp.
MAANDAG 14 Juli
Op verschillende punten in de stad
trekt een voor de Leeuwarders on
bekende man door zijn eigenaardige
manier van doen de aandacht van
het publiek. Nu en dan zet hij het
op een lopen, waarbij hij allerlei
onsamenhangende klanken uitstoot.
Omstreeks elf uur rent hij - gevolgd
door een troep nieuwsgierige jon
gens - over de Kelders en de Koren
markt in de richting van de Voor-
streek. Op de hoek van de Wortel
haven krijgt de agent Scherstra de
vreemdeling te pakken; onder grote
belangstelling neemt de politieagent
de man mee naar het bureau. Daar
blijkt de vreemde onbekende iemand
uit Franeker te zijn - een gewezen
marechaussee. Een medaille voor
twaalf en een half jaar trouwe dienst
prijkt op z'n borst...