i acr Jvt E ÉST Q VOOH ^MKooptv. MftfXStVi •t 3£l eine rantóje ieeót iedereen IJIZEN OP EEN RIJTJE Precies vijftien jaar geleden schreef Fenno Schoustra, de redac teur van 't Kleine Krantsje, een reeks artikelen over bepaalde hoeken van het oude Leeuwarden. Het is nu, zoveel later, interessant te lezen, hoe toen zijn visie was. Belangwekkend is ook te constateren, wat er sindsdien allemaal veranderde. de hekken stonden. Toen de vorige eeuw plaats maakte voor die van nu was IJsbrand Galama er de baas, later was Fonger Dolle er enkele jaren zetkastelein. Galama's buurman rechts was de logement- en koffiehuishouder Hen- derikus Bender, wiens zaak de naam droeg van 't Wapen van Heerenveen en daar weer naast woonde tot 1909, het jaar waarin de sloper kwam, de kastelein en koopman Jacob Bulthuis. Tegelijk met zijn pand verdween 't Wapen van Hee renveen. BESTE ZAAK In het Nieuw Friesch Koffiehuis op nummer 157, dat in de tijd van de veemarkt het Logement Het Graauw Paard heette, zwaaide van 1894 tot 1910 Fetze Boersma de scepter. Van 1911 tot 1920 zat Bouwe Hoogkamp erin - zeer tot zijn genoegen mogen we wel zeg gen, want hij had niet alleen een mooie, maar ook een hele beste zaak. De laatste herberg voor de Barge- steeg was De Roskam die kennelijk eerder betere dagen had gekend, omdat er vroeger De Gouden Ros kam uithing. Jetse de Boer en Jo hannes van der Wey hebben er samen vijftien jaar als kastelein in gezeten voor - in 1914 - Jan Pink ster er zich vestigde. Die bleef er tot '20, toen De Roskam verdween om voor een garage plaats te maken. Het ene hoekhuis van de Oude Lombardsteeg en het Ruiterskwar- tier is, althans de laatste zestig jaar, nooit een café geweest, maar wie er bij Jan Pinkster werd uitgezet, hoefde toch niet ver te lopen om een soortgelijke zaak te vinden, want het andere hoekhuis was wel weer een café. Eens was het Bier huis de Korenbeurs, maar toen de koffiehuishouder en hersteller en koopman van naaimachines Jacob van Keulen er in woonde, was het die naam al kwijt. Als opvolger van Van Keulen kwam Gejas in deze zaak, die nog in de eerste wereld oorlog het veld ruimde voor Louis Schaaf, dezelfde Louis Schaaf, die later naar de Concertzaal Van der Wielen aan de Breedstraat zou gaan. DORSTIG PUBLIEK Nog konden al deze zaken niet aan de behoeften van het dorstige pu bliek voldoen; vandaar dat er aan weerszijden van de Hoedemakers- steeg nog twee koffiehuizen waren. Aan de ene kant van de steeg zat Douwe Overdijk - van 1888 tot zijn dood in 1913 - aan de andere kant Klaas Elders, die met het beroep van koffiehuishouder zonder meer niet tevreden was en daarom ook handelde in bier en... die scheerbaas was. Hier stonden de stoelen voor de borrelklanten, daar stonden de stoelen voor de kappersklanten. Klaas Elders stierf in 1914, waarna Herman Dekens zetkastelein werd in deze zaak. Dat waren dan de twaalf, die op een rijtje stonden tussen Wirdumerdijk en Kastmakerssteeg, maar er waren nóg meer cafébedrijven in de om geving van het grote Wilhelmina- plein, dat eertijds op gezette tijden met kermissen en circussen al even zeer publiek tot zich trok als nu. De zaak van Buis bijvoorbeeld op de hoek van het Zaailand en de Prins Hendrikstraat, het hotel Cen traal, nog verder aan het Zaailand, waarin een De Jong kastelein was, die zijn kanaries maar rustig liet rondvliegen in de zaal en - weer op het Ruiterskwartier - het cafeetje van Salverda, dat een zekere be ruchtheid genoot, omdat daar „de Kelderrotten" woonden en werk ten, twee dametjes van plezier, van wie nu nog wordt gezegd, dat ze zo'n goed karakter hadden, omdat ze soms arme drommels boven „heertjes" verkozen als gasten in hun nederige huis... Vijf van die cafébedrijven staan er nu nog, vijf van de twaalf, die de herinnering levendig houden aan een tijd, die niet meer de onze is. Een merkwaardige tijd toch, waarin het mogelijk was, dat het feestge druis van de kermissen pas verstom de, wanneer in het holst van de nacht de klok vier had geslagen, een romantische tijd, maar ook een kwade tijd, waarin veel geleden werd, waarin stevig gedronken en - bij tijd en wijle - ook stevig gevoch ten werd. Ze zouden er van kunnen meepra ten, de kasteleins, die we in dit verhaal met een bezoekje hebben vereerd en - zo ze nog leefden - de weinige niet-kasteleins, die aan dit Ruiterskwartier hebben gewoond, zoals de pettenmaker Henderikus van der Kallen, de koperslager Jan Faber, de gevangenisbewaarder Rin se Plutschouw, de geneesheer van het Stadsziekenhuis Pieter Hendrik van Eden en de veearts Hendrik van der Staa. „Een gemoedelijke en gezellige tijd" zouden we zeggen. En: „Eén, die beter was dan deze tijd..." Want hebt u ooit wel eens een oud baasje horen zeggen, dat zijn jeugd minder gezellig én minder gemoedelijk moet zijn geweest dan die van u? De foto links boven is gemaakt, toen De Roskam al niet meer bestond; we zien nu Statema's Automobielbedrijf in dit pand. Hierboven een oeroude plaat van het begin van het Ruiterswartier, toen de Mercuriusfontein er nog niet stond. Burmaniahuis aan de Nieuwestad werd ook wel Catershuis genoemd. HET HOF VAN HOLLAND is een koffiehuis geweest in de Sint Jacobsstraat. In het begin van deze eeuw is het Hof van Holland bij het aangrenzende Hotel Phoenix ge trokken. Het hotel Phoenix is nu belastingkantoor. DE WILLEM SPRENGERSTRAAT herinnert ons aan de voorzitter van de vereniging „Eigen brood bovenal", die in de jaren 1904-1905 het Eigen Brood liet bouwen. Door de Willem Sprengerstraat kreeg het Eigen Brood een verbinding met de Groningerstraatweg. Willem Spren- ger was in 1836 geboren in Ooster hout, hij stierf in 1911 in Leeuwar den. DE SINT CATHARINAPOORT is een vroegere benaming voor de Hoeksterpoort; de poort was ge wijd aan de Heilige Catharina, de beschermheilige van de voormalige parochie Hoek. DE KLANDERIJSTRAAT is natuurlijk genoemd naar de Klan- derijdat wil zeggen naar de Nieuwe Stads Herberg De Klanderij, een voorganger van de Klanderij, die we nu kennen. De oude Klanderij is in 1891 afgebroken; op dezelfde plaats is toen het nieuwe hotel gebouwd. DE SWETTE is vanouds de westelijke begrenzing van het grondgebied van Leeuwar den op het Leeuwarder Nieuwland. ACHTER HET KLOOSTER heette tot omstreeks 1890 een streekje huizen achter het Arends klooster en van dat Arendsklooster kunnen we nu nog de restanten vinden bij het Zaailand. DE ALMA TADEMASTRAAT eert de naam van de Fries-Engelse historie- en genreschilder Lourens Tadema, geboren in 1836 in Dron- rijp en overleden in 1912 in Wies- baden. Alma Tadema heeft in Ant werpen en Londen gewerkt; hij liet zich tot Engelsman naturaliseren en hij werd verheven in de Engelse adelstand. CATERSHOVEN was in de achttiende eeuw een buitenplaats in de zuidoostelijke hoek van Achter de Hoven, waar later het buiten Zorgvliet lag. Waar schijnlijk is Catershoven het eigen dom geweest van een van de leden van het geslacht Caters, dat met de Burmania's verbonden is geweest. In 1582 trouwde Joost van Bur- mania met Baef Caters en Anna van Burmania met Claes Caters. Het DE DIGTE GASTHUISSTEEG loopt van het Perkswaltje in de richting van de Grote Hoogstraat. Het is - uiteraard - een doodlopende steeg, die evenwijdig loopt aan de veel meer bekende Wijde Gasthuis steeg. DEPAULUS POTTERSTRAAT is genoemd naar de schilder en etser Paulus Potter, die in 1625 geboren werd in Enkhuizen. Potter is vooral bekend geworden als schilder van dieren en landschappen. Zijn beken de werk De Stier hangt in het Mauritshuis. Paulus Potter is maar acht en twintig jaar geworden. DE DOELEPIJP was tot voor een honderd jaar een overbrugging van het water dat de Doelestraat kruiste. Dit water liep van het toen bestaande Gasthuis- pijpke bij de Sint Anthony Gast huis in de richting van de Olde- hoofster Waterpoort. In 1868 is het gedempt en toen kon de Doelepijp verdwijnen.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 7