)E BESTE HOTELIERS PIEM REGNERY liet een grote leegte achter t Si/e/ne 3^.rantóje leest iedereen /AN DE KROON en het kunstenaarschap van de grote Franse koks en als mens was hij bohémien met de beste kunstenaars van ónze tijd. Wermeus Buning gaf hem in facsimile zijn Maria Lecina, dat door Bantzinger met tekeningen verlicht werd. Een kunstenaar lijkt mij dat alleen te doen als hij voelt met een verwante ziel te doen te hebben. GROTE LEEGTE Het komt mij voor, dat al deze kunstenaars, voor zover nog in leven, deze Fries, die van het „Heitelan" niet kon loskomen, zullen missen. Maar ook alle anderen, minder be gaafden, die hij in zijn genegenheid betrok en die zijn grote hart waar deerden, zullen in zich een leegte voelen, die moeilijk is aan te vullen. Als hij de ambitie had gehad om in de wereld van de grote hotels een plaats van betekenis te veroveren zou hem dit, met zijn talengevoel en savoir-faire, gemakkelijk zijn ge lukt. Met zijn aimabele persoonlijk heid en aangeboren innemendheid zou hij een groot hoteldirecteur hebben kunnen zijn, in staat om personnages van alle rang en stand te ontvangen. Hij was echter te bescheiden en te veel gebonden aan het Prinsenhof en de Oude Venen, waar hij monsterachtige snoeken wist te vangen en hij was volkomen tevreden met de ambiance, die hij zelf had geschapen. Zijn beide zoons, die blijkbaar het gastheerlijke van hun vader in het bloed hebben, zijn minder „heimat- gebunden". Zij hebben hun vleugels wèl uitgeslagen over de omringende wereld en zij zullen, naar mijn idee, de hoogste posities bereiken in het hotelwezen van vandaag. De oudste is thans reeds onderdirecteur van de grootste twee wereldhotels in Ma drid en hij zal daarvan ongetwijfeld eens de directeur zijn. Ik ben in de gelegenheid geweest hem daar enige malen te ontmoeten en heb kunnen waarnemen, dat hij daar door gasten en personeel zeer gerespecteerd werd. Dank zij de relatie met zijn vader was er voor mij altijd nog wel een plaatsje, ook al waren alle hotels in Madrid, wegens een congres of anderszins volgeboekt. De jongste zoon, die onlangs in het huwelijk is getreden, is reeds een zeer gerenommeerde kok, die in de meest excellente restaurants van En geland, Schotland en Frankrijk een uitstekende naam heeft verworven. En kok moet men eerst zijn voor men een goed hotelier kan worden. ROMANTICUS Een van de laatste keren, dat ik mijn goede vriend Piem ontmoette hadden we een gezellige dag in de Prinsenhof, waar hij aan de Folkert- sloot een huisje had gehuurd. Bij een onvoorstelbaar mooie zonson dergang voeren wij, zijn en mijn vrouw, hijzelf en ik, in zijn schouw tje door de prachtige kreekjes van dit wonderschone landschap. En nooit zal ik vergeten de woor den, die deze natuurfilosoof toen sprak, misschien met een voorgevoel van de naderende dood: „Deze prachtige dag hebben we tenminste weer gehad. Niemand die hem ons kan ontnemen". Op deze ongekunstelde doch wel sprekende wijze gaf hij uitdrukking aan de euphorie, die de romantische omgeving bij hem had gewekt. Want ondanks zijn ,,sljucht-en-rjuchtheid" of misschien wel juist daarom was liij een romanticus.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 7