4 Citljouftet mgfaup 'f Vileine ^Lrantóje leeót iedereen Lezers klommen in de pen BIJ KLAAS Alhoewel ik de dichter Jan Slauer- hoff niet zo zeer persoonlijk gekend heb, zijn familie echter wel, komt het mij onwaarschijnlijk voor, dat hij het is, die op de foto in 't Kleine Krantsje nr. 176, als Jan Slauerhoff wordt aangeduid. Mijns inziens was hij een veel te aparte figuur om deel te nemen aan de stamtafel van Klaas Eygelaar. Kan de inzender van de foto zich ook vergissen met een neef van hem, ook een J. Slauerhoff, die bij de Posterijen werkte? Leeuwarden J.C. van Dam MR. J.S. BIJL De laatste tijd schrijft u veel in het Kleine Krantsje, ik geniet er veel van. Als meisje van zo'n jaar of twaalf heb ik wel met u in de Huizumerlaan geknikkerd. Er was toen nog een sloot, waar nu een trottoir is. U was dan zeker met vacantie thuis. Als meisje van 14 jaar diende ik bij de heer N. v.d. Woude, Hoofd der school in de Schoolstraat in de Schrans. Ik haal de dan altijd eieren bij uw moeder Zodoende kende ik uw familie goed. Later toen ik 20 jaar was, ben ik 1 1/2 jaar bij de fam. Jaap Kessler geweest en toen mijnheer Kessler is overleden, heb ik uw zuster, mevr. E. Kessler-Bijl nog een brief gestuurd. Ik heb leuke herinneringen aan de familie. Als ik niet over spannen geweest was had ik het er wel langer uitgehouden. Mevrouw liet alles aan mij over en Jaap kwam af en toe met een lekkere ossenstaart boven voor de soep. Vanaf die tijd leerde ik mijn man kennen, die nu 71 jaar is, ik zelf ben nu 67 jaar. Toen mijn man 14 jaar was werkte hij bij Philip Kessler op de Wirdu- merdijk in de lunchroom, maar hij is er niet lang gebleven: hij moest een keer ijs maken en heeft dat toen opgesnoept. Toen Philip dat merkte schopte hij hem er uit en voordat hij het wist lag hij op het Ruiters- kwartier, zo ging dat vroeger, het was een grote verleiding voor hem. Herinnert u zich oom Riemersma ook nog, ik verzorgde hem meestal als hij ziek was en heb daar nog een fotoalbum als herinnering aan. Opa en tante Riemie heb ik ook wel gekend en met de heer Rom- merts ben ik 7 jaar bij de Straat zangers geweest. Alles gaat voorbij maar de herinnering blijft ook voor u van veel belang. Mijnheer Kessler kon prachtig tekenen, toen ik er diende heeft hij Annie, hun dochter jen Mr. Riemersma getekend. Het waren fijne mensen, toen zij nog in de Huizumerlaan woonden in het huis van uw ouders kwam ik er nog wel eens op bezoek en ik kreeg dan een heerlijke kop thee met een jodenkoek. Klaaske Wieringa Leeuwarden Dijkstra TRAMMETJE Gaarne wil ik de heer Kamminga nader inlichten over de tram naar St. Jacobi Parochie, waarvan een foto in 't Kleine Krantsje van 9 september voorkomt. De tramlijn van Leeuwarden voor lopig tot Minnertsga (Mooie Paal) werd geopend op 2 janijari 1899 en het laatste gedeelte tot St. Jacobi Parochie op 2 juli 1899. Deze lijn liep van het tramstation aan de Westersingel bij de Vrouwenpoorts- brug via de Rijksweg naar Marssum, boog aldaar voor de dokterswoning rechtsaf en via een kruising met de Beetgumerweg naar het emplace ment. Bij deze wegkruising woonde een ploegbaas van de NTM, wiens vrouw als overwegwachteres was aangesteld. Deze moest de overweg bomen sluiten als een tram op komst was. Van dit emplacement ging de tram rechtsaf via Beetgumermolen, Beetgum, Berlikum (met zijspoor naar de veiling), Wier naar St. Jacobi Parochie. Op 14 april 1906 werd in aansluiting op de trammen een paardetramlijn geopend van Berli kum naar St. Anna Parochie, die op 1 januari 1917 werd gesloten. Op 12 september 1900 werd een tramlijn geopend van het emplace ment Marssum, linksaf naar de Rijksweg tot Franeker. N Van het emplacement aan de Wes tersingel werd de lijn doorgetrok ken naar een terreintje tussen de Veemarkt en het NS terrein via het Vosseparkje, Verlaatsbrug bij de v.m. Wilhelminabaan, Willemskade en Sophialaan. Hier werd vrijdags veel vee gelost en geladen. In 1917 werd de tramlijn buiten de stad omgelegd en verrees het tram station, dat nu busstation is. De tram reed toen via de Snekertrek- weg, kreeg vóór de spoorbrug over de Harlingervaart verbinding met de Noord Friese Locaal Spoor, reed dan over deze brug en ging dan aan de overzijde weer op eigen baan over naar de Harlingerstraatweg, zoals uw foto weergeeft. Het oude station aan de Wester singel werd toen afgebroken en de grond verkocht, o.a. aan Visser, Bolte en Gorter, de Gemeente voor aanleg van een straat, garage Brou wer en Alkema enz. Achter deze garage aan de Tramstraat zal waar schijnlijk nog een loods staan, die dienst heeft gedaan als rijtuig- of machineloods. Hierin was later een wasserij gevestigd. Op 15 mei 1939 werden de lijnen Leeuwarden-St. Jacobi Parochie en Leeuwarden-Marssum-Franeker voor het personen vervoer gesloten, zo dat deze foto zeer goed in 1939 kan zijn genomen, alhoewel een tram naar St. Jacobi Parochie of naar Franeker dat is nog de vraag. Heerenveen J. Balink (Oud-ambtenaar NTM) WEER T TRAMMETJE! Dank aan mevr. M. Heeringa-v.d. Werf te Leeuwarden voor haar kanttekeningen bij mijn stukje over het Bildtse trammetje. Dat hier ooit een tram heeft gereden is me nu wel duidelijk. Ze is daar nogal positief over. Het is heel best mogelijk, dat ik mijn dagelijkse reis naar St. Jacob met een LABO-bus heb gemaakt, maar dat betekent dat de N.T.M. (exploiteur van de tram) haar con cessie in deze hoek der provincie heeft overgedaan aan de LABO. Ongeloofwaardig, gezien de enorme concurrentie om de consessies in de jaren dertig. De gemoederen wgren toen zeer verhit en er werd stevig „gevochten" om deze poncessies. Mevrouw Heeringa schrijft, dat het vehikel in 1936/'37 nog reed, vol gens dezelfde route, die de bus later ook volgde. Deze positieve uitspraak bevestigd alleen maar de juistheid mijner onderstelling, dat de foto van „het kruisende tram metje" niet in 1939 gemaakt is. En dat was de kernvraag van mijn eerste ontboezeming. O ja, mevrouw Heeringa, dank voor uw verhaal over die'hollende Beet- gumer met zijn zondagse pak over de arm... Amsterdam J. Kamminga KALVERDIJKJE Gaarne zou ik nog even iets willen schrijven over het Kalverdijkje en de boerderij van Tijsma (niet Ties- ma) dat kwam door het Leeuwarder spraakgebruik, daar werd de ij meestal als ie uit gesproken. Ook over wat mevr. Leenes-Visser schrijft, ik heb mijn jeugd daar ook in de omgeving doorgebracht. De ouders en schoonouders goed ge kend. Wijlen de heer Leenes, uw schoonvader, was melkrijder voor de zuivelfabriek, ze woonden op de hoek weg naar Cambuur-Cam- buursterpad. De gebroeders Visser heb ik alle maal niet gekend. Eén, ik denk Antoon, heb ik nog eens ontmoet bij een beklimming van de Oldehove. Arnhem K. Tiemersma JUT Als oud-Leeuwarder lees ik altijd met grote ambitie 't Kleine Krantsje en las ik in het nummer 175 iets over de Leeuwarder kennissen, waar natuurlijk in die dagen ook de „Sla Jut op de kop". Ik woon al sedert 1930 in Leiden en kreeg ik juist deze week in het Leids Dagblad, waarop ik geabon neerd ben een stuk onder het oog van het leven van: „schrik niet!" van de sia Jut op de kop. Ik heb het uitgeknipt en dacht dat stuur ik aan de heer Schoustra; misschien hebt u er iets aan. Ik ben oud-beroepsmilitair en heb 45 jaar in de mil. dienst door ge bracht. Ik heb 14 jaar bij het 9e Reg. Infanterie gediend en ben in 1922 overgegaan met het Regiment naar Assen en heb deze plaats ver laten en door bevordering over ge gaan naar 4 R.I. in Leiden. Heb in de oorlog in een benauwde omge ving gezeten. Tussen Rotterdam en de Moerdijk. Ben gelukkig onge deerd teruggekomen. Na de oorlog werkzaam geweest bij het Dep. van Oorlog en bij de Gen. Staf in Den Haag, steeds als administrateur. Heb daarna het Wapen der Kon. Marechaussee weer helpen opbou wen. Ben toen ook overgegaan naar het Wapen der Kon. Marechaussee en ben ook gepensionneerd vanaf dat Wapen. Ik kom altijd vele bekenden tegen in 't Kleine Krantsje, zoals van Dam, Willem Hogerbeets, Hannie God- help en zijn broers Piet en Willem. Nu ook weer Iebele v.d. Meulen etc. Op de foto van het laatste nr. 176, staan op de foto van de scherpschut ters ook de heer G.F. Ferwerda en de heer N. Feenstra. Ik kan wel doorgaan met namen, namen, maar waar is het eind. Hopende u hiermede van dienst te kunnen zijn, verblijf ik gaarne met Friese en Leeuwarder groet. Leiden Trippenzee Hartelijk dank voor uw geste het interessante artikel over Jut aan ons door te geven; de ar chieven van 't Kleine Krantsje kunnen niet zo goed gevuld zijn of er kan nog wel wat bij. Overigens hebben wij zelf in 't Kleine Krantsje al eens een uit voerig verhaal gepubliceerd over de moord, die deze Jut berucht heeft gemaakt. Red. 't Kl.Kr. DRAMA IN MARSSUM Naar aanleiding van de reactie in 't Kleine Krantsje no. 177 over het drama in Marssum kan ik meedelen dat de zienswijze van mevrouw K. Beunder-v.d. Tol de juiste is. Bij het eerste bericht in no. 175 heb ik gezegd dat kan niet, dat er toen twee zulke gevallen waren denk ik niet. Nu ik de naam van de kapitein las wist ik het weer precies. Ik heb die jonge mensen gekend. Tevens was mijn vader ook werk zaam bij de Mij. „Stanfries", zodat ik bijna alle kapiteins kende; alleen wou mij de naam niet te binnen schieten, maar nu staat het hele geval me weer voor de geest. Ik was toen van dezelfde leeftijd. Volgens mij was het vanaf de brug over de Menaldumervaart en zal het plm. 1919 of 1920 gebeurd zijn. Bij voorbaat dank voor de plaatsing. Arnhem K. Tiemersma Verder lezen op pagina 10 VERMOEIDE LEEUWARDERS, DIE IN VROEGER JAREN EENS EVEN DE BENEN WILDEN STREKKEN, KONDEN O.A. IN DIT VREEMDE BOUWSEL TERECHT; HET STOND IN HET PLANTSOENTJE TUSSEN DE OUDE VEEMARKT EN DE SOPHIA LAAN. ZOALS WE ZIEN LIEPEN ER TOEN OOK NOG BREDE WANDELPADEN DOOR DIT PLANTSOENTJE HEEN. DE HUT IS ER NU AL LANG NIET MEER, DE WANDELPADEN ZIJN VERDWENEN, DIE DRIE WANDELAARS, VREZEN WE, OOK.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 4