Voor de rechter Verhalen in 't Kleine Krantsje halen jeugdherinneringen omhoog GROOTE ZAAL met flink toneel ie 3^-rantóje (eeot iedereen Door diverse verhalen uit oud Leeu warden die 't Kleine Krantsje ons geregeld mededeelt, komen bij mij weer lang vergeten jeugdherinnerin gen naar boven. Ik las in uw blad iets over Poepke Smeding. Dat was een alleraardigste man. Hij heeft jarenlang piano gespeeld op de zaterdag- en zondagavonden bij mijn vader (de heer Ettema Gr. Schaver- nek 13) in de achterzaal tijdens de balavonden. Poepke kon fantastisch mooi vertellen en als jongen heb ik daar vaak naar geluisterd. Op muzi kaal gebied was Poepke een veel zijdig ontwikkeld man. Toen de jazz-muziek haar intrede deed, ver telde Poepke mij dat hij jaren ge leden al een jazz-drumstel had ver vaardigd, dat gedeeltelijk electrisch en door hem zelf werd bespeeld. Het geheel bestond uit een kom pleet drumstel en ingebouwde viool, bespeeld door een over draaiende schijven gespannen snaar, een fluit, een pianola en weet ik veel. In zijn eentje bespeelde hij dus dat hele instrumentarium. Hij was de uit vinder en de bespeler zal ik maar zeggen, het juiste woord weet ik niet. Een profeet wordt in eigen stad niet geëerd en daardoor kreeg het; niet de belangstelling die het ver diende. Poepke vertelde verder: Voordat de zakbatterij en de zak lantaarn bij het publiek bekend en in de handel waren, had hij zijn batterijen al zelf vervaardigd. Hij had, wanneer hij 's avonds laat van zijn muzikaal optreden thuis kwam, maar bij stil mooi weer ook wel op weg naar huis toe zijn pet met grote oorkleppen verwisseld voor een hoge hoed. In die hoed had hij een rij batterijlampjes gemonteerd, de bat terij had hij in zijn zak. Kwam hij dan een late wandelaar tegen of soms een stel fuifnummers, dan schakelde hij zijn hoedverlichting aan en het gebeurde meermalen dat de mensen of de eenzame wandelaar gillend van angst de benen namen. Als u zich verplaatst naar die tijd van slechte en spaarzame gas-straat- verlichting dan kunt u dat best van hem aannemen. Onlangs las ik ook iets over Baaye Flut, haar voornaam was Baukje, dat vertelde mij mijn buurmeisje, Barbara Funcke. Laatstgenoemde haar broer Pé, ik en nog andere buurjongens en meisjes speelden aan de Wester Plantage nabij Hotel de Oldehove (later Moulin Rouge) Over de brug naderde Baaye Flut Ik heb nog een stukje papier over en dat dan maar voor het volgende stukje. Voor de eerste maal verscheen op de kermis in Leeuwarden de Rodel baan. Dat vond ik een machtig ding. Ik wilde iets dergelijks in ons huis experimenteren, 't Was op een vrij dag (marktdag). Onze achterzaal zal vol boeren, al of niet met lange VOOR FEESTELIJKE VERGADERINGEN enz: GRATIS BESCHIKBAAR Aanbevelend, J. E T T E M A HOTEL „DUINKERKEN" Zaterdag 2 \faart wegens feestelijke vergadering 's avonds GESLOTEN. met haar onafscheidelijk foxhondje "Fanny". Eenparig werd besloten haar er tussen te nemen. De oudste van ons, Barbara Funcke, zei tegen Baaye met een opzettelijk joods accent in haar stem: „Dag Paukje" bin je aan 't wandelen Paukje? „Dag Kienderkes", antwoordde Baaye, ,ja 't is mooi weer en dan kuier ik graag es met m'n hondsje". Barbara: „Is dat jouw hondsje Paukje? Oh, wat is dat een mooi hondsje. Mag ik es kieke? Barbara aaide het hondsje en vroeg: „hoe hiet dat hondsje? Baaye antwoord de: „Fanny". „Ach, wat een lief beestje" zei Barbara en plotseling zei ze: „Wat zien ik Paukje, jouw hondsje ziet scheel!" Baaye ontplof te zowat en krijste terug: „Fanny scheel? Jouw ouwe Va ziet scheel, jouw ouwe moer ziet scheel, je hele gore familie ziet scheel!" En drei gend met haar stok kwam zij op ons af. Hikkend van 't lachen kletterden wij hard weg. blauwe kiel en met zwarte zijden petjes op hun hoofd. Er werd zeer veel koffie geschonken, daartoe stond nabij de trap naar boven een cafétafel met grote petroleumstellen en nog grotere koffiekannen er op. 't Was een gezellige drukte in het café. Van de mangeltafel had ik een grote linnenbak gehaald, af meting 80 x 50 cm en met schuin omhoog staande kanten, waarin gaten voor de handgreep. Mijn ruim 2 1/2 jaar jonger broertje "Poemel" (zijn zondagse naam is Ferdinand of wel Ferdie) nodigde ik uit op de linnenbak plaats te nemen. Die bak werd bovenaan de trap door mij vastgehouden. Poemel die een groot ontzag voor mij had, durfde dat niet te weigeren, temeer doordat ik in alles zijn beschermer was. Op gepaste tijd en ook nu maakte ik daar gaarne misbruik van. Poemel nam dus plaats en hield zijn handen stevig vast in de handgrepen van de bak. Ik gaf hem een zetje en het experiment gelukte wonderbaarlijk. Met een sierlijke gang gleed dat stel met een vaart van jewelste de trap af richting café vol boeren. Tot op de enkele onderste treden na, toen ontspoorde de bak, kleunde met een smak tegen de houten afschei ding van café en trap aan. De café- klok aan de andere zijde van de wand maakte van schrik een halve slag om zijn haak en ofschoon het al één uur was sloeg hij nogmaals twaalf uur. Met een donderslag sloeg de linnenbak tegen de trap deur en scheerde over de koffie tafel en nam in zijn vlucht de dek sels van de beide grote koffiepotten mee. Als je het zo hebben wil krijg je het niet voor elkaar, de koffie kannen maakten een sierlijke salto door de lucht en kwamen weer netjes en precies niet op hun poten maar op hun kop op hun petroleum stel terecht. Terwijl de linnenbak over de tafel scheerde, rodelde mijn broertje onder die tafel en tussen de tafelpoten door en hoewel hij des tijds ook een echte dikke poemel was kwam hij door zijn grote snel heid onder de canapé terecht en klem te zitten. Onmiddellijk na die hevige inslag hoorde ik mijn vader uitroepen: „Oh, Here God". Menige boer sprong verschrikt overend en niet begrijpend stonden ze elkaar met klapperende kiezen aan te kij ken. Een kreunende getuige onder de canapé (linnenbak) deden mijn vader begrijpen dat ik (De over- kommeling) uitgerekend op markt dag weer eens zijn jongere broer in de vernieling had gewerkt. Laatst genoemde, F. Ettema, woont nog in Leeuwarden (Harlingerstraat) en kan dit melodrama bevestigen. Hij weet zeer interessant te verhalen over „Kienderdiefkes en over een broer van hem, die met zijn lucht buks slager Swart van de Nieuwestad beschoot. Hij had ons beloofd dat in u w Krantsje te vermelden. Belt u hem eens op en vraag hem zijn belofte eens te komen inlossen. ROTTERDAM T.H. ETTEMA Het Schavemek met rechts het oude Hotel Duinkerken in 1925. De „goeie ouwe tijd": scheepjes in de gracht en handkarren op de walkant HUISVREDEBREUK R.O. v.d. V., 47 jaar, houthandelaar te Leeuwarden, kreeg met zijn over buurman W.E. Koster van Groos kwestie over de betaling van voor hem gemaakte verduisteringsluiken. Ondanks herhaalde aanmaning bleef de vordering onbetaald. Op 20 De cember ging verdachte weer een poging wagen om het geld te incas seren. Verdachte kreeg ten ant woord, dat hij een brief zou ont vangen, waarop verdachte op directe afdoening aandrong. De heer Koster van Groos liep echter weg, doch verdachte ging hem achterna. Rechter: U begreep toen toch wel, dat hij niet wilde betalen? Verdachte: Zeker, ik weet, dat die mijnheer betaaldag houdt iederen zesden Zaterdag van de maand, maar ik wilde eens met hem spre ken. Verdachte geeft toe achter den heer Koster van Groos diens woning te zijn binnengeloopen en te zijn ge sommeerd heen te gaan. Rechter: U kwam ook op een zeer ongelegen tijd. Verdachte: Mijnheer is overdag al leen thuis van 12 tot'2 uur, doch is dan niet te spreken. Later heeft verdachte zijn bediende er weer heen gezonden, die toen een chèque mee kreeg. Rechter: De heer Koster van Groos wist misschien niet hoe hij u de deur moest uitkrijgen. Verdachte: Ik was heusch niet den nacht overgebleven! Eisch en vonnis f 5 boete of 5 dagen hechtenis. (1941)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 8