4
(Ad J&u ft&t'
■■t 3il eine llfranteje leeet iedereen
BOER TIJSMA
Dit land was toen van Klopma de
Herberg. Daar was mijn moeder
vrijdags wel te werken. De weduwe
Klopma is nog 100 jaar geworden.
Ja het is dan nu ook wel het licht-
bedrijf.
Mijn vader was bij de gemeente
reiniging. Ons gezin telde toen 7
kinderen, allemaal daar in die wo
ning geboren. Toen moesten ze
afgebroken worden en de Herberg
van Klopma ook.
O ja, nog even op Tijsma terug te
komen: als daar een van de kinde
ren ging trouwen kwam de vlag op
het dak. Wij hoorden dan wel vlug
wanneer en hoe laat. Wij als kinde
ren zijn vaak het Kalverdijkje omge
lopen en dan kwamen wij bij Schil
kampen weer uit, waar toen altijd
de schepen lagen. Daar lag ook
Jelle Haak, de Kermisreiziger met
zijn schip en als de kermissen overal
afgelopen waren kreeg Klopma alles
op zolder boven zijn wagenhuis en
dan zette Jelle Haak weer de kajuit
op en bleef daar de hele winter
liggen, om dan de verdiensten op
te maken.
Leeuwarden J. Mollema-Schreuder
OOSTERHUIS
Bij de foto van 't bierhuis van Klaas
Eygelaar op pagina 9 in no. 176
heb ik spontaan uitgeroepen: dat.
is Oosterhuis. De onderwijzer van
school 2 die na het initiatief van
Ir. Schaafsma al eens eerder is ge
noemd. Dus geen Roodenhuis.
Bussum Mr. J.S. Brouwer
NB.
Oosterhuis was ook voor zijn klasse
leerlingen geen geheelonthouder!
VEEL BELANGSTELLING
Op mijn laatste artikeltje over het
Zwembad De Groote Wielen in 't
Kleine Krantsje kreeg ik zoveel
aanvragen om toezending van het
boekje, dat ik helaas lang niet aan
alle kon voldoen.
Den Haag Drs. C.N. de Boer
maar betalen want jij bent hier toch
elke dag, ik heb maar 2 centen
meer en daar wil ik graag chocolade
melk voor kopen bij dat tentje".
Ik zei „dat kan niet, dan vraag je
maar als je voor een cent chocolade
melk kan krijgen, dan doen ze maar
wat minder in de kop hoor". Ik
kreeg toen ten antwoord ,je bent
niet een lief meisje" en jij niet een
lieve jongen" was het antwoord.
Maar ik heb nog vaak aan hem
verkocht.
Leeuwarden J. Mollema-Schreuder
DRAMA IN MARSSUM
In 't Krantsje nummer 175 stond,
dat een boerezoon en een gewoon
meisje elkaar niet mochten hebben
en van de brug af sprongen in
Marssum. Nu weet ik niet, of dat
een ander stelletje was, maar ik
weet wel, dat ik nu wel 50 jaar
geleden in betrekking was bij een
dokter in Marssum waar ik 5 jaar
ben geweest en dat er in die tijd
twee mensen in het water gespron
gen zijn. Zij was een dochter van
een kapitein van de Stanfries Jasper
en hij was een zoon van een Hende-
riks, die bij de gemeente was, beiden
Leeuwarders, die in Marssum zijn
begraven. Ik hoor het de dokter nog
zeggen: wat stommeriken, de wereld
is zo groot. Maar ja, het kan voor
mijn tijd zijn geweest, het andere
stelletje. Maar ik dacht ik wil dat
toch even schrijven. Ze zaten aan-
elkaar met een groene sjaal, ik zie
het nog voor me, want ik heb het
zelf meegemaakt.
Leeuwarden K. Beunder-v.d. Tol
Lezers klommen in de pen
Leeuwarden M. Heeringa-v.d. Werf
bestuurder en bijzitter. De laatste
praatte tegen een klein doosje en
vanaf het dak van de wagen hoorde
je dat praten dan heel hard! Nu
noemen we dat alles microfoon,
versterkersinstallatie en luidspreker.
Maar toen kenden we die dingen
van heden nog niet.
Als de wagen eventjes stil stond
speelde er een grammofoon. Ook
die hoorde je heel hard vanaf het
dak. Wij, de Leeuwarder jeugd,
werden uitgenodigd achter den (niet
de maar den) wagen aan te lopen
(met twee oo's toendertijd). Nu,
dat werd gedaan! De wagen was
rijk beschilderd met reclame over
Wennex, een bleekpoeder. Op een
geschikt punt bleef de wagen staan.
Van achteren ging iets open en we
aanschouwden een toneel. Heel klein
maar heel mooi. Jan Klaassen en
Katrijn kwamen op en 't was een
alleraardigst poppenspel. Ook moes
ten we allen meezingen. De woorden
kregen we op een stukje papier, dat
werd uitgereikt en de wijs was die
van: „Zie ginds komt de stoom
boot". Wij zongen toen:
FRANS ROSIER
In de bijdrage van de heer Van Dam
over de Leeuwarder gevangenis ver
meldde hij het liedje „Neerland, o
Neerland enz.". Dit liedje werd
gemaakt na de vlucht uit de ge
vangenis van de beruchte Frans
Rosier in plm. 1909; toen hij na
enige weken werd gepakt was hij
volgens de krant totaal verzwakt
en werd met melk en eieren weer
op verhaal gebracht; vandaar dit
lied.
S.E. Niemendal-
Groningen Gosses
De succesvolle „drijfjacht" op
Frans Rosier vond plaats in
1908. Twee broers uit Opper
does, Jacob en Piet Bos, verras
ten de misdadiger tijdens z'n
nachtelijke dwaaltocht en brach
ten hem naar zijn asyl inMedem-
blik terug. In onze archieven
bevond zich een foto van deze
broers met het portret van Rosier
dit plaatje reproduceren wij hier.
DIKKE STEKEN
Op de stadsgrachten, waar U zo nu
en dan foto's van publiceert, heb
ik vaak met dikke steken gelopen,
lekkere dikke steken om je nek te
breken! „De dikken één cent en
de kleinen een halve cent" zei ik
dan. Maar dan was het altijd als ze
naar een kleine vroegen „die zijn al
op", want ik kon ze genoeg voor
een cent kwijt. Mijn vader haalde
die dan bij De Metz op de Nieuwe-
buren. Ook kwam er wel eens een
naar mij toe en zei dan „kan ik ook
een steek krijgen en dan morgen
WENNEX
Pas van vacantie terug uit het goede
Fryslan zit ik de nrs. 174 en 175 te
lezen van uw mooie krant(je)!
Daarbij las ik over het wasmiddel
„Edelweiss" uit 1915.
Mijn herinneringen zijn van iets
later datum en wel vanaf 1922.
Zo omstreeks 1932 klonken er luide
kreten en schetterende muziek door
de Tjerk Hiddesstraat. Wat zou dat
zijn? Wie kan er zo hard schreeu
wen? Er reed een auto, bemand met
en een voorzanger in de wagen,
drie coupletten met telkens het
refrein van dat mooie lied. Aan het
slot werd ons verkondigd dat het
lied vroeger nog een vierde couplet
had gehad doch dat waren zij tijdens
een hevige regenbui kwijtgeraakt...
Voor mij een zeer groot raadsel.
Toen en nu nog want de woorden
stonden wel op de uitgereikte brief
jes... Ra Ra Raadsel.
Tot zover deze herinnering.
Den Haag A. van Hespen
TRAMMETJE NAAR 'T BILDT
In 't Kleine Krantsje, dat ik gister
ontving, schrijft een zekere meneer
Kamminga uit Amsterdam, dat hij
begin 1939 dagelijks met een N.T.M.
bus van Leeuwarden naar St. Jacob
reisde, waar hij werkte. Dat lijkt mij
niet mogelijk; ik heb daar is oud
Sint Jabuurster nooit anders gekend
dan de BABO, die later als LABO
verder ging en nu overgegaan is in
de FRAM.
Bovendien vraagt hij of er ooit een
trammetje heeft gereden naar Het
Bildt. Dat is wel waar en er zullen
wel lezers zijn die precies weten
wanneer dat geweest is, maar vol
gens mij reed dat trammetje nog in
de jaren 1936/37. Het reed dezelfde
route, die de bus later ook volgde.
Volgens mijn moeder was vroeger
het tramstation Leeuwarden in de
buurt van de Bildtsestraat.
Dat het vroeger in het trammetje
gemoedeüjk toeging bewijst het
volgende verhaal van mijn moeder.
Op een vroege zondagmorgen waren
mijn ouders in St. Jacob in het
trammetje gestapt om op familie
bezoek te gaan. Toen de tram
ergens bij Beetgum gestopt had ên
weer verder zou gaan, kwam er een
man hardlopend aap, gedeeltelijk
gekleed, de rest van zijn zondagse
kleren over de arm. De tram wachtte
en de conducteur schoof de man
een eerste klas coupé binnen met
de woorden: „Meneer eerst maar
even in de kleedkamer".
De vader van één van mijn vrien
dinnen was in St. Jacob stationschef
en we waren nog al eens bij het
station te vinden, maar in welke tijd
dat precies geweest is weet ik niet
meer.
De broers Bos met in het inzetje Frans Rosier
Naar aanleiding van de foto, van de
boerderij van Tijsma aan 't Kalver
dijkje in 't Krantsje nummer 172
bericht ik U, dat wij daar vaak op
uit gekeken hebben want wij woon
den toen waar nu de gasfabriek is,
daar was een streekje huizen van drie
en verder zagen wij het land over.
CORRESPONDENTIE
Mevr. A.S.-V.d. M. te Utrecht: foto
was afkomstig van huidige eigenaar
van café.
Katrijntje, de waschvrouw,
gebruikte steeds chloor.
't Beet gaten in het waschgoed
En 't bleef toch nog goor!
Met als verlossende eindregel:
Gebruik nu Wennex bleekje
Zoo je bleeken moet!
„Bleeken" verdeeld over twee noten.
We zongen, begeleid door muziek
Een mooi winters plaatje van de boerderij van Tijsma aan het Kalverdijkje.